augustus 2022

ringwal van de Hoorneboeg

Een mysterieuze ringwal zoals het kaartje van de mensen van het landgoed het verwoordt. Wellicht niet de meest wetenschappelijke duiding maar eerlijk is eerlijk, mysterieus is het zeker. Niet alleen weten wij er eigenlijk niets vanaf, erin schuilt de belofte van een goed verhaal. Niet alleen het verhaal van wat de ringwal eigenlijk is maar toch zeker óók van waar in het landschap het mee in verband staat.

Het is alweer enig tijd geleden dat wij in het kader van ons rubriek toestemming kregen van Marijn Bosma om het kaartje van de Hoorneboeg te gebruiken voor ons stukje over Twee Hoogtes aan het Zuiden van ’t Gooi. Ieder goed kaartje dat een verhaal wil vertellen, is een abstractie van het object. Het kaartje geeft een goed overzicht wat hier allemaal te vinden is. Hier hebben wij het kaartje enigszins aangepast om op de ringwal in te focussen.

De AHN-hoogtekaart geeft de actuele situatie weer op het moment van vastleggen. Inmiddels zijn we voor onze streek gevorderd tot de vierde versie, AHN4. Er blijken alweer kleine veranderingen tegenover AHN3. Voor wetenschappelijk onderzoek is dit allemaal van belang. Maar het kaartje van Marijn Bosma geeft voor ieder eenvoudig het idee weer, wie wat waar.

Het aangepast kaartje geeft een redelijk beeld van de huidige situatie. De doorgangen zijn min of meer realistisch van breedte weergegeven. Ook is de (of een) vermoedelijke lijn van het verdwenen stuk nabij de tuinmanswoning volledig ingevuld met grijs. Het blijkt dat men ook ter plaatse de ringwal liefheeft. Een nauwkeurig blik op de AHN4-hoogtekaart geeft ten opzichte van AHN3, toen ook de foto’s genomen zijn, enkele kleine veranderingen weer. Zowel in het zuiden bij de bibliotheek als in het oosten bij de Stalheim blijkt de wal ‘hersteld‘ en zijn doorgangen weggehaald. Op de kaart zijn ze met roze aangeduid.

twee doorgangen bij de bibliotheek op het zuidpunt van de wal

Uitgaand dat deze twee plaatsjes geen ‘oorspronkelijke‘ doorgangen betreffen, is dit toe te juichen. Meestal verdwijnt er oudheid. Nu komt het erbij. Laat toekomstig archeologisch onderzoek echter hier nota van nemen. Anders zouden er wellicht wat merkwaardige resultaten uit kunnen rollen. Overigens lijken de herstellingen niet bij historische doorgangen te hebben plaats gevonden.

Niet alleen de ring maar de hele berg schreeuwt trouwens om wetenschappelijk onderzoek. Er lijken helaas geen kaarten te bestaan van de ringwal in zijn ‘oorspronkelijke’ toestand. De grijze lijn is slechts hypothetisch, we weten niet eens ‘wetenschappelijk’ zeker dat de ringwal vroeger heeft doorgelopen. Maar zonder te weten wat die ringwal sowieso is, lijkt het voor de hand te liggen dat de ring vroeger langs de grijze lijn, min of meer doorgelopen heeft.

de berg van de Hoorneboeg op AHN3

Verder is het overzichtskaartje nog aangepast waar het het westelijke tracé betreft. Typologisch is er een verschil tussen een recht stukje wal en een afbuigende. En het lijkt niet zonder enig belang dat die daar recht loopt. Dus ook dat is aangepast.

‘Oorspronkelijk’ is natuurlijk een beetje moeilijke woord. Op een gegeven moment wordt een object gemaakt. Als het af is, is het nieuw. Over tijd gebeuren dingen. Dingen vergaan, worden vernield, hersteld en aangepast. Na verloop van tijd maken al deze gebeurtenissen deel uit van zijn geschiedenis. Ze worden deel van het verhaal. Het voegt waarde toe. Zowel degenen die een grafheuvel opwierpen, degene die er toen begraven werd als de vele urnen die soms vele honderden jaren in een bepaalde heuvel zijn bijgevoegd. En eventuele moderne restauraties, die iets over de voortschrijdend waardering voor het monument vertellen. Alles draagt bij..

zuidwestelijke gedeelte wal AHN4
zuidoostelijke gedeelte van de wal AHN4
oostelijke gedeelte van de wal op AHN4
noordwestelijke gedeelte van de wal op AHN4

Als we dus toch een onvermijdelijk enigszins kunstmatige scheiding bij deze ringwal willen maken tussen de oorspronkelijke toestand met de moderne, dan denken we aan het jaar 1792. Al weten we vanaf dat jaar nog niets over de ringwal, wel weten we iets meer over de Hoorneboeg. In dat jaar wordt het landgoed, waar de Zwarte Berg nog toe behoorde, uit gemeenschappelijk erfgooiers bezit verkocht aan een rijke particulier.

Hilveroord

De Hoorneboeg lijkt op oudere kaarten nog onbewoond. De excentrieke oud-schepen van Amsterdam, “Gouden Piet” van Loon, telg uit de oude regentenfamilie kreeg de Hoorneboeg en omgeving in 1792 in erfpacht. Hij liet er in 1794 een flinke donjon opbouwen, compleet met wachttorens. Maar het was niet echt! In plaats van steen was alles slechts van hout. Het was een lustpaviljoen, op niet al te ver afstand van de familiebuiten aan de Vecht. Hij noemde het “Hilveroord”. Alles opgeschilderd om zo authentiek mogelijk te lijken. Reeds in het stukje achter bovenstaande link behandeld, zijn twee gegevens interessant hier te herhalen.

Hilveroord

Dat het van Loon het aardig lukte zijn speelhuis als een oude burcht te laten lijken, bewijst de volgende anekdote. Toen in 1795 de Franse troepen Nederland kwamen bezetten (of zo je wil, bevrijden), zag de commandant in de verte dit bolwerk hoog op de berg. Het een en ander wordt verwoord in “Ons eigen tijdschrift”, bedrijfsblad van Houten te Weesp in juni 1928 door J.J.F. Schilt:
Eens scheen een afdeeling Fransche ruiterij (’t was in 1795), die een rit maakte van Utrecht naar Naarden, door den aanblik van het monumentale gebouw verontrust te zijn. Door een vijandelijk land reizende, waren de Franschen ter dege op hun hoede en derhalve besloot de bevelhebber, waar hij een uitval in den rug vreesde, een trompetter vooruit te zenden, die de overgave van het fort in optima forma moest eischen. Na zijn luid geschetter werd de poortdeur spoedig geopend en wel door…. een oud vrouwtje, dat de huisbewaarster en tevens de eenige bewoonster van het jachthuis bleek te zijn! De Fransche troepen konden dus met een gerust hart verder trekken.

slingerpad naar de top

Nog geen twintig jaar later was het uit met de pret, vergaan, verrot en gesloopt. Er bestaat dan nog die leuke anekdote hoe wij over de afbeelding van “het oude jachthuis” beschikken. In de Gooi & Eemlander van 30 oktober 1925 wordt op de voorpagina linksonder het volgend vermeld:

Een merkwaardige vondst.
Tijdens het sloopen van ’t oude huis aan de Langestraat, waar de fa. Van der Paauw zooveel jaren gevestigd is geweest, werd door de werklieden in September j.l. een merkwaardige vondst gedaan. Achter het behang ontdekten zij een muurschildering, gedeeltelijk onder het roet verscholen. Men waarschuwde den heer Heek om bij hem te informeeren wat deze schoorsteen-schildering kon voorstellen en of ’t de moeite van bewaren waard was. Deze wendde zich tot den heer Pijnappel van de Hoorneboeg. Na een nauwkeurige bezichtiging bleek deze verrukt met de ontdekking, en stelde den heer M. Betlem voor, de muurschildering. zoo getrouw als dat mogelijk was, na te schilderen op doek. Dit werk met vele moeilijkheden gepaard, daar de oude muur telkens dreigde af te brokkelen, de kleuren verbleekt en enkele gedeelten door een dikke laag roet onzichtbaar waren. Doch de heer Betlem heeft zich op zeer verdienstelijke wijze van zijn taak gekweten, en binnenkort zal het door hem nageschilderde doek naar den nieuwen eigenaar den heer Pijnappel. Het schilderij stelt een jachtpartij voor. In de nabijheid van het oude jachthuis „Hilveroord” op Hoorneboeg, dat een honderdtal jaren geleden, door de Franschen werd afgebroken. Vermoedelijk is de vervaardiger deze muurschildering, de bekende schilder J. van Ravenzwaay, die zoovele van zijn werken aan Hilversum en omstreken heeft ontleend.

de Zichtlaan vanaf de top

Wat een mooie opsomming van bekende namen uit Hilversums verleden. Hoe men precies wist dat het hier Hilveroord betrof, wordt niet vermeld. Later is, toen mevrouw Pijnappel de Hoorneboeg aan de Remonstrantse Broederschap ter beschikking stelde, in de krant een foto ervan afgedrukt. De Hoorneboeg-kenners zullen opmerken dat deze afwijkt van de schilderij in bezit van de Stichting Hoorneboeg, getoond in de Archeologica Naerdincklant in 2017. Vermoedelijk heeft de heer Pijnappel met het door Betlem gemaakte kopie van de schoorsteenschildering een “echt” schilderijtje laten maken. Of de wachttorentjes dan vierkant, zeshoekig of rond waren? Wellicht is dit ter plaatse nog na te gaan.

Rond 1812 is hier een rechthoekig landhuis gebouwd, verbouwd rond 1882, voorzien van belvedere. Deze is in de jaren tachtig van de vorige eeuw gesloopt. Beiden grondpatronen lijken op de hoogtekaart terug te vinden.

noordelijke gedeelte met stenen poort

Veel van de tuin en bossen is hier nog ‘oorspronkelijk’. Inmiddels vertegenwoordigd dit een grote monumentale waarde. Zoals de moestuin en de tuinmanswoning, waarvoor een zeer interessant gedeelte van de ringwal heeft moeten wijken.

Dit zouden we tot de moderne tijd van ons object kunnen rekenen. Tot de oorspronkelijke toestand van de ringwal zouden we kunnen rekenen de toestand van de wal op het moment dat het terrein uit gemeenschappelijk bezit verkocht is.

De vraag naar het waarom van die ringwal en dus naar de eventuele relatie met zijn landschap is een oudheidkundige vraag. Het antwoord is echter onbekend. Welk waarde kunnen we bij het vooralsnog ontbreken van archeologisch onderzoek aan het object toekennen? Welk bescherming verdient het object? Het blijft nog even schipperen.

de Hoorneboeg boven de heide

De archeologische beschouwing kan zich bezighouden met de typologie, wat het object fysiek is & met het historische (inclusief prehistorische) verhaal van het landschap waarin het object zich bevindt. Wanneer we zouden weten hoe oud de wal is, zouden we het kunnen plaatsen in dit historisch perspectief. De typologie zou dan iets over de functie moeten vertellen. En wat is er dan in de tijd aan veranderd en waarom?

Het wanneer van het object

We gaan er met de mensen van het landgoed ervan uit dat de ring, inclusief het stuk bij de moestuintjes, rondom de berg lag toen het in 1792 verkocht werd. Nog in die tijd zullen de vele karrensporen ten oosten maar vooral te westen als onverharde snelweg richting Utrecht hebben gediend.

karrensporen ten westen van de berg

Alle sporen komen op de provinciegrens aan het begin van Tolakkerweg samen. Hier zal de douanefuncties in eerste plaats hebben plaats gevonden. Maar de toen zullen de, naar wij aannemen vrijwel boomloze top en zuidelijke flank een fantastische vista hebben geleverd over het lage Stichtse land. Of dit zo’n uitgebreid aardwerk aan de basis van de heuvel behoefde, lijkt echter minder waarschijnlijk.

karrensporen ten zuidoosten van de berg

Ernstiger was de situatie nog in de late middeleeuwen. Tussen dertiende en vroege zestiende eeuw was er regelmatig sprake van militaire conflict met Utrecht en af en toe de Geldersen. Dan waren er nog rijke, verontwaardigde particulieren, roofridders en kornuiten die met hun privé legertjes soms de boel onveilig kwamen maken.

karrenspoern ten oosten van de berg

Verder terug in de tijd kennen wij in het land ook vluchtheuvels die aan Vikingen weerstand moesten bieden. Die zijn anders dan deze ringwal maar we weten zo weinig uit deze periode. Ook geeft te denken de vondst van een deel van een vroegmiddeleeuws zwaard even buiten de ringwal naast de oprijlaan. Zou hier een vroegmiddeleeuws burcht geweest kunnen zijn? Er is in elk geval één zwaard stukgegaan en gedeeltelijk blijven liggen, wat toch een gevecht suggereert.

De heide rond de berg toont de sporen van raatakkers uit de IJzertijd. Ten westen zijn de walletjes nog zo zichtbaar in het veld dat ze af te lopen zijn. Heel bijzonder. Op hoogtekaarten met de juiste filter is een groot complex aan veldjes waar te nemen. Deze komen tot vlak aan de wal echter niet onderdoor. In dat geval zouden we kunnen vermoeden dat de akkers ouder waren.

raatakkers rond de berg met speciale hoogtefilter naar voren gebracht

Het is op zich niet verwonderlijk dat de raatakkers niet scherp omhoog en omlaag lopen. Dat past niet bij zulke akkertjes. De enige plaats waarachter de ringwal het nog een beetje vlak is, is waar later, waarschijnlijk niet toevallig de moestuin en tuinmanswoning gekomen is. De daar eventueel te vinden veldarcheologische sporen kunnen net als de ringwal ter plaatse, door de latere ingrepen zijn uitgewist.

Nog ouder zijn de beroemde grafheuvels hier op de heide. Ook tal van scherfjes, gebakken of natuursteen zijn op of rond de berg gevonden. Ook op korte afstand van de berg is langs de Zichtlaan de beroemde randbijl gevonden. Wellicht het mooiste dat de Gooise archeologie tot nu toe heeft opgeleverd. Deze verdient toekomstig uiteraard een geheel eigen stuk in onze rubriek.

Of er ooit hunebeddenbouwers hier actief waren, is zeer onduidelijk. Er is natuurlijk dat verhaal over de Zwarte Berg in de bovengenoemde aflevering daarover. Van de Vuursche gaan er ook verhalen rond voor het terrein ten noorden van de Koudelaan. Op de bekende kaart van de Vuursche van rond 1625 zijn er twee discrete cirkeltjes getekend waarbij geschreven berighen. Allemaal niets meer van te vinden. Wel is daar in de jaren zestig nog een groot steen naar boven gekomen die achter de VVV bij station Baarn een plek kreeg. Van de bekende zogenoemde offersteen in de Lage Vuursche sluit de grote megalietenkenner en liefhebber van de Gooise oudheid, dr. Jan Albert Bakker het niet meer uit dat die een echt hunebed geweest kan zijn. Maar of zo’n ringwal in hun oeuvre paste is zeer de vraag.

Stenen scherfjes kunnen nog veel ouder blijken. Dat geldt natuurlijk voor onze landstreek als geheel. Maar of deze jagers/verzamelaars in aanmerking komen als als ringwal bouwers? Conceptueel zouden wij dit niet hoeven uitsluiten. Praktisch gezien zou dit uiterst opmerkelijk zijn. Waarom zouden deze rondtrekkende voorouders de toch niet geringe inspanning geleverd hebben om de berg af te zonderen?

typologie van het object

Bij het ontbreken van hard wetenschappelijke gegevens omtrent de oudheid van het object kunnen wij kijken naar eigenschappen ervan die ons wellicht kunnen inlichten over wat hier aan de hand is. Bewust of onbewust hebben de makers aanwijzingen achtergelaten van waar zij mee bezig waren.

Hoorneboegse Berg met AHN-Hillshade filter

Vele culturen of stammen, vaak genoemd naar een eerste vindplaats, laten zich bepalen door een bepaald gewoonte, manier van versiering of traditie, die ons een beetje houvast geven. In hoeverre de makers van deze uitingen bewust waren ons hiermee iets te zeggen, is maar de vraag. Zaken die wel degelijk speelden in hun bewustzijn en identiteit zijn vaak zo etherisch dat ze geen sporen achterlaten. Van het grote feest weten we niets maar het daar gesneuvelde potje laat scherven na, die we wel in een bepaald context in tijd en ruimte kunnen plaatsen.

Een dure, ongebruikte bijl, een stuk van een zwaard of diverse neolithische schrapertjes geven wel een suggestie van wat er aan de hand was. Losse vondsten verwijzen naar het verhaal maar het blijft al te vaak steeds net buiten ons blikveld een bevredigend waarom achter deze incidenten te vinden.

schapenkamp Laren I

De wal om de Hoorneboeg is niet de enige omwalling die wij uit onze streken kennen. Helaas weten wij van die ook niet precies hoe oud ze zijn of zelfs wat hun functie was. De zogenoemde schapenkampen zijn er voorbeelden van. Zij zijn of waren vierkante of parallellogrammen van wallen met greppels rondom ongeveer één hectare groot. Er is één getest voor optische luminescentie waarvoor we de uitslag met spanning afwachten. Greppels voor een omwalling suggereert dat men in elk geval iets buiten wilde houden. Bij de kampen Laren I & II lijken aan de oostzijde oorspronkelijke toegangen nog redelijk behouden aanwezig.

Tafelberg

De ringwal om de Tafelberg liep ooit als een cirkel om deze ooit door mensen opgeworpen hoogte. Tegenwoordig is daar nog de westelijke helft van over. De heuvel bergt sinds een eeuw een waterreservoir. Hierbij heeft dit belangrijke monument grote schade opgelopen. Maar wat van de ring nog over is, is waarschijnlijk nog oorspronkelijk. Het object wordt voorlopig gedacht uit de bronstijd of late steentijd te stammen. Wellicht dus door de zeer vroeg boertjes opgeworpen in hun ‘vrije tijd‘. De ring lijkt hier wellicht eerder symbolisch de berg van de omgeving af te sluiten dan met een praktische functie neergezet.

Sinds voor de verbouwing tot waterreservoir heeft deze ringwal bomen erop die het sieren. Op oudere afbeeldingen ontbreken deze. Het is mogelijke dat deze ring, de schapenkampjes en de wal van de Hoorneboeg vroeger begroeit zijn geweest of een palissade hebben gehad. Het is goed voor te stellen dat dat de kampjes met moeilijk doordringbare struiken begroeid is geweest om bijvoorbeeld bepaalde dieren buiten te houden. Als dit nog na te gaan zou zijn, zouden we er graag meer van weten. Maar ook dit is erg onduidelijk.

De wal van de Hoorneboeg lijkt in zijn typologie niet op die van de Tafelberg of op de kampjes. Wel heeft die van beiden gevallen enkele kenmerken gemeen. Zouden we weten hoe oud alles was, zouden we die gemeenschappelijke kenmerken kunnen benadrukken als typisch. Wie weet?

noordelijk tracé met weg

De wal van de Hoorneboeg heeft geen greppels maar een weg eromheen lopend. Zo’n weg ontbreekt tegenwoordig aan de binnenzijde. Er zijn ook geen sporen hiervan op de hoogtekaart te zien. Dit lijkt in elk geval op gespannen voet te staan met een militaire functie. Waarom zou je de aanvaller de gelegenheid geven gemakkelijker rond de berg te trekken dan jezelf, de verdediger had.

Sommige gedeelten van de ring zijn op de hoogtekaart wel duidelijk terug te vinden maar hebben niet hun ‘oorspronkelijke’ dimensies meer. Toch lijken grote stukken noordelijk en westelijk nog behoorlijk origineel.

Ook zou de onverharde inmiddels enigszins diepe weg eromheen ooit als greppel begonnen zijn en door verloop van tijd zijn opgevuld zover dat het tot weg kon worden, wat historisch belangrijk zou zijn, zijn er enkele waarnemingen hier te maken die vanuit een verdedigingsstrategie onbegrijpelijk zijn.

Een verdedigende wal zou minder moeite kosten en vooral effectiever zijn als het niet rondom voor de berg van de Hoorneboeg in engere zin, dus waar de grond duidelijk meer stijgt, gelegd zou zijn maar op de berg eigenlijk. Een kleinere lengte bewalling nodig en je kunt dan gebruik maken van niveauverschil. Graaf nog een greppel en met een palissade had je een goed verdedigbare wal. Dit suggereert dat hier toch iets anders aan de hand zou zijn, gebroken zwaard of niet..

De schapenkampjes zijn steeds opgebouwd als vier rechte stukken. De hoeken zijn vrij scherp. Ze hebben geen gebogen stukken. De wal om de Tafelberg (weer in engere zin) is naar we aannemen volledig rond geweest. De wal om de Hoorneboeg heeft iets van beiden. In het oosten, noorden en westen loopt de wal kaarsrecht maar de hoeken zijn mooi rond. In het zuiden is het door latere ontwikkelingen niet meer geheel duidelijk maar het heeft er alles van weg dat ook hier twee rechte stukken met bogen op elkaar aansloten. Het lijkt erop dat dus de wal van de Hoorneboeg oorspronkelijk uit vijf rechte stukken bestond die bogen ertussen.

wal bij de oprijlaan

Ook dient opgemerkt dat de oostelijke en westelijke stukken ook parallel blijken te lopen. Die eigenschap wordt niet slechts met die kampjes gedeeld. Dit is ook kenmerkend voor een heleboel oude paden over de heide in onze streek. Terwijl ook vele karrensporen hun weg in wat voor een richting dan ook volgen, zijn er steeds parallel lopende wegen in verschillende richtingen die het voormalig gemeenschappelijke land doorkruisen.

Of dit tot de oorspronkelijke infrastructuur van de heiden behoort is weer zo’n onbekende. Toch lijkt het niet anders te kunnen dat dit een vroege indeling is van de ruimte tussen de verschillende buurschappen die in gemeenschappelijk overleg moet zijn gebeurd. Een ontstaan door particulieren, onafhankelijk van elkaar lijkt deze orde niet te kunnen veroorzaken. De lijnen lopen ondanks het landschap met zijn reliëf en niet dank zij dat reliëf parallel. Anderzijds lijkt voor de heide ordening van boven af ook weer niet voor de hand te liggen. Wat zou het een Frankische meier schelen? Ook deze monumentaliteit van het landschap is onderbelicht en de moeite waard de vraag te stellen.

Of de parallellijnen van de wal en van de heide nu een gemeenschappelijk verhaal vertegenwoordigen of toch los van elkaar zouden staan, het volgende zij opgemerkt. De wal doet zich voor als een object waar goed over is nagedacht en is rustig naar dat plan uitgevoerd. Men heeft er meer werk van gemaakt dan strikt noodzakelijk, al weten wij die noodzaak niet. Het past wel in de oude traditie van parallelle lijnen in het landschap trekken.

wal bij Stalheim

Wanneer dit door iemand van boven, een overheerser of toezichthoudend en regerende adel zou zijn opgelegd, zijn die typische kenmerken niet goed te plaatsen. Er is een suggestie, niet meer maar ook niet minder, dat hier een gemeenschappelijke planning en uitvoering aan ten grondslag heeft gelegen. Welke tijd en omstandigheid voor deze niet te geringe inspanning in aanmerking kunnen komen is dan de vraag. En dan het waarom. Er gaat vermoedelijk een goed verhaal hierachter schuil.

De ringwal heeft dus wellicht op symbolische wijze de berg van de omgeving afgezonderd. Natuurlijk zijn verdere archeologische aanwijzingen te zoeken op die berg. Echter is ook de omgeving van de berg een mogelijk bron van informatie over de betekenis van de wal en de afgezonderde berg.

Heeft de wal oorspronkelijk gesloten om de berg gelopen zoals, op veel kleiner schaal bij de Tafelberg aan de hand was, of zijn er altijd één of meer symbolische of, net als bij die kampjes wellicht om praktische redenen toegangen geweest? Wat kunnen deze geweest zijn en vooral waarnaartoe?

Het is heel goed mogelijk dat er oorspronkelijk geen toegangen waren. Als er geen logistieke noodzaak ervoor was en de wal een puur symbolische functie had, zou dat best mogelijk kunnen zijn. Die noodzaak was er echter zeker toen de berg middelpunt van het landgoed werd.

wal aan de Zichtlaan

De toegang over de Zichtlaan werd toen noodzakelijk. Onderaan de berg, in bredere zin nu, bij het Gat in het Bos aan het eind van de Tienhovens Kanaal arriveerden familie en gasten en over deze laan kwam men naar boven. Er valt natuurlijk wel meer te zeggen over deze laan. Zoals uiteengezet achter het bovenvermelde linkje, leidde deze laan ook naar de Zwarte Berg.

Deze maakte oorspronkelijk ook deel uit van het landgoed, dus is het wel goed mogelijk dat die beide lanen toen pas zijn aangelegd. Gezien de strategische positie van die bergen ten opzichte van het Sticht is het zeer wel te verwachten dat tenminste een pad, de directe weg naar de twee toppen reeds lang hier liep.

Wel dient nog opgemerkt is dat naar de top van de Zwarte Berg slechts een eenvoudige weg loopt terwijl de Zichtlaan grootser van opzet is. De rij bomen weerszijden van de laan lijken zeker een luxe dat eerder bij een landgoed hoort dan bij een afgelegen stuk gemeenschappelijke erfgooiers grond. Verder horen bij deze laan nog twee wandelpaden. Echter achter de wal loopt slechts een enkele weg naar de top.

Niet meer recht naar de top loopt de huidige oprijlaan vanaf de Utrechtse weg. Ook deze blijkt op de hoogtekaart wat complexer van opzet te zijn. Er blijkt ten noorden zelfs nog een extra parallelweg te hebben bestaan. En niet zomaar een karrenspoor. Deze was voorzien van een flinke greppel die zelfs de voet van de zuidelijkste grafheuvel aansnijdt.

Hoorneboegse Berg, Zwarte Berg & Lamberts Veen

Al deze werken leidden naar het Anoniem Voormalig Veen aan het Lambert Veens Pad dat ooit veel natter moet zijn geweest, als moerasje steeds meer verlandde, door ene Lambert verveend is en op enig moment doorstoken is door zijn harde onderlaag waardoor het water er niet meer in blijft staan.

Ook deze laan kan vanuit het landgoed zijn uitgezet maar hier is het zeker ook mogelijk dat het ouder is. Wat merkwaardig is namelijk, is dat de laan met toebehoren een knik maakt aan de rand van het voormalige veen. De Utrechtse weg is daar een relatieve laatkomer. Waarschijnlijk pas in de 19de eeuw dé Utrechtse weg geworden. Het loopt wel vrij recht vanuit het oude dorp maar moest vrij veel hoogtemeters maken. Op de kaart van Perk uit 1843 heeft die inmiddels wel zijn prominentie gekregen.

Waarom die knik. Misschien omdat de perceelsgrenzen eenmaal zo liepen. Dat kan heel goed. Maar waarom niet, als die vanuit het landgoed is uitgezet, de laan op een andere plaats langs de wal begonnen. Een begin enkele tientallen meters slechts naar het zuiden begonnen had de mogelijkheid geleverd één rechte laan met toeters en bellen naar de nieuwe weg, over ‘eigen terrein‘ aan te leggen. Had je meteen die grafheuvel kunnen omzeilen.

knik in de oprijlaan naar de berg toe

Als je uitgaat van een nieuwe luxueuze laan uit de begintijd van het landgoed, klopt die knik van geen kant op de plaats waar het randduintje van het veentje diep doorsneden wordt. Wat zou de noodzaak zijn van die knik.

Het is hier dus echter goed mogelijk dat de weg hier al eerder liep. Een weg waarlangs in de vroege middeleeuwen iemand een deel van zijn zwaard verloor. Misschien nog niet een laan met toeters en bellen maar wel een oude weg vanaf de berg, door de wal naar de rand van het veen.

Als de weg in aanleg er al in de vroege middeleeuwen was, is het slecht een kleine stap naar de prehistorie. We weten dat gedurende de prehistorie moerassen een bijzondere aantrekking op de mensen hebben gehad. Van hele oude veenwegen en offers van karrenwielen tot beroemde veenlijken.

Nu zijn van vondsten hier niets bekend. Wie weet wat gevonden had kunnen worden. Maar lijkt ook niet zonder betekenis dat deze weg, indien zo oud, langs die grote grafheuvels loopt. Dus het allermooiste scenario zou zijn dat er in de bronstijd een weg liep van de top van de berg door de wal naar de rand van het water, een weg van de lucht naar het water. Mogelijk echter een slecht ontworpen laan bij een landgoed. Iets tussenin óók mogelijk..

mooie stenen aan de noordwestelijke toegang

Ten aanzien van de oprijlaan en de doorgang ervan in de wal zij nog opgemerkt dat de lijn van de oprijlaan doorgetrokken uitkomt bij de doorgang op de noordzijde alwaar een oude weg enkele meters noordelijker begint maar in dezelfde richting. Alleen is deze route op de berg waarschijnlijk iets gemodelleerd vanwege de Engelse landschapsstijl. Maar deze twee doorgangen lijken oorspronkelijk, bij de verkoop aanwezig te zijn geweest.

De noordelijke doorgang is trouwens een echte poort met mooie veldkeien opgesmukt. Ze komen natuurlijk gewoon van de berg. Je hoefde ze alleen maar hier naartoe te slepen en ze mooi te plaatsen. Deze zijn in Engelse landschapsstijl volgens sommigen, mogelijk heel oud volgens anderen. Als deze dan zelfs prehistorisch zouden zijn, hebben we met het oudste stuk architectuur in de streek te maken, grafheuvels niet meegerekend.

doorgang bij de westelijke poort

Tenslotte de oostelijke doorgang die wellicht niet oorspronkelijk is toont aan dat er waarschijnlijk nog veel meer steen in de wal is verwerkt.

Reageren?

yjk