Neanderthaler verloor zijn vuistbijl in Mander
Op zaterdag 23 november vond in museum Natura Docet Wonderryck in Denekamp de opening plaats van een door AWN-19 (Twente) samengestelde expositie van Middenpaleolithische vondsten afkomstig uit de omgeving van Mander, gemeente Tubbergen. Eind 2019 was het precies 40 jaar geleden dat er bij Mander een vuistbijl werd opgeraapt. Dat was het begin van de ontdekking van een jachtkamp van de Neanderthalers. Nog niet eerder waren de meer dan 40.000 jaar oude vondsten te zien voor het publiek. Tevens ontving voormalig voorzitter Kees de Rooij die middag uit handen van Paul van Wijk de zilveren speld van verdienste van AWN-19.
Belangrijk voor de historie van Overijssel was de vondst in 1979 van een vuistbijl op een akker tussen de buurschap Mander en de Duitse grens bij Getelo. Studenten archeologie van de Rijksuniversiteit Groningen zochten onder leiding van wetenschappelijk medewerker Dick Stapert tussen 1979 en 1982 verschillende keren de betreffende akker systematisch af en vonden nog 22 andere bewerkte vuurstenen. Het materiaal wordt door Stapert geschat – op basis van de typologie van de vuistbijl – op tussen de 40.000 en 60.000 jaar oud. De vondstconcentratie betekende dat de restanten van een verstrooid kampement waren gevonden. Het eerste boven de grote rivieren in ons land! Het gebruikte vuursteen voor de artefacten was van noordelijke herkomst en waarschijnlijk ter plaatse door de Neanderthalers verzameld. Stapert deed in 1982 een oproep aan vrijwillige archeologen om door te blijven zoeken op de akkers bij Mander. Deze handschoen werd onder andere opgepakt door leden van AWN-19. Eind 2019 staat de teller op ruim 200 door archeologen erkende artefacten.
Mander versus Peest
Voorafgaand aan de opening van de expositie werd door de Groningse archeoloog Marcel Niekus een lezing gehouden over de overeenkomsten en verschillen tussen de vondsten afkomstig uit Mander en die van Peest in Drenthe (ontdekt in februari 2007). Opvallend is het verschil in aantallen vuistbijlen (Peest) en schaven (Mander) tussen de beide vindplaatsen. Mogelijk heeft dit te maken gehad met een verschillende functie, namelijk van een jachtkamp in Peest versus een basiskamp in Mander. Bij de vondsten uit Mander zitten namelijk ook artefacten die door de Groningse archeologen Lykke Johansen en Dick Stapert zijn gedetermineerd als oefenstukken gemaakt door kinderen.
In alfabetische volgorde hebben de volgende AWN-leden bijgedragen aan het corpus van Manderse vondsten: Ellen Beerens, Trudie Broekman, José Elfrink, Gert Jan Kroese, Ben Klein Nagelvoort, Nannie Otto, Kees de Rooij, Dick Schlüter en Leendert Stodel.
De topstukken in de expositie zijn de enige tot nu toe gevonden vuistbijl – eigendom van de Vereniging Oudheidkamer Twente en als bruikleen ter beschikking gesteld door de Museumfabriek te Enschede – en een zogenoemde demi-quinaschaaf. In totaal is een selectie van 60 van de ruim 200 artefacten voor het eerst voor het publiek te zien!
De expositie werd samengesteld door Dick Schlüter in samenwerking met conservator Eric Mulder van het museum. Naast werktuigen gaat het daarbij om verschillende typen afslagen en kernstukken. De vitrine met vondsten werd op 23 november onthuld door Hans Oude Rengerink en Dick Schlüter en staat in het museum te midden van fossielen afkomstig uit het Pleistoceen. Kortom, jager en jachtbuit staan tot en met maart 2020 samen in één museumruimte.
Zilveren erespeld
Na de opening kregen de ruim 40 aanwezigen – AWN-leden zowel als leden van de Vriendenvereniging van het museum – de kans om de inhoud van de vitrine te bekijken. Daarna werd in de bovenzaal van het museum voor de derde keer in de historie van de afdeling de zilveren erespeld van verdienste uitgereikt. De eerste keer was in 2015 aan voormalig provinciaal archeoloog Ad Verlinde, in 2017 viel ambtenares Gerrie Boers als promotor van de archeologie in de gemeente Enschede deze eer te beurt. Dit keer ontving voormalig voorzitter van de afdeling en fanatiek opgraver en zoeker van met name Romeinse vondsten, Kees de Rooij (75) de erespeld. Hij werd toegesproken door vice-voorzitter Paul van Wijk. De bijeenkomst in het museum werd afgesloten met een nootje en een drankje.