juni 2023

de kuikensteen uit Baarn

vondst van het jaar

Machteld Olthof uit Baarn is 14 juni jl. tijdens de algemene jaarvergadering van AWN Naerdincklant onderscheiding voor de Vondst van het Jaar 2022 voor dit object, aangedragen op de najaarsvondstenavond van de vereniging. Het is afkomstig uit haar achtertuin. Er komen daar resten voor tot diep uit de middeleeuwen. Zij deelde haar vondst met Jan van der Laan van Baerne en zij namen het mee om ons te laten zien. Een relatief zeldzaam object dat tot de verbeelding spreekt. Mede hierom is Machteld terecht onderscheiden.

voorzitter Sander Koopman feliciteert Machteld Olthof met de onderscheiding

naam en functie

Objecten van dit type zijn van geglazuurd aardewerk en hebben, op één uniek exemplaar na steeds negen kuilen. Ze komen, zo lijkt het, alleen in Nederland voor, in verschillende provincies. Voor zover we weten bestaat er geen contemporaine beschrijving of afbeelding van object. Voor hen is op een gegeven moment de gevleugelde naam ‘kuikensteen’ bedacht. Dat is op zich prima, mooie objecten verdienen tenminste een eigen naam. Dan kunnen we ernaar verwijzen. Echter is het ook vanzelfsprekend dat men een gissing maakte naar de functie. Was het de naamgever of een ander, men schrijft nadien steeds dezelfde functie eraan toe. En u weet als vaste lezer van deze rubriek inmiddels hoe dit zo vaak gaat. In onze digitale wereld is het gemakkelijk informatie te zoeken. En als eenmaal iedereen hetzelfde vermeldt, is copy/paste zo gebeurd. Zonder dat er ooit een bronvermelding nog aan te pas komt. Als één museum of vereniging het zegt, zal het kloppen & zo verspreidt de vlek zich razendsnel uit. In onze aflevering over de Deuvikken constateerden wij reeds dit onverwachtse en ongewenste gevolg van de digitalisering. Hoe deze waanzin te stoppen?

deze gevonden te Beverwijk

Overal lezen we dus ‘De drinkbak voor de kuikens van kippen is voorzien van kleine holletjes waaruit ze kunnen drinken. In een grote drinkbak zouden de kuikens kunnen verdrinken‘ of woorden van identieke strekking. En ieder die voor een collectie of blaadje aan zo’n object aandacht besteedt, neemt dit over zonder na te denken. Vertrouwend op de wijsheid van de massa. Nergens wordt deze hypothese onderbouwd, naar een bron verwezen of ook maar getwijfeld dat er ook andere mogelijkheden kunnen zijn. We kunnen constateren dat functieomschrijving verwijst naar de naam maar niet naar kenmerken van object. Deze realistische constatering doet wel zeer..

Johannes Rosierse (Dordrecht, 11 september 1818 – aldaar, 16 november 1901), een romantische kunstschilder, voornamelijk bekend door zijn interieurs met figuren, meestal bij kaars- of lamplicht, heeft op één van zijn werken een kuikensteen afgebeeld. Datum en verblijfplaats van deze schilderij zijn onbekend. Via zijn leermeesters maakte hij kennis met het werk van zijn Dordtse voorganger Godfried Schalcken (1643-1706), die bekend was om zijn interieurs bij kaarslicht. Al snel adopteerde hij dat genre en ontwikkelde het tot een specialiteit, net als diverse andere schilders dat toentertijd deden, zoals een Petrus van Schendel en Joannes Vaarberg.

Dat hij schuldig is aan de drinkbak mythe, zouden wij niet willen beweren. Hij heeft in zijn tijd wel erkenning gekregen maar niets vergelijking met Schalken. Het werkje zal dus in ieder geval aan deze opvatting hebben bijgedragen.

Let wel, er is geen contemporaine naam met functieomschrijving overgeleverd. Met de gevleugelde term kunnen wij leven. Het is compact en objecten hebben dus nu eenmaal een mooie naam nodig. Van de functieomschrijving geloven wij hier in ‘t Gooi echter niets. Noch Machteld Olthof, noch Jan van der Laan, noch iemand die ons exemplaar heeft bekeken. Als u de foto ervan bekijkt, zich niet op enig naam fixeert maar open staat alleen voor wat u ziet (of zelf wel eens met jonge pluimvee gewerkt hebt), kunt u toch niet anders dan twijfelen aan de gangbare hypothese.

Mochten kuikens een veilige drinkbak vroeger behoeven, dit waren het vast niet. De ergonomie van de stenen pleit juist hier tegen. De pootjes van de kuikens kunnen zich niet bepaald goed vastzetten, zeker als het om de middelste kuil gaat. Bij een oploop van dorstige beestjes zouden de voorsten gemakkelijk in de die kuip kunnen vallen. Weliswaar zullen ze nog niet verdrinken maar dat zegt natuurlijk nog maar weinig. Want wát dan zo handig voor boer of kuiken hieraan was, blijft volledig onduidelijk, al schrijft of copy/paste iedereen elkaar na. Ook al omdat zodra het waterniveau ietwat gezakt is, het sowieso moeilijk wordt voor het beestje een slok te nemen zonder meteen een badje te nemen.

Een exemplaar gevonden op de Bloemgracht zorgde voor vraag 17 van de Amsterdam Pub Quiz. U neemt het goed in u op, indien dit soort spelen van uw gading is. Multiple choise dwong de makers tenminste enkele geloofwaardige alternatieven te verzinnen.

Wetenschappelijk is dus niets bewezen, alle hypothesen zijn dan in principe mogelijk. Maar in onze ogen is het eerste alternatief natuurlijk en logisch.

Wij zien er eierplaten in, vermoedelijk voor eendeneieren, die vroeger nog meer dan kippeneieren werden gebruikt. Negen kuipen kunnen 14 piramidaal gestapelde eieren houden. Andere typen bezitten nog vier kleinere holen, waar stokjes in kunnen passen zodat de platen misschien gestapeld kunnen worden.

archeologie

Saillant lijkt hoe een vaag idee rondom een object ook de serieuze wetenschappelijk beschouwing van exemplaren kan beïnvloeden.

In “Archeologisch onderzoek naar twee kloostergemeenschappen aan de Nieuwe Kamp in Utrecht, Basisrapportage Archeologie 12” uit April 2010, professioneel uitgevoerd door de afdeling Stadsherstel, lezen we het volgende: “6.3.7 Burgerperiode (1633-1900)

Nieuwe Kamp Utrecht

In 1633 is het hospitaal opgeheven. Waarschijnlijk is dit dan ook de sluitdatum van diverse van de hierboven beschreven vondstcontexten. Het oude kloosterrein wordt vervolgens door het stadsbestuur verkocht aan particulieren. De oude kloosteropstanden worden gesloopt of op rigoureuze wijze ingepast in nieuwbouw. Naast stedelijke bewoning worden er vanaf dat moment waarschijnlijk eveneens verschillende ambachten op het voormalige kloosterterrein uitgeoefend. Een terracotta mal voor de productie van in keramiek of in pleister uitgevoerde bouwelementen is mogelijk een aanwijzing voor een dergelijk ambacht. Hoewel ArcheoSpecialisten geen keramiek uit deze periode onderzocht heeft, zijn ook uit dit tijdvak enkele ‘losse’ objecten de moeite van het bespreken waard…

…Moeilijk te verklaren is de vondst van een zogenaamde kuikensteen met een negentiende-eeuwse datering (catalogusnr. 93). De steen diende om kuikens te laten drinken zonder dat de beestjes verdronken. Het is een type voorwerp dat eerder op een boerenerf verwacht mag worden. Een pispot…” Wanneer de verbeelding op hol slaat, is het moeilijk weer in toom te brengen. Het probleem van een late datering van object in een vroegere context, is er alleen als je aanneemt dat het ook zo is. Dan ga je zoeken naar boerenerven die er nooit geweest hoeven zijn.

In ons eigen Westerheem werd in 1991 aandacht gegeven aan onderzoek naar het Huis te Ramp

“Aardewerk

In grote lijnen geven de aardewerkvondsten het normale beeld van een woonplaats uit de 16e tot 18e eeuw. Ruim de helft bestaat uit het bekende roodbakkende aardewerk met loodglazuur, ware.

in Rotterdam

Roodbakkend met loodglazuurde rest, gerekend naar afnemende hoeveelheid…

…Langs de oostelijke muur werden zeer veel kleine brokken gevonden, vaak sterk verweerd en afgesleten, waar nauwelijks iets in te herkennen valt en nog minder samen te voegen. Er zijn veel pootjes en oren bij, randen van kommen, standringen, een paar stelen, een herkenbaar deel van een vet-vanger, een kuikensteen, een vergiet, een halsfragment van een hoog, wellicht 16eeeuws drinkbekertje. De ouderdom van dit aardewerk valt niet altijd eenduidig vast te stellen.”

Een 19de-eeuws kuikensteen past niet in de periode 1500 – 1800. Van ons hoeft die ook niet per se verklaard te worden. Wellicht past hij gewoon in de context waarin die ook daadwerkelijk gevonden wordt. Het huis werd in 1775 gesloopt en dit mag gelden als een terminus ante quem voor in elk geval deze steen.

Broek in Waterland

In Broek in Waterland, in de Broeker Bijdragen van november 1990 lezen we over Broeker bodemvondsten. Onder het schelpenpad van de heer en mevrouw Dekker, Havenrak 17, kwamen omstreeks 1966 stukken boven in een 17de/18de eeuws context plus een kogelpot uit de 13de eeuw. Hierbij ook een kuikensteen.

Een outlier vormt een stuk op de tentoonstelling “Töpfer Kramer Pottenbakkers, Keramik zwischen • Keramiek tussen IJSSEL & BERKEL” uit 2000. In het hoofdstuk “De opbloei van de aardewerknijverheid in Gelderland en Overijssel na 1800 en de rol van Duitse immigranten” lezen wij “4. Doesburg

4.1. De vijf Doesburgse pottenbakkerijen..

…Ook van het gebruiksaardewerk van omstreeks 1920 is op de zolder van de fabriek nog het een en ander teruggevonden. Het toont een veelheid van invloeden: de stooftesten zijn naar Duits model, de wasteiltjes Gouds, de kuikensteen en de melkpot Fries, de komforen zijn half Gouds, half Fries (Zie afb. 7 en 8). Het bevestigt het ontbreken van een oorspronkelijke lokale traditie, en verraadt de herkomst van het assortiment: alles wat aan het eind van de negentiende eeuw populair was, en dat waren vooral Duitse, Friese en Goudse voorbeelden.”

De tekst bij de afbeelding bevestigd dat er zelfs Friese invloeden aan de steen worden toegeschreven. Wij hebben kuikenstenen teruggevonden in Brabant, Holland en Gelderland maar nog net niet in Friesland. Ze zullen er wel geweest zijn. Maar goed, het is mogelijk dus dat hier in Doesburg zulke objecten nog werden (na)gemaakt en wellicht als drinkbak bij pluimvee hobbyisten aan de man werden gebracht. Als ze als drinkbak gemaakt, verkocht en gebruikt zijn, zijn het tenminste ook drinkbakken. Waar wij echter deze beschouwing aan besteden is de wetenschappelijke vraag wat de reden & oorsprong van object mag zijn. Het Doesburgs verhaal raakt aan de later ontwikkelde folklore eromheen.

Mocht u nog op zoek zijn naar een kuikensteen, in Amsterdam staat één aldus te koop: Kuikensteen 19 e eeuw Muffin Pan, Earthenware, Amsterdam, Glaze, Lead, Pottery.

op het moment te koop in Amsterdam..

Dus dat kan ook!

typen

Met vijf exemplaren is het Openluchtmuseum te Arnhem nogal rijk voorzien van deze relatief zeldzame objecten. Verder vertegenwoordigen die allen verschillende typen van zijn soort & hebben zij een bibliotheek die in staat is snel en kundig respons op navraag te leveren.

arnhem NOM.34391-62

Aldaar is inventarisnummer NOM.34391-62, die de meest eenvoudige, klassieke uitvoering heeft. Een tegel met een min of meer recht opstaande rand, enkel een binnenrand als versiering en negen regelmatige kuilen, mogelijk allemaal uit één mal. Omdat zaken veelal maar niet altijd van simpel naar complex evolueren, mogen we hierin de oervorm van de kuikensteen zien.

arnhem NOM.41788-72

Inventarisnummer NOM.41788-72 gelijkt nog het meest op onze steen. Een extra rij met noppen is toegevoegd, waarmee het minder snel uit de vingers glipt.

Tenslotte is er de klassieke uitvoering zoals bij inventarisnummer NOM.36567-66. De rand is teruggezet, waardoor je van alle kanten een hoekje pakt als je het wilt verplaatsen.

arnhem NOM.36567-66

Hiertegenover zien we meer rustiek uitgevoerde ontwerpen. Men zou het er nog over kunnen hebben of “omlijnd door gegolfde rand” en “rand is met duimindrukken versierd” subtypen zijn. De functie hiervan is eenvoudig te duiden. Hierdoor waren ze weer gemakkelijker te hanteren. Wel lijkt ook hier een evolutie in de functionaliteit hebben plaatsgehad, hoewel met zo weinig archeologie het slechts veronderstellingen kunnen zijn.

De oertype hiervan is te koop in Amsterdam. De negen kuilen lijken nog wel ongeveer even groot maar zijn niet helemaal symmetrisch aangebracht. Dit lijkt duidelijk een verschil met de klassieke uitvoering.

exemplaar te Breda

Maar de meeste overgeleverd rustieke typen hebben nog iets extra’s. Vier kuiltjes rondom de middelste kuil. Een enkel maal zijn het echt gaten waarin een stok past. Vaak echter niet meer dan een kuiltje, waar je een kwartelei tussen de eendeneieren kwijt zou kunnen. Mogelijk paste daar een tussenstuk waarmee ze toch gestapeld konden worden. We weten het echter niet.

arnhem N.3619

Arnhem N.3619 is weer de variant met de teruggezette rand. De tegel heeft in dit geval een zeer rustieke uiterlijk gekregen.

Hiertegenover bestaat ook een uitvoering met een overstekende rand, zoals bij Arnhem NOM.5170 45.OV. Van de klassieke uitvoering is dit nog niet teruggevonden. Daar ontbreken de extra kuilen ook steeds.

arnhem NOM.5170-45.OV

Verder is er een bij Haffmans te Utrecht geveilde exemplaar die de vier extra kuilen aan de rand van de steen bezit. Merkwaardig lijkt het dat er niet meer zijn teruggevonden van dit type.

geveild bij Haffmans in Utrecht

Heel bijzonder is een exemplaar met zes kuilen, zonder extra kuilen maar wel van versiering voorzien. Verblijf onbekend. Voor wat materiaal en uitvoering met gegolfde rand betreft, nemen we het graag op in de familie. We komen echter wel op de grens van andere eierschalen, zoals deze Poolse die nog steeds gemaakt wordt.

Verder nog?

Op zoek naar kuikenstenen zien we hoe een gevleugelde naam van een tot de verbeelding sprekend object allerlei onvermoede consequenties heeft. Zelfs de aanzet tot allerlei veronderstellingen waar men eenmaal verondersteld maar moeilijk van afstand vermag te doen.

Er zijn er zo weinig stukken en vele typen kennen we slechts uit een enkel exemplaar. We weten niet waar ze gemaakt zijn en nauwelijks wat hun verspreidingsgebied was. Het is van het grootste belang de familie goed in kaart te brengen om iets meer over te kunnen zeggen.

exemplaar uit de Lakenhal te Leiden

Maar wat als nu, in de tijd voordat we ons telefoon voor ons lieten denken, de term voor deze objecten minder bekend was? Of degene die op zo’n object stuitte het eventueel wel kende maar verwierp en een ander naam voor dit gebruikte? Kuikenstenen kunnen in verzamelingen onder andere namen voorkomen.

In dit verband is het wel aardig te wijzen op het jaarverslag van AWN Naerdinklant 1984. Hierin komen wij onder de veldverkenningen het volgende tegen:

“voorjaar 84

S: Vreeland “Vredehorst”

0: losse vondst

V: zg eiertegel

D: wsch 18e eeuws

M: S.Pos, H.Aalderink”

uit kasteel Egmond aan de Hoef

De onvolprezen voorzitter en later erelid Siem Pos doet ons hier weer eens grote eer aan. Helaas is de huidige verblijfsplaats onbekend. Dus of het in de familie hoort (waarschijnlijk wel) en wat voor type, blijft onbekend. Maar het onderzoek gaat door!

Een kuikensteen aanmelden of ander feedback?

yjk

addendum

De eiertegel van Vredehorst, de tweede kuikensteen uit ons gebied is teruggevonden.

Dankzij onze lid Kees Beelaerts is het teruggevonden.

Het blijkt van het rustieke type met overstekende rand.

Wij danken Kees Beelaerts en Anton Cruysheer voor deze mooie aanvulling.

addendum II

UIt het oosten van het land werd ons een oud exemplaar gemeld. Het betreft hier een rustiek type. Wat deze zeer bijzonder maakt zijn 12 met stempel aangebrachte eendjes. Er kan weinig twijfel bestaan voor waar dit object volgens de maker toe diende..

Afmeting van de steen is 20 x 19 cm. De hoogte is 4 cm. Hartelijk dank aan Evert Ulrich van afdeling Twente voor deze fijne aanvulling.