Dordrecht

Werkgroep Dordrecht

Archeologische opgravingen op het Eiland van Dordrecht zijn in feite in twee typen te onderscheiden. Het eerste type is het stadskernonderzoek in het oude middeleeuwse centrum van de stad. Dordrecht neemt een vrij unieke plek in, in het landelijke stadskernonderzoek. Ten eerste omdat het de oudste stad van Holland is en als een van de weinige steden een hele vroege bloeiperiode gekend heeft rond de veertiende eeuw. Bovendien zorgde de ligging van de stad ten opzichte van belangrijke rivieren als Merwede en Maas en de ligging vlak bij zee dat de stad een echte handelsstad was in die tijd. Een archeologisch bewijs hiervoor is het vele Duitse aardewerk dat bij archeologische opgravingen te voorschijn komt en waarvan veel aardwerk bestaat uit misbaksels. In vergelijking met andere hollandse steden een unicum.

Buiten het oude historische centrum van de stad vinden anderssoortige opgravingen plaats. Vaak in de vorm van proefboringen of kleine kijkputjes bij nieuwbouwlocaties. Doel van deze opgravingen is het vinden van bewoningssporen van voor de Sint-Elizabethsvloed in november 1421. Tijdens deze overstromingen zijn vele dorpen weggevaagd en als gevolg hiervan ontstond een soort binnenzee die meer dan tweehonderd jaar bestaan heeft en waar gemiddeld twee meter aan afzettingen zijn neergelegd. Ook is in het verleden veel onderzoek gedaan naar de loop van de Dubbel, een riviertje dat voor 1421 door het gebied stroomde. Als resultaat van vondsten door AWN-leden heeft de ROB in Dubbeldam (MOK-veld) in 1988 een middeleeuwse begraafplaats opgegraven behorende bij een dorpje dat overspoeld was in 1421. Halverwege de jaren ’90 zijn er in het Beelaertspark ook sporen uit die tijd gevonden.

Aangezien Dordrecht sinds 1995 een gemeentelijk archeoloog in dienst heeft, voert de AWN zelf geen opgravingen meer uit. Wel kunnen AWN-leden meewerken aan de opgravingen die door de gemeentelijk archeoloog worden uitgevoerd.