de baljuwrekening van Bernd van Dorenwerde 1305-1307
.
het object
De onkostenvergoeding, want dat is wat het is, die baljuw Bernd van Dornwerde bij zij werkgever, bisschop Gwijde van Avesnes indiende, was geschreven op een ellenlange circa 20 centimeter brede perkamente rol. De francofone Guy kreeg de afrekening in prachtig laat Middelnederlands. De ongetwijfeld aanzienlijke kosten die met het maken van van zo’n object gepaard gaan, worden zelf niet gespecificeerd. Blijkbaar nam Bernd de kosten voor zich.
Bedragen aan boetes en zoengeld, waarvan de landsheer één derde toekwam, worden in het stuk niet gespecificeerd. Die rekening zal echt wel opgemaakt zijn maar is ons niet overgeleverd. Wel 224 items die worden opgevoerd, waar de baljuw kosten had gemaakt. Sommigen slechts een korte mededeling, andere meer complexere berekeningen. En uit historische nieuwsgierigheid komt een onkostenvergoeding ons misschien nog wel beter uit. Zaken als aankoop van stro, bier en wat een kogge vol lieden verteerde.
Vele topografische namen worden in deze rol voor het eerst genoemd. Maar daarbij ook namen en verhalen van kleine lieden, bewoners van de streek, die anders slechts zelden aan ons zouden zijn overgeleverd. Van zaken van een huiselijke karakter tot het vrede maken tussen landstreken. Alles koste iets en allemaal door zijn klerk droog genoteerd.
Het geeft een inkijkje in de gebeurtenissen van een streek zoals een lokale krant dat had, toen die nog de voornaamste nieuwsvoorziening was. Niet als een boek gebonden maar als ware het één lang doorlopende webpagina. Dat treft voor ons medium alhier.
Maar object verdient gedigitaliseerd te worden. Weliswaar is het reeds tweemaal gepubliceerd, de verschillen ertussen kunnen dan aan het publiek overgelaten kunnen worden. En vooral omdat het voor de plaatsen erin genoemd te leuk is om niet te hebben.
Het zal wel een uitdaging zijn iets zoveel langer dan breed te scannen. Maar toch zou het moeten! Het verdient ook een wetenschappelijk verantwoord codicologische beschrijving (scrollologisch?). Dát alles van het object eens goed beschreven wordt. Hoe het is gemaakt, wat ermee is gebeurd en hoe het na 700 jaar aan toe is.
.
dr. Cornelis Booth
Cornelis Booth wordt op 20 oktober 1605 geboren als de oudste zoon van de predikant Everhart Booth en Alidt Ruysch. Hij trouwde op 26 mei 1629 met Amelia van Waveren, genaamd Van Oort. Ze kregen vier kinderen, onder wie de dochter Aletta. De andere drie kinderen sterven al jong. na de dood van Amelia hertrouwde Cornelis op 10 december 1637 met Digna van Wijckersloot en ze kregen veertien kinderen. Vijf daarvan, Everard, Willem, Adriaan, Amelia en Sophia, bereiken een volwassen leeftijd. De andere negen kinderen overlijden op jonge leeftijd. Cornelis Booth overleed op 15 juli 1678.
Cornelis Booth bezocht de Hiëronymusschool te Utrecht die hij geheel heeft doorlopen. Daarna studeerde hij in Leiden geschiedenis en medicijnen om vervolgens zich als student medicijnen aan de universiteit van het Franse Caen in te laten schrijven (1628) waar hij later promoveerde. Hier verwierf hij de graad van baccalaureatus en licentiatus. Voordat Booth burgemeester van Utrecht werd, was hij arts in Utrecht, daarna schepen (vergelijkbaar met wethouder) in 1632. In 1634 werd Cornelis Booth lid van de vroedschap. Nog weer later bracht hij het tot raadsheer in het Hof van Utrecht en lid van de Staten van Utrecht. In 1640 werd Booth benoemd tot bibliothecaris van de Utrechtse Academie en was daar werkzaam in de universiteitsbibliotheek tot aan zijn dood. Van 1656 tot 1658 was hij burgemeester van Utrecht.
Na de titel van doctor medicus verkregen te hebben in 1628 ging hij wonen aan de Oudegracht bij de Weesbrug waar hij werkzaam werd als praktiserend arts. In 1658 werd op zijn initiatief de Boothstraat aangelegd als verbinding tussen het Janskerkhof en de Voorstraat. Hij ging wonen in het voormalige claustrale huis Boothstraat 6, dat hij Boothwijck noemde. Booth overleed op 72-jarige leeftijd op 13 juli 1678.
Er is een hs. catalogus bewaard gebleven die Booth in 1627, tijdens zijn studententijd in Leiden, zelf heeft vervaardigd. De catalogus telt 465 titels, waarvan 211 op medisch gebied. In 1679 werden boeken van hem geveild in Utrecht door Meinardus van Dreunen. Booths handschriften zijn toen niet meegeveild, maar bleven nog lange tijd in familiebezit.
Booths belangstelling was zo groot, dat de beste archivalia in zijn privéverzameling terechtkwamen. Een deel hiervan is in 1836 voor 4000 gulden door het rijk teruggekocht. Hier zat de rekening van Bernd van Dorenwerde dus bij.
Een deel van de collectie werd door de Universiteitsbibliotheek aangekocht op een veiling van de nalatenschap van jhr. M.P. Smissaert van 3-7 mei 1909 bij Frederik Muller & Co. te Amsterdam. De kleindochter van Suermondt, E.W.M. D’Aulnis de Bourouill-Twiss schonk in 1906 een volledige genealogie in 15 foliodelen van de familie Booth, opgesteld door Cornelis Booth (Hs 1829). Deze had ze bij het hetzelfde veilinghuis in 1906 gekocht.
.
waarheen
Wat er met de document gebeurde voordat Cornelis het verwierf? Waar hoorde het eigenlijk thuis? De bisschoppelijke archieven werden later eigendom van de Staten van Utrecht. Heeft Cornelis het hieruit gestolen? Misschien heeft iemand of iets toestemming gegeven of is het verkocht voor het goede doel maar ongebruikelijk lijk dit wel.
Misschien bevond het zich in een ander archief. Het gebied waarover het baljuwschap zich strekt was namelijk niet Utrecht maar een deel van het persoonlijk bezit voor het leven van de man, als broer van de graaf. In 1929 zou H.J. Smit de tekst uitgeven in De rekeningen der graven en gravinnen uit het Henegouwsche Huis. Maar het grafelijke archief hoeft het ook niet thuis te horen. Het was voor Guy een persoonlijke leen voor het leven en waar de administratie naartoe gaat als iemand overlijdt is niet duidelijk. Wel heeft het object die eerste eeuwen klaarblijkelik goed overleefd. Wellicht als curiosum in de familie of bij wie dan ook.
Voor visueel een beeld te vormen van dit bijzonder object hebben wij een verslag van een bezoek aan het handschrift hebben wij uit de Bussumse Krant, nr. 32, 7 september 2006, pagina 9. Martin Heyne las het door en Hans Jonker legde het één en ander op de gevoelige plaat. Deze foto’s hebben wij voor het stukje benut.
Zij doen verslag van de oudste vermelding van Bussen, zoals het geschreven is in 1306 “des dinsdag vor onser vrouwen dach nativitas”, door hen omgerekend tot 8 september. De volgende dag was het zeven eeuwen geleden, een heugelijk feit zonder meer.
Indien al dat oud Nederlands niets voor u is, kunt u meteen naar beneden scrollen om naar de analyse & statestieken te gaan. Voor allen die helemaal mee op reis willen naar 700 jaar geleden, introduceren we hier kort enkele hoofdrolspelers
.
de bisschop
Gwijde van Utrecht, ook Guy of Gwy van Avesnes geboren uit het belangrijkst geslacht in het graafschap Henegouwen rond 1253 en was bisschop van Utrecht van 1301 tot zijn overlijden 28 mei 1317. Hij was de broer van graaf Jan I van Henegouwen, die tevens (als Jan II) graaf van Holland was. Deze wist Gwijde in 1301 tot bisschop van Utrecht benoemd te krijgen ten koste van Adolf II van Waldeck. Gwijde werd door de aartsbisschop van Keulen in 1302 gewijd. Hij bracht een verzoening in de stad Utrecht tot stand tussen de facties van Lichtenbergers en de Fresingen. In 1304 verzwakte de positie van zijn broer Jan door een offensief van Vlaamse troepen die Holland en het Sticht bezetten. Gwijde werd bij de Slag bij Zierikzee, 20 maart 1304 gevangengenomen.
In zijn afwezigheid grepen de Fresingen de macht in Utrecht met de steun van de gilden, die hun voorrechten lieten vastleggen in de Gildebrief van 9 mei 1304. Op 14 september 1305 moest het gilderegime capituleren voor de vrijgelaten bisschop Gwijde, maar de stad behield een hoge mate van autonomie. Het duurde echter nog tot 1309 voordat de bisschop volledig als wereldlijk vorst door alle vorsten werd erkend. In 1311 nam hij deel aan het eerste Concilie van Vienne. Hij veelvuldig in het buitenland te vinden.
Gwijde van Avesnes lijkt goed te geschipperd te hebben tussen de verschillende partijen in het Sticht en in de stad en bracht zo een evenwicht tot stand. Van zijn broer kreeg hij als persoonlijk bezit de goederen van de heren van Amstel in Amstelland, het gepachte Gooiland en van Woerden met de stad Woerden, en verleende als zodanig zelfs in 1306 bepaalde stadsrechten aan Amsterdam. Later, in 1315 liet hij zijn tweede burggraaf Ghisebrecht Utengoye onthoofden, nadat die rooftochten door het Sticht had georganiseerd. Als vervolg in 1317 nam Gwijde van Avesnes met de zwaarste wapens uit die tijd het machtige Kasteel Ten Goye in. In de nacht daarop overleed hij. Na zijn dood vervielen de lenen terug aan de graaf van Holland.
In de Domkerk in Utrecht is zijn graftombe in geschonden toestand bewaard gebleven. Gwijde van Avesnes had twee dochters: Maria van Avesnes, gehuwd met Arnoud van Amstel van Ijsselstein & Aleid van Avesnes, gehuwd met Otto III van Arkel-Asperen heer van Asperen en Hagestein.
Voor zover er betalingen hier aan de hand zijn, Gwijde betaalde niet met eigen munt. Vanaf bisschop Bernold (1027-1054) werden penningen op naam en met het portret van de bisschop gemunt, hetgeen bisschoppelijke muntrecht aantoont. maar niet altijd kon dat recht geëffectueerd worden.
Tijdens elect bisschop Jan van Nassau die van 1268 tot1290 zat, werd de bisschoppelijke munt in Utrecht gesloten. Hij opende een atelier in Zwolle, doch moest toestaan dat zijn ambtmannen in Vollenhove en Salland, de heren van Kuinre en Voorst, op eigen naam de bisschoppelijke muntslag gingen aanvullen met sterlingen en dergelijke. Spoedig demonstreerde ook de muntslag van de drosten van Drenthe (burggraven van Coevorden) en de prefecten van Groningen (heren van Selwerd) de verminderde wereldlijke macht van de bisschoppen wier muntslag geheel tot stilstand was gekomen.
Voor Zwolle is eind 13e eeuw aangemunt door Zweder II van Voorst als drost van Salland. De naam van de stad komt hierop voor als SVLLEN.
Pas Frederik van Blankenheim wist rond 1395 aan deze ongewenste inbreuk op het bisschoppelijke muntrecht door de leenmannen een eind te maken. Inmiddels had waarschijnlijk reeds Jan van Diest (1322-1341) de aanmuntingen hervat te Vollenhove. Jan van Arkel (1342-1364) heropende de munt van het Nedersticht.
.
de baljuw
Over zijn baljuw Bernd van Dorenwerde, de tweede uit zijn geslacht met die naam zijn wij goed ingelicht door Henk Jansen in zijn De Zuidzoom in de Middeleeuwen II:
Bernd komt voor het eerst in de archieven voor in 1305. Op 07-11-1305 treedt hij aan als baljuw van de Utrechtse bisschop Guy van Avesnes (Gwijde van Henegouwen) in het gebied van het Gooi en het Land van Amstel. Het Gooi met Naarden, Hilversum en Bussum heet omstreeks 1305 Nardinghelant. Het Land van Amstel omvat o.a. Ouderkerk/Amstelveen, Amsterdam, Diemen, Weesp en wellicht Muiden.
Onbekend is waarom Bernd voor deze baan is geselecteerd. Anno 1305 zal het gegeven dat Dorenweerd ooit Hamalands was en Nardinghelant ook geen overweging zijn geweest bij de benoeming van Bernd tot baljuw.
Wel zullen Bernd I en Hendrik I al relaties hebben gehad met het kapittel van St. Pieter in Utrecht. Dit kapittel is eigenaar van het hof en het goed Seelbeek, dat aan Dorenweerd grenst en heeft ook goederen in Breukelen, Loosdrecht, Maarssen en Abcoude, liggend in of grenzend aan het ambtsgebied van de nieuwe baljuw. Ook Eemnes ligt in Bernd’s ambtsgebied en de van Dorenweerds zijn in de eerste helft van de 14e eeuw verwant geweest aan de familie van Kattenbroek, die rechten heeft in Eemnes, zoals nog zal blijken.
Bernd II is in zijn ambtsgebied verantwoordelijk voor het economisch en juridisch beheer van het Gooi en het Land van Amstel, alsook voor de ordehandhaving; hij heeft twee medewerkers die voor of namens hem optreden, onder wie zijn broer Hendrik, en hij maakt soms gebruik van oproepkrachten.
Het gebied maakt een onrustige periode door, gesproken wordt van een machtsvacuüm na de dood van Floris V. Ook de inname van de stad Utrecht door bisschop Gwijde heeft plaats in deze tijd. Baljuw Bernd lijkt zijn vele en veelsoortige taken voortvarend te hebben uitgevoerd; hij schuwt het directe contact met de inwoners van zijn ambtsgebied niet.
Organisatorisch inzicht heeft hij zeker, getuige b.v. de vroege benoeming van schouten, de planning van zijn ambtsreizen in het gebied en de recrutering van “human resources”. In administratief opzicht is hij nauwgezet. Zijn standplaats in dit gebied is het kasteel Vreeland, hoogstwaarschijnlijk voor de duur van zijn ambtsperiode. Bernd heeft de functie vervuld tot 10-09-1307, d.w.z. dat zijn declaraties tot aan laatstgenoemde datum bewaard zijn gebleven. Verkerk meent terecht, dat Bernd de functie heeft vervuld in het begin van zijn loopbaan.
In 1307 of kort daarna, maar in elk geval voor mei 1310, trouwt Bernd met Agnes van Meerlo. Aardig te weten in dit verband is dat hij op 19-07-1307 als baljuw voor zijn paarden haver gaat kopen in het gerecht van Meerlo, dat toch wel vrij ver van zijn ambtsgebied is verwijderd. Op 05-05-1310 komt een einde aan een vete tussen Agnes, bijgestaan door Baernt van de Dorenweerde, hoer wyttelike man ende hoer monbare, en Sweder van Montfoort. Het geschil gaat om tvien hove lands …in Aftersloet, inclusief Wulvingskamp. Gezegd wordt dat Agnes een recht leenvolgher is en dat zij het goed kan houden in dienstmans stat, zoals haar ouders dat ook hebben gehad..
..In juli 1333 is Bernd aanwezig wanneer Evert van Wilp zijn goederen in Bronkhorst overdraagt aan Reinoud van Gelre en ze weer in leen terugontvangt.” Hij zal hierna overlijden en wordt het jaar hierop opgevolgd door een Hendrick II.
Ook de andere in het stuk genoemde spelers verdienen enig aandacht van historici. Hun persoon maar zeker hun onderlinge relaties kunnen iets meer inzicht geven in de enigszins duistere toestanden van die tijd. Naast digitalisering van het object verdient het document eigenlijk een eigen monografie. Wie weet? Laat dit stukje hiertoe een aanzet zijn.
.
het geld
Heel lang, dat wil zeggen nadat de geldeconomie later in de vroege middeleeuwen zich hersteld had, was de penning de standaardmunt, universeel en exclusief op enkele zeldzame halve penningen, zogenoemde obolen na. Of ze wat zwaarder wogen in de handelssteden of wat lichter op enig afstand hiervan, nominaal althans gingen zij allen voor penning door. Nog lang voordat zij daadwerkelijk aangemunt werden, was er een tel systeem voor geld, die vanaf Romeinse tijden al gangbaar was. Dat wil zeggen een systeem voor hoeveelheden edelmetaal. 12 penningen maakte een schelling en 20 schellingen een pond. Het systeem heeft het in Brittannië tot 1969 volgehouden, al waren de pennies allang van koper.
In 1266 werden in Frankrijk grotere munten geslagen om hoge bedragen met minder muntstukken te kunnen betalen. Deze munten kregen een waarde van 12 zwarte Tournooisen. Daardoor kreeg de muntwaarde van een Franse schelling een eigen muntstuk, ‘grote Tournooise’ of simpelweg ‘grote’ genoemd. De penning bleef echter de basisrekeneenheid. In Italië werd in deze eeuw goudgeld in omloop gebracht: florijnen (uit Florence) en dukaten (uit Venetië). Pas in 1337 ontstond naast de Franse ook een Vlaamse grote.
Tournooisen waren zwart omdat er onedel metaal aan was toegevoegd. Minder zilver maakte ze ook minder waard, zoals we zullen zien. Bernd laat het aantekenen. 149 pond goed zilver was 185 pond 6 schelling en 8 penningen an suarten ghelde. Dat is 1 staat tot 0,84.
.
ontij
De koning van Frankrijk kwam altijd geld tekort en vanaf 1390 begint inflatie hard toe te slaan. In 1305 kon dat nog als iets dat over zou gaan beschouwd worden.
Men wist het nog niet maar men was aan het eind van een relatief stabiele tijd gekomen. In 1304 en 1305 mislukten de oogsten. In het volgend decennium zou de honger zo hard toeslaan dat er geschat wordt dat 10 tot 15% van de bevolking der Lage Landen zou omkomen. En het ergste moest nog komen eind jaren ’40.
Maar vooralsnog staan onze lieden, een ietwat opgefokt door oorlog en inflatie nog met twee benen in die lange middeleeuwen met, zo geen voordelen toch zijn aloude gewoontes. Zouden hun kleinkinderen zich al kunnen voorstellen, hoe gewoon alles nog was..
.
de tekst
.
De tekst is copy/paste overgenomen uit de uitgave door Mr. J. A. Grothe in “Kronijk van het Historisch Genootschap te Utrecht, Vijftiende Jaargang 1859. Grothe lijkt een redelijke diplomatische weergave van de tekst te hebben nagestreefd, dus zo letterlijk mogelijk.
Smit heeft de rekening ook uitgegeven in “de rekeningen van de graven en gravinnen van het Henegouwsche huis”, deel II 1929. Het lijkt dat hij de tekst nogal heeft genormaliseerd, dus aangepast aan schrijfconventies van zijn tijd. Dit bevorderd de leesbaarheid ten koste van een precieze weergave. Meestal kan dit geen kwaad. Als het juist gebeurt, zullen de normalisaties tenminste consequent, logisch en nauwkeurig moeten worden toegepast.
Een aanpalend kwestie is de letterwaarde toegekend aan de middeleeuwse v en ɪ. Soms klinker, soms medeklinker. Smits normalisatie van Romeinse nummers verwijderd de meeste j’s. Smit schrijft echter steeds “baelju” met een “j” waar Grothe aan “baeliu” vasthoud. Waar de tekst meer doorspekt van is, zijn de talloze “vut” & “vuten” van Grothe, waar Smit steeds “uut” & “uten” schrijft. De voorkeur van Smit om voor de v van Grothe een u te lezen, kent één saillante uitzondering van groot belang, waar wij hieronder nog terug op zullen komen.
De hier gebruikte tekst gaat uit van de spelling van Grothe en is in zoverre genormaliseerd dat de items genummerd zijn, mededeling van het bedrag op een aparte lijn zijn gezet, hoeveelheden vet gemaakt en plaatsaanduidingen vet en schuin. Dit om de gegevens gemakkelijker te kunnen onderzoeken. Bij namen is dit niet gebeurd echter wel zijn interessante gedeelten, waaronder sommige namen onderstreept.
De jaartallen aan het begin van de fiscale jaar in moderne cijfers, is van Grothe voor wat 1306 en 1307 betreft. 1305 is hier extra ingevoegd voor de leesbaarheid. Smit volstaat met een droge I, 2 en 3. We mogen aldus veronderstellen dat dit allemaal niet origineel op de rekening is aangebracht.
Afwijkingen in de tekst van Smit & zijn voetnoten zijn tussen haakjes opgenomen. Smit schrijft steeds heiligendagen aaneen, de achternaam en suffix “soen” aaneen, dagen van de week met een kapitaal, gebruikt moderne nummers in plaats van Romeinse, een “;” om de tekst in te delen, gebruikt vóór het bedrag “:”, verbindt dubbele plaatsnamen met “-”.
Tenslotte waar bij sommige plaatsnamen de voorzetsel te zoals in veel oude teksten aan de plaatsnamen wordt geschreven, zoals hier in over 1306 driemaal tUtrecht en eenmaal tOuder Amestel, neemt Grothe dit over terwijl Smit steeds t’ gebruikt. Ook schrijft Smit ’t land voor Grothes tlant
Dit wordt niet steeds onnodig herhaald. Ook extra gewone komma’s bij Smit worden, wanneer zij voor de informatie geen betekenis hebben, niet allen opgesomd.
Beiden geven tussenvoegingen, afkortingen of (mogelijk latere) onderstrepingen gebruikt op het perkament verder niet weer.
.
KRONIJK VAN HISTORISCH GENOOTSCHAP
GEVESTIGD TE UTRECHT.
Vijftiende Jaargang 1859 .
DERDE SERIE. VIJFDE DEEL
Baljuw Rekening , 1305-1307 Bernd van den Dorenwerde
.
.
Baljuw Rekening , 1305-1307.
.
De Heer Mr. J. A. Grothe deelt de onderstaande origineele , op een verscheiden ellen langen perkamenten rol , geschreven rekening mede van Barend van Dorenweerde , gedaan aan den Bisschop van Utrecht, betreffende zijn baljuwschap van Amstelland , over de jaren 1305 , 1306 en 1307.
.
(in dorso
Dit is uutgheven binnen der baeljuscap Bernds van Dorenwerde
daaronder in jongere hand
Bernardus de Dorenwerde fuit balivus Amstellae nomine Guidonis episcopi anno 1305, 1306, 1307.)
.
[A° 1305]
.
Dit is die cost ende dat vutgheven , dat Bernd van den Dorenwerde vut ghegheven hevet in der baeliuscap van Amestel , sint dat hem myn here die biscop die baeliuscap beval .
Dat was in den jaren ons Heren dusent drie hondert ende vive , up sinte Willeborts dach , an goeden ghelde.
(“beval, dat”, betreft 7 november)
.
001
In den eersten des dingsdaghes na sinte Martynsdach reet Bernd te Narden , te besiene hoet in den lande stoede ende daer enen scoute te settene ,
verterde hi in tueen daghen mit hem achtenden xlv s.
(Martijnsdach, betreft hier dus 15 november)
.
002
Item ter selver tijt tueen knechten , die liepen te Muderberghe ende te Helfersem om die scepen ende omme die goede lude alse met hem te proeven wien hi daer best scoute sette
xii d.
(terselver, Hilfersem)
.
003
Item des donresdaghes na sinte Martens daghe was Bernd te Muden , daer enen scoute te setten ,
verterde xv s . ix d.
(Martinsdaghe)
.
004
Item des manendaghes ende des dinsdaghes vor sinte Katerinen daghe was Bernd te Wesepe daer enen scoute te setten , ende sette daer enen , ende sette te Diemen enen scoute
ende verterde xlvij s . vi d .
ende enen bode die haelde die scepen te Diemen vi d .
.
.
005
Item op den selven dinsdach was Ghisebrecht ter Nier Amestel te dingen met alsteen ,
verterde hi iij s .
(up denselven, Alsteen)
.
006
Item op sinte Katerinen dach doe Alebrecht van der Ha , vacht teghen Janne van Zenicvelt te Muden ende dien ghewont hadde ende hem des baelius knapen vengen mitten scoute ,
verterden si iij £ v s.
.
.
007
Item des satersdaghes , des soenendaghes ende des manendaghes na sinte Andries daghe was Bernd tot Amestelredamme ende sette daer enen scoute ende versach t land ,
verterde hi lviij s.
.
.
008
Item ten selven tijt enen bode die liep om alsteen ende die wisheit van den lande mede te spreken ,
ix d.
(ter selver, Alsteen)
.
009
Item des andren donresdaghes na sinte Andries daghe was Bernd te Muden mit hem xv, alse te dinghen jeghen die van Muden , went si Alebrecht van der Ha houden wilden binnen hore vriede ende den here niet laten volghen ,
verterde hi xxx s. vi d.
.
.
010
Item des manendaghes na sinte Niclaus daghe was Bernd ter Bindelmere , daer Dideric die Zale dingende weder Hernart om enen anevanc van tueen coen , ende lach des nachts te Wesepe mit hem achtenden
ende verterde xv s . vi . d .
.
.
011
Item des dinsdaghes na sinte Lucien dach was Bernd jeghen Willem van Spaengen ter Gheyne brugge ende versoenden den dootslach van Dideric Hillen soen , doe bleef hi des nachts te Wesepe
ende verterde mit hem ix xvij s . vi d .
(Hillensoen)
.
012
Item des donresdaghes na sinte Lucien dach was Bernd te Narden , ende versoende die wonde Willekin Alarts broeder van Hilfercem ende dede panden Ricout den Suarten van ghelde , dat sine maghe hadden vervochten ,
verterde hi mit hem achten xv s . iij d .
(suarten)
.
013
Item des manendaghes ende des dinsdaghes vor sinte Thomaes daghe , doe Ghisebrecht vten Wilghen deelde Jan Coppen soens goet jeghen sijns sueers erfname ,
verterde hi xxviij s .
.
.
014
Item tueen knechten , die dat goet te Vredeland brochten , ij s .
.
.
Summa xvij £ v s . iij d .
.
.
015
Item des donresdaghes in die Kerstsweke sende Bernd den Gruter sinen knapen Wesepe in te panden an Ghisebrecht veren Ymmen soen afterstal van Gherard van Aspendelf ,
verterde ij s . vi d.
.
.
016
Item des manendaghes na jaersdach sende Bernd den Gruter te Diemen in te panden an Diedewen Everarts wijf was afterstal van Gherart van Aspendelf
ende verterde iij s .
.
.
017
Item des dinsdaghes vor sinte Ponciaens dach doe was Bernd te Narden teghen die lude die twijf sloeghen ende daer borghen of ontfenc tots heren behoef ,
verterde hi xvi s .
(twijf, Smit geeft hier “’t vijf(!)”)
.
018
Item des dinsdaghes ende des woensdaghes na sinte Pontiaens dach was Bernd tot Amestelredamme tland te versiene ,
verterde hi met sinen knapen xiij s .
.
.
019
Item des andren daghes na sinte Pouwelsdaghe was Bernd te Wesepe ende maecte daer ene zoene van Claus Zidewint ,
verterde hi xij s .
.
.
020
Item des manendaghes vor onser Vrouwen lichtmisse was Bernd ter Bindelmere ende hadde tlant te samen gheboden doe Bernart ende Dideric die Zale om twee coyen dingden , went si hem vermaten mit crachte van den rechte te gane , welc hore so beviele in den rechte ,
verterde hi mitten luden te Wesepe iiij £ xviij s . vi d .
(Lichtmisse)
.
021
Item des woensdaghes na onser Vrouwen lichtmisse doe Vochten Claus mans kinder te Wesepe ende wonden Peter den Gribber ende Colijn Arnoudts Langen soen , die Ghisebrecht vten Wilghen venc mitten scoute ende mitten knapen die hi mit hem hadde , want si se wachten ende brochten te Vredeland ,
verterden si xlviij s . ix d .
(Lichtmisse)
.
022
Item des vridaghes na onser Vrouwen lichtmisse was Bernd te Loenen ende nam in die hant Tols vechten , ende ontfenc daer of borghen ,
verterde hi xx s .
(Lichtmisse)
.
023
Item des dinsdaghes na sinte Agheten dach was Bernd te Narden om die lude die si ghevanghen hadden alse om mortbrand ,
verterde hi iij s .
.
.
Summa xiij £ xiij s . ix d.
.
.
024
Item des donresdaghes vor sinte Valentijns dach was Bernd mit hem xx te Wolfsberghe jeghen die van Narderland , alse die zoene te seggen van den doden wive , des hi niet en dede ,
ende verterde xv s .
.
.
025
Item ter selver tijt sende Bernd enen bode te Wesepe , te Muden ende te Diemen , om die scouten elc mit tueen wisen luden tot hem te comen daer hi die zoene van den doden wive soude gheseghet hebben ,
xviij d .
(terselver)
.
026
Item ter selver tijt enen bode om die selve orbaer tot Amestelredamme ende ter Nier Amstel ,
xviij d .
(terselver, ..mstel (was))
.
027
Item des saterdages voor sinte Valentijns dach was Bernd te Muden om enen vrede te maken tusschen Jan den Wilden ende Oerscheer ,
verterde hi viij s .
(Oescheer)
.
028
Item op sinte Peters avont ende op sinte Peters dach cathedram waren Henric van den Dorenwerde ende Ghisebrecht vten Wilghen tAmestelredamme , bannen in te panden ,
verterden si xi s.
(banne)
.
029
Item des andren ende derden daghes na sinte Mathies daghe waren Henric ende Ghisebeecht ter Ouder ende ter Nier Amstel omme boeten in te panden ,
verterden ix s .
.
.
030
Item des donresdaghes na sinte Mathies daghe doe Ghisebrecht vten Wilghen was ter Ouder Amestel ende verhurde Jan Coppen soens land dat den heren an comen was ,
van coste ende van littope , vi s . iij d .
(litcope)
.
031
Item des manendaghes ende des dinsdaghes vor Midvasten sat Bernd te rechte te Wesepe , van Claus mans kinderen vechten ende dat versoende ,
daer hadde hi mit hem xl manne ,
daer mede verterde iiij £.
(daermede)
.
032
Item des woensdages vor Midvasten was Bernd te Muden alse te seggen die zoene tuschen Janne van Zenicvelt ende Tideman van der Ha ende niet en seghede , went Arnout Scale die mare brochte dat Bernt ontset ware van den here van Arkle ,
verterde hi xxxvi s .
.
.
033
Item des manendaghes na Midvasten was Bernd te Loenen ende seyde die zoene van Tols vechten ,
daer verterde hi xi s . ix d.
.
.
034
Item des woensdaghes ende des donredaghes vor Palmen was Bernd te Muden met enen cogge vol luden ende seide die zoene tusschen Janne van Zenicvelt ende Tideman van der Ha ende Janne den Wilden ende Oeschere ,
verterde hi lvi sc .
(Palme)
.
035
Item Jans Clercs cleder , iiij £ x s .
.
.
Summa xvi £ vi s.
.
.
A° 1306 .
.
Dit is Bernts vutgheven ende die cost dien hi ghedaen hevet in derselver baeliuscap in den jaren ons Heren dusent drie hondert ende sesse .
.
.
036
In den eersten des donredaghes in die Pasche weke was Bernt te Muden ende dingede jeghen Jan Diere ende Heyle Lappe ende hore kinder ,
verterde hi mit sinen knapen xi s .
.
.
037
Item des andren manendaghes na Paschen was Bernd te Wesepe , te dinghen jeghen Arnout Scale , om tsheren ghelt dat hi op gheboert hadde van Peter Veren Aelmoede soen , van Gherart Roden weghen ,
verterde hi mit hem ix £ xvi s .
.
.
038
Item des andren donresdaghes na Paschen was Bernt te Muden op den dyc ende dingede jeghen Jacob Scrivers erfname ,
verterde hi mit hem achtende xxij s .
(dijk)
.
039
Item des vridages ende des saterdaghes daer na was Bernd tot Amestelredamme alse tland te versiene hoet stoede ,
verterde hi xviij sc . ix d .
.
.
040
Item des soenendaghes daer na doe hi die leemte zoende van den wive die Lambrecht Spiker scoet mit Willem van Cleve in die meente ,
verterde hi xviij s . ix d .
(daerna)
.
041
Item des manendaghes ende des dinsdages vor sinte Marcus dach was Bernd tot Amestelrevene te dinge
ende verterde xxv s.
.
.
042
Item des donredages vor sinte Marcus daghe doe die here van Arkle Giesebrecht vten Wilghen sende an die scepen van Wesepe , van Muden ende van Goyland hem daertoe te wisen hoe hi die zoene best mit redene seggen mochte van den doden wive ,
verterde hi viij s . ix d.
.
.
043
Item des soenendaghes na Meye daghe doe men teerste derdendeel betaelde van der zoene van Dideric Hillen soens doot ,
verterde Bernd te Wesepe xiij s . ix d .
(’t eerste)
.
044
Item des donredaghes daer na doe was Bernd op die Loesdrecht ende soude verwinnen Bergher ende Nannekin van vechten ,
verterde hi xiiij s . vi d .
.
.
045
Item des satersdaghes voir sinte Pancraes dach was Bernd te Hilfercem jeghen die scepen ende jeghen die beclaghet waren van den doden wive te spreken , dat si der zoene souden volghen die de here van Arkle seggen soude bi den goeden luden ,
verterde hi xi s . iij . d .
.
.
046
Item des donresdaghes na Pinxtren was Bernd te Wesepe te uten die zoene tusschen Clavemers soen ende Peter Loenen ,
verterde hi xv s . iij d .
.
.
047
Item des anderen manendaghes ende des dinsdaghes na Pinxtren was Bernd tot Amstelredamme ende sette daer scepen ende besach die slusen ,
verterde hi xxviij s.
.
.
048
Item des andren donresdages na Pinxtren was Bernd te Loenen ende seyde die zoene tusschen Nannekin ende Bergher ,
verterde hi xiiij s .
(tuisschen)
.
.
1e Summa x £ xvi s.
.
.
049
Item des manendaghes na sinte Bonifaes dach was Bernd te Wesepe te dinge ende tlant te versiene ,
verterde hi ix s . ix . d .
.
.
050
Item des dinsdaghes daer na was Bernd te Muden ende ontfinc borghe van der zoene tuschen Alebrecht van der Ha ende Polsevorns kinder ,
verterde hi xix s . iij d .
.
.
051
Item des vridages na sinte Bonifaes dach was Bernd te Nichtevecht ende seide die zoene tusschen Hanoghen kinder ende Polsevorns kinder ,
verterde hi viij s . iij d .
.
.
052
Item des manendages na sinte Odulfs daghe was Bernd te Wesepe ende seide die zoene tusschen Hoghe Teden ende Jacob den Goyer ,
verterde hi xv s . vi d.
.
.
053
Item des dinsdaghes daer na was Bernd te dinge tot Amestelrevene ende tland te besiene ,
ende verterde xiij s . iij d .
.
.
054
Item enen bode die liep tot Amestelredamme , te Diemen ende te Wesepe , om die scouten dat si quamen mitter meester haest Bernd te spreken ter Ouder Amestel ,
xviij d .
.
.
055
Item des woensdaghes na sinte Odulfs dach doe Bernd den lude verbeyde vten lande van Amestel , die hi ontboden hadde alse mit hem te varen om die lude te vaen die die coyen namen mit Jacob Nellen soen ,
verterde hi iij £ vij s . iij d .
.
.
056
Item ter selver tyt doe Bernd die coyen weder haelde vuytten lande van Amestel die Jacob Nellen soen ende sine ghesellen ghenomen hadden ende die lude venc , doe gaf hi dien van Amestelrevene ende van Oude Amestel
i vat biers , dat coste xv s.
(terselver, voor vuytten leest Smit mitten)
.
057
Item ter selver tyt dien van Amestelredamme
i vat biers , xv s .
.
.
058
Item dien van Diemen
i vat biers , x s .
.
.
059
Item dien van Wesepe
i vat biers , x s .
.
.
060
Item op der selver reyse verterden si achte des heren knapen van Arkle mit horen perden ,
x s . ix d .
(derselver)
.
061
Item Jans Clercs linnen cleder , hosen , coucen ende scoen xl s.
.
.
062
Item verterde Bernd in tuelef reysen die hi dede om tghelt dat mijn heer den biscop after staet alse van der zoene van Heyne Wiben soens doet ,
ix £ xij s . ix d.
(’t ghelt, afterstaet)
.
063
Item des soenendaghes na sinte Jans daghe te middezomer was Bernd op die Losdrecht om een wedersproken ordeel dat daer beroepen was ,
ende verterde daer xiij s . vi d .
.
.
064
Item in sinte Pieters ende sinte Pauels daghe was Bernd te Muderberghe , alse om enen tuuch te horen van ere huus soekinge ,
verterde hi xiij s . ix d .
(huussoekinge)
.
065
Item des anderen daghes daerna was Bernd te Emmenesse , ende wachte Florans den onledeghen , die daer sine scoute sende ,
ende verterde des nachts te Hilfercem xi s .
(Onledeghen)
.
066
Item des soenendaghes na sinte Peters ende sinte Pouwels daghe was Bernd op der Zidewinde alse die zoene vort doen te gane van Dideric Hillen soens dode ende daer tontfane dat ander derdendeel van den ghelde ende bleef des nachts te Wesepe ,
verterde xi s . ix d .
(t’ ontfane)
.
067
Item op sinte Martijns dach translatio was Bernd te Muden om die ghisele te spreken die beseghet waren van der meente , dat si te Vredelant in comen of men soudse bornen ,
verterde ix s . vi d.
(Translatio)
.
068
Item des soenedaghes ende des manendaghes na sinte Martijns dach translatio was Bernd tot Amestelredamme tot myn here dien biscop daer
verterden sine knapen mitten perden xviij s.
(Translatio)
.
069
Item ter selver tyt worden vier waterlander ghevangen die vochten up Eppensloet , daer Bernd des nachts omme reet ende dedse hoeden ende des andren daghes bringhen te Vredeland
verterden die boden die se brochten ende wachten , xxxi s. vi d .
(terselver tijt, Yppensloet)
.
.
ij Summa xxvi £ xvij s . iij d.
.
.
070
Item des dinsdaghes na sinte Jacobs dach was Bernd tot Amestelrevene te dinge ende t land te versiene ,
verterde ix s .
.
.
071
Item des dinsdaghes na sinte Peters dach vincula sende Bernd Ghisebrecht vten Wilghen mit sine knapen te Narden , doe die van Narden vochten onder hem selven , alse dat te vreden ,
ende verterde daer in tueen daghen xxvij s .
(hemselven)
.
072
Item des donresdaghes na sente Lauwerens dach sende Bernd Ghisebrecht vten Wilghen mit sinen knapen daer Claus vte Holland comen soude te rechte ende sine borghen quite doen scelden ende hem vermeten hadde mit ghewounde te gane van den rechte ,
verterden si xxxi s . ix d .
(ghewoude)
.
073
Item des sonnedaghes vor onsen Vrouwen dach te midden oeghst was Bernd ter Zidewinde daer men mitter soene volvoer ende orvede dede van Dideric Hillen soens doot ,
ende verterde mittenknapen die hi daer ghebeden hadde xxi s . vi d .
(middenoeghst)
.
074
Item des manendaghes vor sinte Bartholomeus dach , was Bernd te Wesepe te dinge ende t land te besiene ,
verterde hi xiiij s . ix d.
.
.
075
Item des donresdaghes na sinte Bartholomeus dach was Bernd te Muden te dinge teghen Jan Brunt , alse om enen onrechten anevanc van torve ,
verterde hi xxx s . ix d .
.
.
076
Item des satersdaghes na sinte Bartholomeus dach was Bernd te Muderberghe te dinge jeghen Hanneken Zwarts soen , om dat hi torf wech voerde over besettinge ,
ende verterde daer mit hem tienden xviij s . vi d .
(Zivartssoen) vergelijk № 104
.
077
Item des donresdaghes na sinte Jans dach decollatio sat Bernd te Hilfercem te rechte , alse van ere coerwonde daer die man of ontdraghen wart die mense ane teech ,
ende verterde xvi s . vi d.
(Decollatio, men se aneteech)
.
078
Item des vridages na sinte Jans dach decollatio sende Bernd Henric sinen broeder ende Ghisebrecht vten Wilghen tot Amestelredamme teghen smale Ghisen ende jeghen die ghene die handdadich waren an Diderics dootslach van Cleve , of si an den here daer of bleven wilden ,
verterden si ix s . vi d .
(Decollatio)
.
079
Item des dinsdages vor onser Vrouwen dach nativitas was Bernd te Bussen mit x knapen daer Henric Rikosende soen claghede mit sire coerwonde ,
verterde hi xv s.
(Nativitas, Rikesendesoen)
.
080
Item des manendages na onser Vrouwen dach nativitas was Bernd te Wesepe daer scele Lubbrecht claghede mit sire coerwonde ,
verterde hi mitten ghenen die hi daer toe ghebeden hadde xxxi s . ix d .
(Nativitas)
.
081
Item des donresdages ende des vridages vor sinte Lambrechts dach , doe mijn heren was tot Amestelredamme ,
verterden Bernds knapen in die herberghe xxi s . ix d.
.
.
082
Item op sinte Matheusdach was Bernd te Narden ende verlengede vort den vrede tuschen Arnoud van Campen ende Fayer,
verterde hi xi s . iij d .
.
.
083
Item des andren daghes na sinte Michiels dach was Bernd tot Amestelredamme , daer Claus vte Holland claghede mit sire leemte ende mit sinen coerwonden ,
verterde hi xix s . vi d .
.
.
Summa xiij £ xviij s . vi d .
.
.
084
Item des satersdaghes na sinte Michiels daghe was Bernd te Diemerdam jeghen smale Ghisen ende sine hulpers die mit hem verdreven waren
ende verterde xv s.
.
.
085
Item des manendaghes , des dinsdages ende des woensdages na sinte Reymeis dach doe die van Goyland gheweret hadden des heren boden mit wapender hand , maechghelt vut te panden , doe voer Bernd daer mit xviij mannen ende pande vut dat maechghelt
ende verterde mitten scoute ende mitten scepen v £ xvij s . iij d .
.
.
086
Item ter selver tijt bleef daer die Gruter , Peter Hoechvliet ende Lubbrecht die Vegher mitten scepen vort vut te panden datter after bleef,
ende verterden daer des donresdages , des vridages ende des satersdages xxi s . ix d .
(terselver, afterbleef)
.
087
Item des vridages na sinte Victoers daghe sende Bernd Ghisebrecht vten Wilghen t Amestelredamme , daer Claus vte Holland claghede sinen ander claghe mit sire leemte ende mit sinen coerwonden ,
ende verterden vii s . ix d.
(Victorsdaghe)
.
088
Item des satersdaghes na der Elfdusent Magheden dach was Bernd tot Vtermere ende seide ene zoene van scele Lubbrechts soens coerwonde ,
verterde hi x s . vi d .
(Utermere)
.
089
Item in sinte Symon Juden avonde ende sinte Symon Juden daghe was Bernd tot Amestelredamme ende ontfenc die borghe van Claus vte Hollant tots heren behoef an den here te bleven van sire leemten ende sinen coerwonden ,
ende verterden xxvij s.
(tot ’s heren)
.
090
Item enen scute daer men vut royet mit x riemen mit horen x riemen
iiij £ xvij s .
.
.
091
Item op sinte Willeborts nachte voer Bernd mit enen cogge vol luden te Keulen ende sochte Lude Thims die hi gherne ghevangen hadde ende en vantem niet ,
daer verterde hi xxx s.
(Smit leest Kevlen & geeft aldus Keveren1), lude thuus, vanter)
(voetnoot Smit: 1) Vgl. Keverdijksche polder bij Naarden.)
.
.
Summa xvi £ vi s . iij d .
.
.
092
Item van den soenendaghe vor sinte Marien Magdalene daghe tot sinte Martins daghe in den winter , dat is xvi weken v daghe ,
lach Bernd mit hem sesten tot Thomas Sluters
elken man daghes van xij d . ,
dat is die weke xlij s .
ende dese summe doet xxxv £ ij s .
Hier en binnen was Bernd also vele binder baeliuscap ,
dat van den coste ghecost wart x £,
so blivet dese summe xxv £ ij s.
(hem sesten, Smit leest hemselven, coste ghecost wart, Smit leest coste ghecort wart)
.
.
Summa xxv £ ij s .
.
.
093
Item des manendages na sinte Martins dach was Bernd up Eppensloet jeghen smale Ghisen ende ontfenc daer die borchtuchte alse an myn heren te bliven van Diderics dode van Cleve , ende voer vort op Amestelredam
ende verterde xxvij s . vi d.
.
.
094
Item ter selver tyt sende Bernd Peter Hoechvliet , den Gruter ende sinen clerc te Narden te spreken jeghen die van Narden , of si myn heren den biscop verborghen wilden sulke broeke alsi hadden misdaen jeghen den here van Arkel ende sinen knapen ,
verterden si xiiij s .
(terselver tijt)
.
095
Item des vridaghes na sinte Martins dach was Bernd te Muden jeghen die ghene die zoden ghesleghen hadden in mijns. heren uterdyc ,
verterde hi xv s.
(uterdijk)
.
096
Item des sonnendaghes vor sinte Katerinen dach was Bernd te Narden en leyde daer vredeloes Lambrecht ende Peter Herman Strucs ij soenen ,
ende verterde xix s . vi d .
(Lambrecht ende Peter, Herman Strucs)
.
097
Item des manendages na sinte Katerinen dach was Bernd op die Loesdrecht te dinge
ende verterde xviij s . vi d .
.
.
098
Item ter selver tyt sende Bernd Peter van Hoechvliet ende den Gruter in Goyland te panden tghelt van den anderen daghe van den doden wive , ende panden daer des dinsdaghes , des woensdaghes ende des donresdaghes , werde pande mit wapender hant Everart Struuc ,
daer verterden si mitten scoute ende scepen die mit hem ghingen panden xxviij s . ix . d .
(terselver tijt, ’t ghelt)
.
099
Item des manendages vor sinte Niclaes dach voer Bernd mit xx mannen in Goyland ende pande Everart Struuc of sijn maechghelt ende sine boeten die hi verboerde , omdat hi pande ghewert hadde mit wapender hant ,
ende verterden xxxvij s . vi d .
(Niclausdach)
.
100
Item des donresdaghes na sinte Niclaus dach was Bernd mit xl manne te Wesepe jeghen die van Diemen alse die te besculden van heren broken
verterde hi xlvij s .
(heren, Smit leest horen)
.
101
Item ter selver tyt enen bode die ghinc tot alsteen ende tot Dideric Haghen , dat si mit hem brochten die scepen te Wesepe over dat daghedinge dat Bernd hadde teghen die van Diemen
xviij d.
(terselver tijt, Alsteen)
.
102
Item enen bode te Muderberghe ende te Narden om die selve orbare an die scouten
xviij d .
(dieselve)
.
103
Item ter selver tyt sende Bernd Henric sinen broeder ende Ghisebrecht vten Wilghen tot Amestelredamme alse om Didekens Mercemans goet te eyghen vor dat ghelt dat hi den here sculdich was ,
verterden si xij s .
(terselver tijt, mercemans)
.
104
Item des woensdaghes na sinte Lucien dach was Bernd te Narden , ende seghede daer die zoene van Hanneken Zivarts soen , om dat hy torf wech voerde over beset ,
verterde hi xxv s.
(omdat) vergelijk № 76
.
105
Item des manendaghes vor sinte Thomas dach was Bernd te Hilvercem ende venc den coster van Lare , omdat hi vacht ,
verterde hi vij s .
(Thomaesdach)
.
.
Summa xij £ xiiij s. ix d.
.
.
106
Item des manendages na Jaers daghe ende des dinsdages waren Bernds knapen in Goyland alse vut te panden t leste ghelt van den doden wive ,
verterden si mitten scoute ende mitten scepen xxvij s . vi d .
.
.
107
Item des woensdages nae Jaers dach was Bernd in Bindelmerbroec ende venc daer lude vut Sueders gherechte van Apequoude ende ander luden vten lande van Amestel ende reet vort te Wesepe ,
ende verterde xxvi s .
.
.
108
Item in dertien avont was Bernd te Narden ende seide daer die zoene van Lammeken den hoecmaker van sire coerwonde ende
verterde xxi s . iij d .
(Dertienavont)
.
109
Item des satersdages na dertien dach sende Bernd Henric sinen broeder mit xl manne ant Gheyneende sochte Hoghe Teden ende sinen soene die vorvluchtich waren , ende namen doe sijn goet , omdat hi hout hadde ghehouwen in den broecke ,
verterden si xxxi sc .
(Dertiendach ,an ’t, hoghe)
.
110
Item des manendages na dertien dach was Bernd te Wesepe te dinge
ende verterde xvij s . vi d .
(Dertiendach)
.
111
Item des donresdages na dertien dach was Bernd te Loenen ende dede die scepen van der Loesdrecht ordeel vten die si lange hadden onder ghehad ,
verterde hi xiij s . vi d .
(Dertiendach, onderghehad)
.
112
Item des donresdaghes na sinte Agnieten dach was Bernd te Muden jeghen enen man van Kunre te dingen van enen scepe dat hem ontdreven was ,
verterde hi xv sc .
.
.
113
ltem des satersdages vor onser Vrouwen lichtmisse was Bernd te Wesepe om enen vrede te maken tuschen die van Diemen ende Arnout Scalen horen scoute ,
verterde hi xij s . iij d .
(Lichtmisse)
.
114
Item des eersten satersdages in die vasten was Ghisebrecht vten Wilghen te Wesepe alse te dingen jeghen Gherart Hasart omdat hi te late quam tere lantghifte , daer quamen die van Diemen mit wapender hand buten vrede , die Ghisebrecht vten Wilghen keren dede , dat se niet en vochten op Arnout Scalen noch op sinen hulpers ,
ende verterde mitten ghenen die hem daer toe hielpen xiij s .
(hielpen, Smit leest hulpen)
.
115
Item des manendages ende des dinsdages vor sinte Peters dach cathedram was Bernd tot Amestelredamme om banne in te pande ende ordele doen te vten die lange ghestaen hadden in steden ,
verterde hi xxviij s.
.
.
116
Item op sinte Mathies avond was Bernd ter Ouder Amstel ende seide daer ene zoene tuschen Jan Ruschen ende Jacob Ludolfs soen , omdat si op den Zeedyc vochten ,
verterden si xxiiij s . vi d.
(zeedijk)
.
117
Item op sinte Mathijs dach was Bernd te Wesepe ende waende daer ghevangen hebben Alebrecht Goyers soen , omdat hi vule botter ter market brochte tUtrecht ,
verterde hi xix s . vid .
.
.
118
Item des satersdages vor midvasten sende Bernd Henric sinen broeder mit xlv manne ende venc Alebrecht Goyerssoen , omdat hi ontvlo sire vulre botter tUtrecht ,
ende verterde xliij s .
des betaelde Alebrecht selve xxx s .
so bleefs xiij s ,
(Midvasten)
.
119
Item des manendaghes na midvasten sende Bernd Henric sinen broeder mit xl manne te Narden om die lude die daer ghevangen waren die dene den andren an ghesproken hadde van dootslaghe ende v knapen die se hoeden iij daghe te Narden ,
van coste lvi s . viiij d .
(Midvasten, d’ ene)
.
120
Item des donresdages vor Palme was Bernd tOuder Amestel , daer claghede Gherart die Zale met ere coerwonde ,
verterde hi xxij s.
.
.
Summa xvij £ ix d .
.
.
121
Item in jaren ons Heren dusent drie hondert ende sesse in die marct van Amestel te hoeden ,
verterde Bernd ix £ v s . vi d .
.
.
122
Item Lambrecht Spiker tot sire zoene te helpe van den wive die hi scoet mit Willem van Cleve in der meente in des biscops dienst ,
x £ , die myn here die biscop te Zulen beval selve te gheven .
.
.
123
Item mins heren biscops cost tot Amestelredamme doe die van den Damme myn here den wyn gaven iij £ ende vi s .hollantsch ,
die doen an gueden ghelde den ternoys vor xij d . , iiij £ , xix s . ,
des ontfenck Bernd weder van den wine die daer bleef, ij £ x s . iij d . ,
so blefs ij £ viij sc . ix d . , die Bernd vut gaf.
(hollantsch, Smit schrijft Holl., So)
.
124
Item sende myn here die biscop Bernde te ij stonden te Nien Vene ter kerke in Holland om ene zoene te maken tuschen heren Dideric van Outshorne op die ene side ende die van Amestelreland up die ander side ,
verterde hi xxv s . iij d .
(te 2 (sic!) stonden te Nieuvene)
.
Summa xxij £ xix s . vi d .
.
.
125
Item van voeder coren dat Bernd vervoedert hevet mit sinen perden te Vredeland , vander tyt dat hi baeliu ghemaket wart , dat was in den jaer ons Heren dusent drie hondert ende vive , op sinte Willeborts dach , toter tyt dat die here van Arkle van den huse voer van Vredeland , dat was in den jaer ons Heren dusent drie hondert ende sesse , des soenendaghes vor sinte Marien Magdalenen daghe,
c mudde haveren ende li mud de haveren , de mudde xxvij d . ,
somme hier of xvi £ xix s . ix d.
(voedercoren, van der tijt, toter tijt)
.
126
Item Splinter Bloc van grase x s .
.
.
Summa xvij £ ix s . ix d.
.
.
127
Item binnen der tyt dat myn here die biscop te Zulen lach ende hi Bernd ontboden hadde alse die lude te warven van Midrecht van Gherart Ments suster dode , ende die van Goyland van den doden wive , ende Didekin die merceman van Amestelredamme ende ander orbare die hem myn here bevolen hadde ,
verterden Bernds knapen mit sinen perden in die herberghe v £ xvij s .
(tijt)
.
128
Item enen knecht die coen dreef te Zulen die de van Amstelredamme myn here gaven ,
ij s .
.
.
129
Item in tueen reysen doe myn here die biscop ten parlemente reet jeghen den grave van Ghelre inder Noede ,
verterden Bernds knapen mit sinen perden in die herberghe xlv s .
(in der)
.
130
Item enen bode dien myn here sende om die tuee baeliuwen van Waterland , Claus den Gribber ende Claus die Wael , dat si tot hem quamen tot Amestelredamme, te sciphure
ende te coste v s.
.
.
131
Item des anderen satersdages na sinte Lambrechts daghe sende Bernd den Gruter sinen knapen na min here den biscop te Dordrecht, om die brieve van Heyne Wiben soens doot , ende hoe men varen soude van der zoene van den doden wive in Goyland ,
verterde hi in iiij daghen xij s .
.
.
132
Item was Bernd ghevaren tUtrecht jeghen heren Henric den deken , heren Florans ende jeghen Heymeric van den Rine, te spreken hoe men best mit redene varen mochte van der borchtuchte van dien van Narden ,
verterde hi xv s.
.
.
133
Item doe Bernd was ghevaren te Gorenkom an den here van Arkel alse mit hem te spreken wat hem best dochte tuschen sine knapen ende die van Narden , want sys an myn here ghebleven waren ende borghe gheset hadden ,
verterde hi an coste ende an sciphure ij £ .
.
.
134
Item sende Bernt Hughen tot myn here den biscop te Nivel alse te spreken wat hi best dede in den lande went daer suaerlike in stoet ,
verterde hi iij £ xv s.
.
.
135
Item doe myn here die biscop te Dordrecht was in die vasten ende hi Bernde tot hem ontboden hadde ,
verterde hi mit sinen knapen ij £ xvij s . iij d .
(Vasten)
.
136
Item doe min here was ter Niervart in die vasten was Bernd tot hem ghereden alse hem mijn here bevolen hadde te Dordrecht ,
verterden sine knapen mit sinen perden xviij s .
(Vasten)
.
137
Item ter selver tijt gaf Bernd heren Janne van Dordrecht tot mins heren behoef an reden gelde
xxx £ .
(terselver)
.
138
Item iij boden die Bernd sende an heren Hubrecht van Vianen om den vrede te verlengen tuschen die van Cleve ende smale Ghisen ,
ix s .
.
.
139
Item was Bernd ter Niervart alse te spreken heren Hubrecht van Vianen om den vrede tusschen die van Cleve ende smale Ghisen ende hem niet en vant ende sinen boetscap beval heren Hubrechts capelaen ,
verterde hi vi s . iij d .
.
.
140
Item enen bode die Reynaer van Cleve de weten dede dat Ghisebrecht syn broeder den vrede houden wilde ,
xij d .
.
.
141
Item was Bernd ghereden tot Horsevorde jeghen den rechter van Velue ende tote Florans den onledeghen mit xxv manne , alse om ene soene te maken van enen dootslach die ghevallen was tuschen mins heren ‘ s biscops lande ende ‘ s graven land van Ghelre ,
verterde hi in tueen daghen iij £ xvij s . ix d .
(Horsevorde1), Onledeghen)
(voetnoot Smit: 1) De ligging van deze plaats is mij onbekend.Moet men misschien denken aan een streek bij Nederhorst den Berg. thans Dorssewaardpolder, vroeger Horstweerd: Muller, De registers en rekeningen van het bisdom Utrecht, p. 700; Oorkondenboek van het Sticht Utrecht I, 476,481?)
.
Summa liiij £ iij d .
.
.
A° 1307 .
.
Dit is vutgheven ende cost die Bernd ghedaen hevet binder baeliuscap , an goeden ghelde , in den jaren ons Heren dusent drie hondert ende sevene .
.
.
142
In den eersten Gillis clercs cleder , iiij £ x s.
.
.
143
Item des dinsdaghes na Paschen was Bernd op die Loesdrecht alse die scepen doen hore ordeele te vten die si lange hadden onder ghehat ,
verterde hi viij s.
(onderghehat)
.
144
Item ter selver tijt waren Henric van den Doren werde ende Ghisebrecht vten Wilghen op Amestelredam ende maecten daer enen vrede van vechten ,
verterden x s .
(terselver)
.
145
Item des saterdaghes na Paschen was Bernd te Muden , alse te dingen jeghen luden dien hi an teech dat zoden gheslaghen hadden ins heren uterdijc ,
verterde hi xvi s .
(anteech, in ’s heren oeterdijc)
.
146
Item des manendages na beloken Paschen was Berd te Wesepe te dinge ,
verterde xij s .
(Beloken)
.
147
Item des dinsdages ende des woensdages daer na was Bernd te Narden , te besiene hoe ‘ t lant daer stoede ,
verterde xxvij s .
(daerna)
.
148
Item des vridages ende des saterdages daer na was Bernd tot Amestelredamme , te dingen ende soene te maken van vechten ,
verterde hi xxxij s .
.
.
149
Item des woensdages ende des donresdages na des andren soenendages na Paschen was Bernd tot Amstelrevene ende ter Oudere Amestel , alse te dingen ende te besiene hoet in den lande stoede ,
verterde hi xxvij s . iij d .
(hoe ’t)
.
150
Item des manendaghes vor sinte Georgius dach was Bernd te Wesepe te dinge ,
verterde hi xvi s . ix d .
.
.
151
Item des woensdaghes ende des donresdaghes daer na was Bernd te Muderberghe , alse te dinghen jeghen die lude die. myns heren tiende ontfoert hadden ,
verterde hi xxvi s .
(daerna)
.
152
Item des dinsdages vor Meyedach was Bernd te Hilfercem daer Rolof Gherart Stipers broeder claghede met ere coerwonde ,
verterde hi xix s . vi d .
.
.
153
Item des woensdages ende des donresdages daer na was Bernd tot Amstelredamme daer Willekin Wedeghe claghede mit sire coerwonde ,
verterde hi xxxv s . vi d.
(daerna)
.
154
Item des woensdages in die crucedaghe was Bernd te Hilfercem daer Danyl claghede mit ere coerwonde ,
verterde hi xv s .
(Crucedaghe)
.
155
Item des manendages vor Pinxsteren waren Henric van den Dorenwerde ende Ghisebrecht vten Wilghen te Wesepe , alse enen vrede te maken tusschen Wouter Salomons soen ende Gherbrand Runtselau ,
verterden si vi s . vi d .
(tusschen, Runtsclau)
.
156
Item des dinsdages daer na waren Ghisebrecht ende Henric te Diemen jeghen die scepen op den dyc ,
verterden si vi s . vi d .
(daerna, dijc)
.
157
Item des donresdages daer na waren Henric ende Ghisebrecht tot Amestelrevene te dingen om ene coermede ,
verterden si viij s.
(daerna)
.
158
Item des dinsdages na beloken Pinxteren was Ghisebrecht vten Wilghen tot Amestelredamme daer Florans claghede mit sire coerwonde ,
verterde hi vij s.
(Beloken)
.
159
Item des donresdages daer na was Bernd tot Amestelredamme alse Claus Jans soen vte Holland vol te rechten , alse hem myn here bevolen hadde ,
verterde hi xxxv s .
(daerna)
.
160
Item des manendaghes vor sinte Peternellen dach was Bernd te Wesepe , alse te dinghen jeghen die van der Bindelmere , om dat si niet en quamen op den dyc alsi gheboden waren ,
verterde hi xv s.
(omdat)
.
161
Item des donresdaghes vor sinte Bonifaes dach was Bernd op die Loesdrecht , alse te dinghen jeghen Coppe Scencken soen , om dat hi vredelose lude onthelt ,
verterde xiiij s .
.
.
162
Item des dinsdages ende des woensdages na sinte Bonifaes dach waren Henric van den Dorenwerde ende die Gruter op Amestelredam , alse die banne vut te panden die daer verscenen waren ,
verterden si xi s . vi d .
.
.
Summa xxxi £ xviij s . vi d .
(Summa: 21£ 18 s 6d.)
.
.
163
Item des satersdages vor sinte Odulfs dach sende Bernd Hughen alse an Menten borghen ende sire ghesellen , dat si quamen tot Judefaes te horen myns heren seggen van Claus Jans soen dat hi daer seggen wilde ,
verterde hi v s .
(mijns)
.
164
Item des dinsdages na sinte Odulfs dach was Bernd te Wesepe daer Gherbrand claghede mit sire leemte ,
verterde hi xxvij s .
.
.
165
Item des sonendages vor sinte Jans dach middezomer was Bernd te Loenen , alse om ene zoene te maken tuschen Dideric veren Odelien soen ende Jan Waddyn ,
verterde hi xi s .
(Waddijn)
.
166
Item des dinsdages vor sinte Jans dach te middezomer was Bernd te Hilfercem ende leiden Peter Gherarts soen vredeloes , alse van Rolofs Stipers claghe ,
verterde hi xiiij s . vi d .
(leide)
.
167
Item des donresdages vor sinte Jans dach te middezomer was Bernd te Wesepe , daer hi over een droech jeghen die van der Bindelmere , wat si myn here gheven souden , omdat si niet up horen dyc en quamen ,
verterde hi xv .
(overeendroech, mijn)
.
168
Item des manendaghes ende des dinsdages na sinte Jans dach was Bernd tot Amestelrevene ende ter Ouder Amestel , alse te verstane hoet stoede in den lande ,
verterde hi xxxvi s .
(hoe ’t)
.
169
Item des saterdages na sinte Peters ende sinte Pouwels dagh was Bernd op der Loesdrecht , alse om ene zoene te maken tuschen Tede Papen ende enen wive die hi sloech ,
verterde hi xij s .
.
.
170
Item des donresdages na sinte Martins dach translatio was die Gruter te Narden , alse Sanne in te panden die daer verscenen waren ,
verterde hi iiij s . vi d .
(Translatio, banne)
.
171
Item des satersdages ende des soenendages na sinte Martins dach translatio was Henric Bernds broeder mit Bernds knapen tot Amestelredamme ende liet hem daer eyghen die pande die ghepantwaren tots heren behoef ,
verterden si xxvi s .
(Translatio, tot ’s heren b(e)hoef)
.
172
Item ter selver tijt om enen dief die te Muderberghe ghevangen wart ende Bernd halen dede , ende senden myn here tUtrecht ,
verterden die knapen xviij s .
ende dat goet dat hi ghestolen hadde daer ne quam niet of.
(terselver)
.
173
Item ter selver tijt wart Wilkin Mercemans kint van Narden up der Loesdrecht doot ghemalen , dat die van Narden mit wapender hand halen wilden , daer hem Bernd jeghen sette mit luden
die verterden xxxviij s .
ende dat kint coste te bloken x s .
(terselver, mercemans)
.
174
Item op sinte Margareten dach ende des andren daghes daer na was Ghisebrecht vten Wilghen tot Amestelrevene ende ter Ouder Amestelle boeten in te panden ,
verterde hi xij s .
(daerna)
.
175
Item des satersdages daer na sende Bernd den Gruter te Diemen an die guede lude , dat si quamen tot myn here te Judefaes alse jeghen Arnout Scalen van horen tinste ,
verterde hi ij s .
(goede, tinsce)
.
176
Item des manendages vor sinte Marien Magdalenen dach sende Bernd Ghisebrecht vten Wilghen mit sinen knapen te Narden , daer Maroten dochter claghede mit ere coerwonde ,
verterde hi xxi s .
.
.
177
Item des donresdages vor sinte Marien Magdalenen dach was Bernd te Wesepe jeghen die scepen ende den raet van den lande van Amestelle te spreken om slans orbare tots heren behoef,
verterde bi xxxviij s .
(’s lands)
.
178
Item des woensdages na sinte Jacobs daghe was Ghisebrecht vten Wilghen tot Amestelredamme alse om die zoene te maken van der coerwonde die Willekin Wedeghe hadde ,
verterde hi xi s .
.
.
179
Item des donresdages daer na was Bernd te Wesepe , alse jeghen Wouter Salomon ende sine vrienden daer si versekerden Bernds seggen te houden van s heren weghen , van der leemte die si Gherbrand daden ,
verterde hi xxxiiij s . ix d .
(daerna)
.
180
Item des vridages ende des saterdages daer na was Bernd tot Amestelredamme ende dede die ordele luden die de scepen onder hadden alse van Engebrecht Brechts soen ende van Ment Yen soen ,
verterde hi xlviij s .
(daerna)
.
181
Item doe die van Amestelredamme vochten tot Amestel in die marct jeghen Henric van den Dorenwerde ende Bernds knapen ende men an beiden siden versamende al den nacht , wart Ghisebrecht vten Wilghen een perd doot ghereden ,
dat hi rekent voor xij £ .
.
.
Summa xxxi £ vij s. ix d.
.
.
182
Item des vridages ende des saterdages na sinte Peters dach ad vincula sende Bernd Henric sinen broeder mit sinen knapen tot Amestelredamme ende panden in boeten die verscenen waren ende liet hem panden eyghen tots heren behoef die ghepand waren ,
verterde hi xxxij s . vi d .
(waren en liet, tot ‘s)
.
183
Item des soenendages , des manendages ende des dingsdages daer na waren Henric van den Dorenwerde ende Ghisebrecht vten Wilghen mit Bernds knapen op den Zeedyc dien te bestaden ende doen te maken ,
verterde xxxiij s .
(zeedijc)
.
184
Item op sinte Lauwerens avont was Bernd te Wesepe jeghen Dommecolven kinder alse te dingen , omdat si pande ghewert hadden mit wapender hant ,
verterde xxv s .
.
.
185
Item des soenendages vor onser Vrouwen dach assumptio sende Bernd Hughen tot Amestelredamme , dat si horen raet jeghen hem senden souden alse omme goet dinc te spreken tuschen myn here dien biscop ende hem ,
verterde hi iij s .
(Assumptio)
.
186
Item op onser Vrouwen avont assumptio was Bernd te Wesepe ende wachte den raet van Amestelredamme dien hi ontboden hadde ende niet en quam ,
verterde hi mitten luden die hi daer ghebeden hadde xlviij s . iij d .
(Assumptio)
.
187
Item in onser Vrowen daghe assumptio ende des andren dages daer na was Henric van den Dorenwerde mit Bernds knapen te Wesepe alse om enen vrede te maken tuschen Meus heren Ysebrands soen ende Kerstiaen heren Dylbarens soen ,
verterde hi xxvij s .
(Assumptio, daerna, Dybbarenssoen)
.
188
Item sende Bernd Hughen te Narden daer Maroten dochter claghede mit ere coerwonde ,
verterde hi mitten scepen vi s .
.
.
189
Item te tueen tiden sende Bernd Jan van Vorscoten sinen knapen alse die claghe vort te voeren van Maroten dochter ,
verterde hi vij s . vi d .
.
.
190
Item des manendaghes vor sinte Bartholomeus daghe was Bernd ghereden in Nardinger land ende venc Wrunos tuee soenen , om dat si Maroten dochter ene coerwonde ghesleghen hadden ende
verterde xxvij s . vi d.
(Nardingerland, Wruncs)
.
191
Item op sinte Bartholomeus dach , doe men Puust in brochte ter Ouder Amestel ende Bernds knapen ontfengen ,
verterden si xi s.
(inbrochte)
.
192
Item ter selver tyt sende Bernd Hughen tot Amestelredamme om die ghisele die Bernd hebben wilde tots heren behoef ,
verterde hi iij s .
(terselver tijt, tot ‘s)
.
193
Item des satersdages daer na enen bode die liep om alsteen , dat hi quame tote Vredeland mit tueen van der wysheit van den lande Bernd te spreken
xij d .
(daerna, Alsteen, wijsheit)
.
194
Item enen bode die liep ter selver tyt an die scouten te Wesepe , te Diemen , te Muden ende te Amestelredamme om die selve orbare
ij s .
(terselver tijt, dieselve)
.
195
Item ter selver tyt enen bode die liep te Muderberghe , te Narden ende te Hilfercem an die scouten om die selve orbare
xviij d .
(terselver tijt, dieselve)
.
196
Item des woensdages na sinte Jans dach decollatio was Bernd te Hilfercem jeghen die van Narden , alse om den vrede te verclaren tuschen Goyland ende Emeland ,
verterde hi xvi s . vi d.
(Decollatio)
.
197
Item des soenendages na sinte Jans daghe decollatio was Bernd te Muderberghe daer Peter Butendycs soen claghede mit sire coerwonde ,
verterde xxviij s . vi d.
(Decollatio)
.
198
Item des woensdages ende des donresdages alse t onser Vrouwen avond was nativitas was Ghisebrecht vten Wilghen tot Amestelredam ende seide daer een seggen van den zoene van Florans coerwonde
ende verterde vij s .
(Nativitas1))
(veotnoot Smit: 1) September 10.)
.
199
Item des sonnendaghes na onser Vrouwen dach nativitas sende Bernd Henric sinen broeder mit sinen knapen tot Wesepe om enen vrede te maken tuschen Meus heren Ysebrants soen ende Kerstiaen Dibbaren soen ende om enen andren vrede tuschen Arnout Colyns soen ende Claus Mans kinder ,
verterden si xviij s . iij d .
(Nativitas)
.
.
Summa xiiij £ xviij s . vi d.
.
.
Dit is dat hoy, stro ende voedercoren dat Bernd vervoedert hevet mit sinen perden , sint dat die here van Arkle van den huse voer te Vredeland , dat was des soenendages vor sinte Marien Magdalenen daghe in den jaren ons Heren dusent drie hondert ende sesse .
.
.
200
In der eersten jeghen Vrederic den borgher
xxx mudde haveren , elc mudde xxx d . ,
summa hier of iij £ xv s.
(hierof)
.
201
Item jeghen Dideric Abben
xxxvi mudde haveren , elc mudde xxx d .
summa hier of iiij £ x s .
(hierof)
.
202
Item jeghen Rotart
xxv mudde haveren , elc mudde xxx d . ,
summa hier of iij £ xxx d .
(hierof)
.
203
Item jeghen Jan Waddyn
iiij mudde haveren , elc mudde xxvij d . ,
summa hier of ix s.
(Waddijn, hierof)
.
204
Item jeghen Dideric den coster
xv mudde haveren , elc mudde xxxvi d . ,
summa hier of xlv s .
(Coster, hierof)
.
205
Item jeghen Ghisebrecht den merceman
xiij mudde haveren , elc mudde iiij s . ,
summa hier of lij s .
(hierof)
.
206
Item des saterdages na sinte Peters daghe cathedra tot Utrecht
xxvi mudde haveren , elc mudde ij s . ix d . ,
summa hier of iiij £ xvij s . vi d .
(hierof)
.
207
Item des saterdaghes vor sinte Gregorius dach tot Utrecht
xx mudde haveren , elc mudde iiij s . vi d . ,
summa hier of iiij £ x s .
(hierof)
.
208
Item des woensdaghes vor sinte Jacob daghe jegen Gerart Paesdach te Merlo
viij mudde haveren , elc mudde v s . ,
summa hier of ij £.
(hierof)
(voetnoot Smit: 2) Waarschijnlijk Meerlo te N.W. van IJsselstein.)
.
209
Item jeghen Dideric Abben
x mudde nier haveren , elc mudde xxvij d . ,
summa hier of xxij s . vi d .
(hierof)
.
Summa van al der haveren , c mudde lxxxvij mudde , ´
die maken an ghelde xxix £ iij s . vi d .
.
.
210
Item jeghen Roetart
van ij vimmen haveren ende xij vimmen stroes
xix s.
.
.
211
Item jeghen Dideric Abben
x vimmen stroes
xij s.
.
.
212
Item Mathies den smid om hoy
ij £ .
(smid, Smit leest Snider)
.
213
Item Peter Diderics soen van hoy
vi s.
.
.
214
Item in Bartaengen enen knape van hoy
iij £ ix s .
(voetnoot Smit, 1) Portengen bij Maarsen.)
.
215
ende dat coste te sciphure ende te verteren
xij s.
.
.
216
Item Heyne van Loenen vi vimmen stroes
vij s .
.
.
217
Item Nannekin Arne iiij vimmen stroes
v s.
.
.
218
Item Dideric die coster viij vimmen stroes
x s.
.
.
219
Item Claus van Outhusen iiij vimme stroes
vs.
.
.
220
Item Ghise heren Elts soen van hoye ende van vi vimmen stroes
xxxij s .
.
.
221
Item Volcwyn van grase
xxv s.
.
.
Summa van hoy van stro ende van grase xij £ ij s .
Summa summarum van desen brieve ijc £ lxxix £ x s . ix d . ,
die maken an suarten ghelde iijc £ lxxij £ xiiij s , iiij d .
.
.
222
Item boven desen summen hevet Heymeric van den Rine ontfangen xl van goeden ghelde £ ,
die maken an suarten ghelde lx £ .
.
.
223
Item hevet Heymeric ontfangen xxij £ goets gelts ende x s . ,
die maken an suarten ghelde xxx £ .
.
.
224
Item hevet her Gherart van Ommen ontfangen c £ xxxix £ goets ghelts ,
die maken an suarten ghelde c £ lxxxv £ vi s . viij d.
.
.
.
analyse
.
Het maakt misschien niet veel uit of je koeien haalt uit het land van Amstel of met het land van Amstel. En het woordbeeld van een littope of litcope is wellicht vrijwel identitiek. Als je zou begrijpen welk woord bedoeld is, is dat waarschijnlijk letterlijk de juiste lezing. En wat is er aan de hand met een alsteen?
En wat te denken van 184) (in 1307) op sinte Lauwerens avont was Bernd te Wesepe jeghen Dommecolven kinder alse te dingen , omdat si pande ghewert hadden mit wapender hant.
Of er een hoofdletter staat of niet, is op zich nog niet zo van belang. Wel of iets een naam is of niet. Of dat het bij een voornaam hoort maar geen achternaam is. Niet alles zal altijd absoluut te bepalen is. Maar goed, na een goede digitale vastlegging kan ieder naar eigen inzicht bepalen wat te denken.
Het document valt duidelijk in drie onderscheiden delen uiteen. Het heeft een goed doordachte indeling Er zijn per jaargang heel wat kladjes bijgehouden, die kundig zijn verwerkt. En zoals de foto van ons tekstgedeelte aantoont, goed nagekeken, gezien een toevoeging Rikosende soen bij het regeltje over Bussum. Of alles ook door één dezelfde hand is geschreven, zou digitalisering, of tenminste een kundig epigrafisch beschrijving uitmaken.
Het eerste jaar en het tweede jaar lijken subtiele verschillen te hebben in schrijfwijzen. Zou de klerk Jan het ene jaar dezelfde zijn als het volgende? Hebben deze klerken, althans de handen elders nog sporen achtergelaten? Genoeg uitdaging voor een toegewijd specialist.
Voor ons zijn enkele zaken echter meer pregnant dan de interpretatie van een woordbeeld. Sommige verschillen zijn te belangrijk niet genoemd te worden. Tevens dienen we een enkel woord te wijden aan wat er wel staat en niet.
.
Keveren?
Het kan geen kwestie van woordbeeld zijn tussen vijf letters of zeven. Groothe leest KEULEN, Smit KEVEREN. Welk kan het zijn. In de grote handelsstad kwamen jaarlijks honderden kogges aan. Kon het Uitermeer, later Naardermeer sowieso wel bereikt worden over zijn al snel hierna verzandende toegang tot de Vecht. (Naarden stond nog op de oude plaats en in het noordoosten was zeker nog geen uitgang.)
Goed beschouwd mogen we er blind vanuit gaan dat de letters K E V L E N staan. Smit heeft dus gelezen KEV’LEN. en een beetje overenthousiast Keveren ervan gemaakt. Zijn voetnoot was op zich genoeg geweest. Normaal normaliseert Smit nooit plaatsnamen en met recht. Zeker bij oudste namen is het belangrijk te schrijven wat er staat. Uit respect voor geïnteresseerden maar ook omdat aan de eerste vermelding de afleiding ervan wordt geïnterpreteerd. Ook de eerst volgende namen zijn daarvoor van belang maar de oudste is nu eenmaal de oudste.
Welk van de twee? Bernd werkte ook buiten zijn gebied, zelfs buiten het Sticht. Het is zo ongeveer wel mogelijk dat de baljuw naar Keulen kon afreizen om een misdadiger Lude Thims als onderdaan te halen. Diplomatie was tenslotte wel zijn ding. Om iemand dáár thuis op te halen lijkt minder waarschijnlijk. En een kogge vol mensen lijkt ook niet voor de hand te liggen. Zeker niet dat een kogge diverse lieden even uit de grote stad ging halen.
Ook geeft Bernd meestal op als reizen meerdere dagen kostte. Er komen twee volle kogges voor. De reis naar het eigen Muiden kostte 41 schelling. Die naar Kevlen slechts 30 schelling. In dit geval ondanks het verschrijven van Smit dan toch maar met een kogge over het Naardemeer.
Kevlen, waar in het noordwesten een berg aan de horizon te zien was. De berg van Muiderberg heet van oudsher Kavelberg, of genormaliseerd naar Bernds tijd mogelijk Kev’lrebergh.
Thims of Thuus of thuus mag het woordbeeld toekomstig maar uitmaken.
.
Zuidwende
In de literatuur wordt de Zidewinde op een achterdijk in de buurt van Weesp geplaatst. Bernd begeeft zich echter ook naar Eemnes voor werk. Het is dus ook zeer wel mogelijk dat hij geweest is op de Zuidwende bij Eemnes. In zijn tijd liep hier waarschijnlijk de weg uit het Gooiland naar Bunschoten. Vermoed kan worden dat aan het eind nabij de Eem er enig bewoning was.
.
Horsevorde
Smit, die het gaag dicht bij huis hield, mag misschien denken aan een streek bij Nederhorst den Berg. thans Dorssewaardpolder, vroeger Horstweerd. Het is niet onmogelijk dat Bernd letterlijk bij zijn residentie aan de Vecht om de hoek een bijeenkomst hield. Even verderop lag U(i)termeer, die hij ook heeft aangedaan.
Een voorde aan de Vecht is nergens bekend. Hij was twee dagen onderweg met 25 man en voert drie pond zestien schelling en negen penning op als kosten. Dan lijkt de Dorssewaardpolder erg vreemd. Waarschijnlijk is hij naar een plaats in het buitenland gereisd. Het is dan logischer aan een plaats ergens op of richting de Veluwe te denken.
.
Blaricum?
Wimmers & van Zweden beweren in hun zeer gelezen Archeologische en historisch-geografische elementen in een natuurgebied, 1992: “Uit deze periode is een rekening bewaard van Bernd van Dorenwerde, baljuw van Amstelland, over de jaren 1305-1307. In deze rekening worden de dorpen Blaricum, Bussum, Laren, Hilversum en “Wolfsbergen” voor het eerst genoemd.” We willen niet beweren dat zij dat uit hun duim hebben gezogen. Wel moeten we duidelijk constateren dat zij niet hun bronnen erop na hebben gelezen.
De eerste vermelding van Blaricum in de archieven dateert volgens dr. A.J.C. de Vrankrijker van 1343, hoewel er is gesuggereerd dat Blaricum al vóór de 10e eeuw bestond De plaats werd toen Blarichem genoemd. De naam zou kunnen worden verklaard uit de samenstelling van de persoonsnaam Bladheri, met het achtervoegsel -inga en het woord heem (woonplaats). De aardrijkskundige woordenboeken geven verder nog de namen Blaercom, Blarikom en Blaren om het dorp aan te duiden.
Ook in 1382 wordt Blaricum in de archieven vermeld vanwege een overeenkomst over een stuk veengrond. Tevens komt het dorp ter sprake in een rechtszaak tegen een van de bewoners.
Blaricum kende een eigen dorpsbestuur. De rechtspraak werd in samenwerking met het naburige Laren uitgevoerd: beide dorpen vormden één gerecht waarbij de rechtszittingen bij toerbeurt in Blaricum en Laren werden gehouden. Rond 1400 kreeg het een eigen kerk.
.
overig onderzoek
De tekst blijkt geschikt voor velerlei onderzoek en hypotheses. Dat dit stukje ook hiertoe een aanzet mag zijn. Naast het tweemaal voorkomen van de zeedijk, kunnen bijvoorbeeld de vermeldingen van Ipensloot & Diemerdam, met hun zeesluizen ook tot de zeedijk gerekend worden.
Een ander soort beschouwing treffen wij aan in BIJDRAGEN GESCHIEDENIS VAN HET BISDOM VAN HAARLEM.24ste DEEL. HAARLEM, 1899.
“De kermis, zijnde het feest van kerkmis ,van kerkwijding, werd in ons Vaderland, en indien ik mij niet vergis ook daarbuiten, ingeluid op den eersten zondag na den dag waarop de kerk gewijd was. Hier begon zij op zondag na Sint Lambertusdag ,welke Heiligedag gevierd wordt den 17″ September. Nu lezen wij in eene rekening, van Bernd van den Dorenwerde, baljuw van Amstelland, ons medegedeeld in genoemde Kroniek, dat Bisschop Gwy den 15” en 16″ September 1306 te Amsterdam is geweest. Ofschoon in die rekening hoegenaamd van geen kerkwijding gesproken wordt ,zoo is het volstrekt niet verwerpelijk ,zoolang geen tegenbewijs bestaat ,dat de Bisschop van Utrecht ,die ,voor zoover mij uit archiefstukken bleek ,Amsterdam overigens nooit bezocht of bezocht heeft, uitsluitend voor de kerkwijding is overgekomen. Daar nu S. Lambertusdag in 1306 viel op zaterdag ,zoo is het best mogelijk dat op den dag vóór S. Lambertus de wijding heeft plaats gehad. De zaterdag toch is voor vele geestelijken, die pastoreele bediening hebben ,geen geschikte dag voor feestvieren, bovendien is het aannemelijk dat de Bisschop zondags weder in zijn bisschopsstad moest zijn ,hetgeen met het oog op de slechte wegen dier tijden eene onmogelijkheid was ,indien hij des zaterdags na de kerkwijding vertrok.”
.
statistieken
hoe vaak plaatsen genoemd, namen niet meegerekend
Tussen haakjes is inclusief dubbel vermeldingen
| Gooiland | 8 | |
| Naardingland | 2 | |
| Eemland | 1 | |
| summa | 11 | |
| Naarden | 22 | (25) |
| Hilversum | 10 | |
| Muiderberg | 8 | |
| de meente | 3 | |
| Bussum | 1 | |
| Laren | 1 | |
| Eemnes | 1 | |
| Wolfsberghe | 1 | |
| Kevlen* | 1 | |
| summa | 48 | |
| Summa summarum | 59 | |
| Amstelland (Amstel & Vecht) | 5 | |
| Vechtstreek | ||
| Weesp | 40 | |
| Muiden | 16 | (17) |
| Loosdrecht | 8 | |
| Vreeland | 6 | (7) |
| Loenen | 5 | |
| Zulen (Zuilen, toch niet Zwolle) | 3 | |
| Zidewinde (bij Eemnes of Weesp?) | 2 | |
| Geinbrug | 1 | |
| aan ’t Gein | 1 | |
| Uitermeer | 1 | |
| Nichtevecht | 1 | |
| summa | 84 | |
| Amstelland buiten Vechtstreek | ||
| Amsterdam | 36 | |
| Diemen | 12 | (13) |
| Oude Amstel | 9 | |
| Amstelveen | 8 | |
| Bijlmermeer | 4 | |
| Nieuwe Amstel | 3 | |
| die marct van Amestel | 2 | |
| Ipensloot bij Amsterdam | 2 | |
| de Zeedyc | 2 | |
| Diemerdam | 1 | |
| Bijlmerbroek | 1 | |
| t IJ | 1 | |
| summa 81 | 81 | |
| Summa summarum | 170 | |
| buitenland | ||
| Utrecht | 6 | |
| Dordrecht | 3 | |
| Niervart (Nieuwvaart?) | 2 | |
| Jutphaas | 2 | |
| Waterland | 2 | |
| Neude (Utrecht) | 1 | |
| Kuinre | 1 | |
| Zwedersgerecht Abcoude | 1 | |
| Mijdrecht prosdij St. Jan | 1 | |
| Gorinchem | 1 | |
| Nijvel | 1 | |
| Merlo (Meerlo?) | 1 | |
| Nieuwveen (in Holland) | 1 | |
| Horsevorde (Veluwe) | 1 | |
| Veluwe | 1 | |
| Holland | 1 | |
| summa | 26 | |
| Amstelland | 170 | 66,7% |
| Naardingland | 59 | 23,1% |
| buitenland | 26 | 10,2% |
| Summa totaliter | 255 |
.
.
bestuur
.
baluw & baljuwschap
intro 1305 baeliuscap van Amestel , sint dat hem myn here die biscop die baeliuscap beval
006 ende hem des baelius knapen vengen mitten scoute
intro 1306 in derselver baeliuscap in den jaren ons Heren dusent drie hondert ende sesse
092 Hier en binnen was Bernd also vele binder baeliuscap..
125 vander tyt dat hi baeliu ghemaket wart, dat was in den jaer ons Heren dusent drie hondert ende vive
130 bode dien myn here sende om die tuee baeliuwen van Waterland, Claus den Gribber ende Claus die Wael, dat si tot hem quamen tot Amestelredamme, te sciphure
intro 1307 Dit is vutgheven ende cost die Bernd ghedaen hevet binder baeliuscap , an goeden ghelde , in den jaren ons Heren dusent drie hondert ende sevene .
.
rechter
141 Item was Bernd ghereden tot Horsevorde jeghen den rechter van Velue ende tote Florans den onledeghen mit xxv manne , alse om ene soene te maken van enen dootslach die ghevallen was tuschen mins heren ‘ s biscops lande ende ‘ s graven land van Ghelre ,
verterde hi in tueen daghen iij £ xvij s . ix d .
klerk
035 Item Jans Clercs cleder , iiij £ x s
061 Item Jans Clercs linnen cleder , hosen , coucen ende scoen xl s.
094 sende Bernd Peter Hoechvliet , den Gruter ende sinen clerc te Narden te spreken
142 In den eersten Gillis clercs cleder , iiij £ x s.
.
schouten
001 te Narden , te besiene hoet in den lande stoede ende daer enen scoute te settene
002 te Muderberghe ende te Helfersem om die scepen ende omme die goede lude alse met hem te proeven wien hi daer best scoute sette
003 te Muden , daer enen scoute te setten
004 te Wesepe daer enen scoute te setten , ende sette daer enen , ende sette te Diemen enen scoute
006 te Muden ende dien ghewont hadde ende hem des baelius knapen vengen mitten scoute
007 tot Amestelredamme ende sette daer enen scoute
021 te Wesepe …venc mitten scoute ende mitten knapen die hi mit hem hadde ..brochten te Vredeland ,
025 te Wesepe , te Muden ende te Diemen , om die scouten elc mit tueen wisen luden tot hem te comen
054 tot Amestelredamme , te Diemen ende te Wesepe , om die scouten ..ter Ouder Amestel
065 te Emmenesse , ende wachte Florans den onledeghen , die daer sine scoute sende
085 die van Goyland ..Bernd daer mit xviij mannen ..verterde mitten scoute ende mitten scepen
098 in Goyland ..mitten scoute ende scepen die mit hem ghingen panden
102 te Muderberghe ende te Narden om die selve orbare an die scouten
106 in Goyland ..verterden si mitten scoute ende mitten scepen
113 te Wesepe om enen vrede te maken tuschen die van Diemen ende Arnout Scalen horen scoute
194 an die scouten te Wesepe , te Diemen , te Muden ende te Amestelredamme om die selve orbare
195 te Muderberghe , te Narden ende te Hilfercem an die scouten om die selve orbare
.
schepenen
002 te Muderberghe ende te Helfersem om die scepen ende omme die goede lude alse met hem te proeven wien hi daer best scoute sette
004 enen bode die haelde die scepen te Diemen
042 sende an die scepen van Wesepe, van Muden ende van Goyland hem daertoe te wisen..
045 te Hilfercem jeghen die scepen ende jeghen die beclaghet waren van den doden wive te spreken , dat si der zoene souden volghen die de here van Arkle seggen soude bi den goeden luden
047 tot Amstelredamme ende sette daer scepen
085 die van Goyland ..Bernd daer mit xviij mannen ..verterde mitten scoute ende mitten scepen
086 (in Goyland) mitten scepen
098 in Goyland ..mitten scoute ende scepen die mit hem ghingen panden
101enen bode die ghinc tot alsteen ..brochten die scepen te Wesepe over dat daghedinge dat Bernd hadde teghen die van Diemen
106 in Goyland ..verterden si mitten scoute ende mitten scepen
111 te Loenen ende dede die scepen van der Loesdrecht ordeel vten die si lange hadden onder ghehad
143 op die Loesdrecht alse die scepen doen hore ordeele te vten die si lange hadden onder ghehat
156 te Diemen jeghen die scepen op den dyc
177 te Wesepe jeghen die scepen ende den raet van den lande van Amestelle te spreken om slans orbare tots heren behoef
180 tot Amestelredamme ende dede die ordele luden die de scepen onder hadden
188 verterde hi mitten scepen
.
raad
177 te Wesepe jeghen die scepen ende den raet van den lande van Amestelle te spreken om slans orbare tots heren behoef
185 tot Amestelredamme , dat si horen raet jeghen hem senden souden alse omme goet dinc te spreken
186 wachte den raet van Amestelredamme dien hi ontboden hadde ende niet en quam
.
wijsheid
008 enen bode die liep om alsteen ende die wisheit van den lande mede te spreken
025 enen bode te Wesepe, te Muden ende te Diemen, om die scouten elc mit tueen wisen luden tot hem te comen
042 sende an die scepen van Wesepe , van Muden ende van Goyland hem daertoe te wisen
193 enen bode die liep om alsteen , dat hi quame tote Vredeland mit tueen van der wysheit van den lande Bernd te spreken
.
meent
040 doe hi die leemte zoende van den wive die Lambrecht Spiker scoet mit Willem van Cleve in die meente
067 was Bernd te Muden om die ghisele te spreken die beseghet waren van der meente , dat si te Vredelant in comen of men soudse bornen
122 Lambrecht Spiker tot sire zoene te helpe van den wive die hi scoet mit Willem van Cleve in der meente in des biscops dienst
.
alsteen
005 ter Nier Amestel te dingen met alsteen
008 enen bode die liep om alsteen ende die wisheit van den lande mede te spreken
101enen bode die ghinc tot alsteen ..brochten die scepen te Wesepe over dat daghedinge dat Bernd hadde teghen die van Diemen
193 enen bode die liep om alsteen , dat hi quame tote Vredeland mit tueen van der wysheit van den lande Bernd te spreken
.
goede en wijze lui
002 tueen knechten , die liepen te Muderberghe ende te Helfersem om die scepen ende omme die goede lude alse met hem te proeven wien hi daer best scoute sette
025 enen bode te Wesepe, te Muden ende te Diemen, om die scouten elc mit tueen wisen luden tot hem te comen
045 was Bernd te Hilfercem jeghen die scepen ende jeghen die beclaghet waren ..dat si der zoene souden volghen die de here van Arkle seggen soude bi den goeden luden
175 sende Bernd den Gruter te Diemen an die guede lude , dat si quamen tot myn here te Judefaes alse jeghen Arnout Scalen van horen tinste
.
parlement
129 in tueen reysen doe myn here die biscop ten parlemente reet jeghen den grave van Ghelre inder Noede
.
kogge & schip
034 was Bernd te Muden met enen cogge vol luden ende seide die zoene tusschen Janne van Zenicvelt ende Tideman van der Ha ende Janne den Wilden ende Oeschere ,
091 voer Bernd mit enen cogge vol luden te KeVlen ende sochte lude Thuus die hi gherne ghevangen hadde ende en vanter niet
130 bode dien myn here sende om die tuee baeliuwen van Waterland, Claus den Gribber ende Claus die Wael, dat si tot hem quamen tot Amestelredamme, te
133 doe Bernd was ghevaren te Gorenkom an den here van Arkel alse mit hem te spreken wat hem best dochte tuschen sine knapen ende die van Narden , want sys an myn here ghebleven waren ende borghe gheset hadden, verterde hi an coste ende an sciphure
215 ende dat coste te sciphure ende te verteren
.
.
Hilversum & Laren
002 te Muderberghe ende te Helfersem om die scepen ende omme die goede lude alse met hem te proeven wien hi daer best scoute sette
012 die wonde Willekin Alarts broeder van Hilfercem
045 was Bernd te Hilfercem jeghen die scepen ende jeghen die beclaghet waren van..
065 verterde des nachts te Hilfercem
077 sat Bernd te Hilfercem te rechte
105 was Bernd te Hilvercem ende venc den coster van Lare , omdat hi vacht
152 Bernd te Hilfercem daer Rolof Gherart Stipers broeder claghede met ere coerwonde
154 was Bernd te Hilfercem daer Danyl claghede mit ere coerwonde
166 was Bernd te Hilfercem ende leiden Peter Gherarts soen vredeloes, alse van Rolofs Stipers claghe
195 te Muderberghe , te Narden ende te Hilfercem an die scouten om die selve orbare
196 was Bernd te Hilfercem jeghen die van Narden , alse om den vrede te verclaren tuschen Goyland ende Emeland
.
Zijdewende (Zuidwend)
019 was Bernd te Wesepe ende maecte daer ene zoene van Claus Zidewint
066 was Bernd op der Zidewinde alse die zoene vort doen te gane van Dideric Hillen soens dode ende daer tontfane dat ander derdendeel van den ghelde ende bleef des nachts te Wesepe
073 was Bernd ter Zidewinde daer men mitter soene volvoer ende orvede dede van Dideric Hillen soens doot
.
dijk
038 was Bernt te Muden op den dyc ende dingede jeghen Jacob Scrivers erfname
095 was Bernd te Muden jeghen die ghene die zoden ghesleghen hadden in mijns. heren uterdyc
116 was Bernd ter Ouder Amstel ende seide daer ene zoene tuschen Jan Ruschen ende Jacob Ludolfs soen , omdat si op den Zeedyc vochten
145 was Bernd te Muden , alse te dingen jeghen luden dien hi an teech dat zoden gheslaghen hadden ins heren uterdijc
156 waren Ghisebrecht ende Henric te Diemen jeghen die scepen op den dyc
160 was Bernd te Wesepe , alse te dinghen jeghen die van der Bindelmere , om dat si niet en quamen op den dyc alsi gheboden waren
167was Bernd te Wesepe , daer hi over een droech jeghen die van der Bindelmere , wat si myn here gheven souden , omdat si niet up horen dyc en quamen
183 waren Henric van den Dorenwerde ende Ghisebrecht vten Wilghen mit Bernds knapen op den Zeedyc dien te bestaden ende doen te maken
197 was Bernd te Muderberghe daer Peter Butendycs soen claghede mit sire coerwonde
.
sluizen en zeewerken
047 was Bernd tot Amstelredamme ende sette daer scepen ende besach die slusen
069 worden vier waterlander ghevangen die vochten up Eppensloet , daer Bernd des nachts omme reet ende dedse hoeden ende des andren daghes bringhen te Vredeland
084 was Bernd te Diemerdam jeghen smale Ghisen ende sine hulpers die mit hem verdreven waren
093 was Bernd up Eppensloet jeghen smale Ghisen ende ontfenc daer die borchtuchte alse an myn heren te bliven van Diderics dode van Cleve, ende voer vort op Amestelredam
124 sende myn here die biscop Bernde te IJ stonden te Nien Vene ter kerke in Holland om ene zoene te maken tuschen heren Dideric van Outshorne op die ene side ende die van Amestelreland up die ander side
.
brug
011 was Bernd jeghen Willem van Spaengen ter Gheyne brugge ende versoenden den dootslach van Dideric Hillen soen , doe bleef hi des nachts te Wesepe
.
markt en kooplieden
103 sende Bernd Henric sinen broeder ende Ghisebrecht vten Wilghen tot Amestelredamme alse om Didekens Mercemans goet te eyghen vor dat ghelt dat hi den here sculdich was
117 was Bernd te Wesepe ende waende daer ghevangen hebben Alebrecht Goyers soen , omdat hi vule botter ter market brochte tUtrecht
121 in jaren ons Heren dusent drie hondert ende sesse in die marct van Amestel te hoeden
127 binnen der tyt dat myn here die biscop te Zulen lach ende hi Bernd ontboden hadde alse die lude te warven van Midrecht van Gherart Ments suster dode , ende die van Goyland van den doden wive , ende Didekin die merceman van Amestelredamme ende ander orbare die hem myn here bevolen hadde
173 ter selver tijt wart Wilkin Mercemans kint van Narden up der Loesdrecht doot ghemalen , dat die van Narden mit wapender hand halen wilden , daer hem Bernd jeghen sette mit luden
181 doe die van Amestelredamme vochten tot Amestel in die marct jeghen Henric van den Dorenwerde ende Bernds knapen ende men an beiden siden versamende al den nacht , wart Ghisebrecht vten Wilghen een perd doot ghereden
205 jeghen Ghisebrecht den merceman
.
koster
105 was Bernd te Hilvercem ende venc den coster van Lare , omdat hi vacht
204 jeghen Dideric den coster
218 Dideric die coster viij vimmen stroes
.
turf
076 was Bernd te Muderberghe te dinge jeghen Hanneken Zwarts soen , om dat hi torf wech voerde over besettinge
104 was Bernd te Narden , ende seghede daer die zoene van Hanneken Zivarts soen , om dat hy torf wech voerde over beset
.
.
