Oktober 2019

begin van de Beukenlaan

Gooier Schans aan de Vuursche

Er zijn zo van die stille plaatsen die de toevallige voorbijganger nauwelijks kunnen toefluisteren van hun saillante geschiedenis. Zo’n saillante plaats is hier aan het begin (of het einde, net waaruit je het bekijkt) van de Berkenlaan, achter landgoed Groot Kivietsdal, bij de sloot die sinds 1750 definitiever dan ooit tevoren de provinciale grens vormt, de Hollandse Sloot en waarlangs een fietspad loopt. Maar deze Berkenlaan is ouder.

Deze weg, in oude stukken geduid als de (Oude) Laapersweg, loopt kaarsrecht door het bos aan op de zogenoemde Zes Wegen, een punt waar het de Zevenlindenweg kruist. Hij loopt parallel aan de Kloosterlaan/ Lage Vuurscheweg. Deze behoren tot de oudste wegen over de Vuursche.

Ooit denderde de weg voort ’t Gooi in, richting Laren met een aftakking naar Hilversum, aldaar Oude Amersfoortse Weg genoemd. We mogen hier oorspronkelijk een dubbele karrenspoor veronderstellen. Hier nabij zijn enkele grafheuvels, verderop onthult de LIDAR-foto raatakkercomplexen. Deze zijn allemaal nog ouder. Maar deze oudere wegen, die ’t Gooi met de Vuursche verbinden zijn tenminste 1000 jaar oud. Mogelijk veel ouder. Ooit had de Hamalandse graaf hier op de Vuursche een hof en via deze wegen moest men deze kunnen bereiken. De hof zou later nog bekend zijn bij de regionale boeren als de Hof van Elten, een langwerpig terrein aan de Zevenlindenweg met een lage omwalling.

Op het hoge, droge zand van ’t Gooi was een weg geen probleem. Als de karrenspoor er eenmaal ligt, gaat het vanzelf, generaties lang. Wanneer een spoor te diep wordt, kun je eenvoudig ernaast opnieuw beginnen. Regels waar en hoe, allemaal (inter-)buurschappelijk af te handelen.

pijltje toont tweede kaart

Hoogtekaart met Omgeving Blokhuis en Hollandse Schans aan de Vuursche

Verbindingswegen door het veen waren echter geen sinecure. Landschap, archief en hoogtekaart verwijzen naar het veen hier ooit aanwezig. Allemaal verstookt. Het moet een veel vochtiger omgeving zijn geweest. Vele paden en weggetjes door het veen zullen alleen in het seizoen of bij goed weer beschikbaar zijn geweest. Een betrouwbare weg door het veen zal eenmaal aangelegd ook onderhoud nodig hebben gehad. De twee parallelle wegen houden ook rekening met de toentertijd aanwezige vennetjes, waarvan het Hilversums Wasmeer een restant is. Kievitsdel verwijst naar zo’n vennetje. Op de kaart van de Vuursche heerlijkheid uit 1597 is hier nog vermeld een “Ravesway”, nog zo’n waternaam.

Naar de verhoudingen van die tijd, mogen we veronderstellen dat oude Gooilanders onder toezicht van hun landsheer deze wegen onderhielden, waarvan de Lage Vuurscheweg nog sporen aanwezig draagt. Hoe geïsoleerd ’t Gooi lag aan het eind van het eerste millennium is tegenwoordig moeilijk voorstelbaar. Het lag omgord door dikke onbewoonbare veenpakketten behalve een havenmogelijkheid in het noorden aan het Almere. Over land was de rest van de wereld slechts over deze twee wegen op een betrouwbare manier te bereiken. En dan was je pas op de Vuursche. Via een weggetje op Soest of Zeist, bij Bavoort misschien de Eem over om nog verder ooit bij de Rijn te komen, waar alle beschaving vandaan kwam.

noordoosthoek Vuursche in 1597

Toen de vervening reeds enkele eeuwen gevorderd was, heeft bisschop Jan van Arkel rond 1350 drie keer de Eemnessers verslagen en de Leeuwenpaal opgericht. Vanaf deze paal bepaalde hij een nieuwe grens tussen het Gooiland en zijn Sticht, geraaid op zijn eigen dom. Een groot gebaar. En eerlijk is eerlijk, hadden de Hollanders gewonnen, was het Gooiland uitgebreid tot de oevers van de Eem. Sterker, heel Utrecht had staatsrechtelijk onder de Graaf van Holland gekomen.

Dat na menig dispuut 400 jaar later zijn idee definitief gestalte kreeg, kon niemand toen zeker weten. De Eemnessers waren Stichtse onderdanen aan de Eemdijk geweest, toen de graaf van Holland hun naar zijn (Gooische) land had gelokt met aantrekkelijke voorwaarden, over de Wakkeredijk, naar Oost Holland. Erg onbehoorlijk, vonden sommigen van Stichtse zijde.

De heropname van de Eemnesser boeren met inbegrip van het grondgebied van Oost Holland kwam neer op een flinke annexatie ten voordele van de bisschop. Over het gebied van de Vuursche en tussen de Vuursche en Hilversum was zijn claim echter fragieler. De gebruikers van dit laatste hadden nooit staatsrechtelijk onder het Sticht gevallen. Zowel Hilversum als de Vuursche hoogte was altijd Gooiland geweest in hun ogen en de Gooilanders zouden het Stichts gezag eeuwenlang betwisten. Nog eeuwen zou de Vuursche worden omschreven als een heerlijkheid in twee landen, later provincies. Op kaarten van de 17de en begin 18de eeuw, zoals de kaart van Sinck uit 1619, is de Vuursche dan ook ingetekend als vallend onder Holland.

Vuursche op de kaart in1619 in het wit, hoort bij Holland (noorden onder)

Op de uitsnede van deze kaart zien wij in het midden vermeld “Block huis” en hier direct boven “Die Goyse Schans”. De schans zelf is enigszins schematisch weergegeven. Dit was niet ongewoon bij dit soort kaarten. De schans was hier een middel om van Hollandse zijde deze oude weg te controleren, zoals ook het blokhuis diende. Er is geen praktische reden waarom het schanswerk zomaar honderden meters naar het zuiden zouden lopen. De hoogtekaart geeft ook geen aanleiding hier aan te denken.

Met deze oude kaart in je hand kon je echter weten dat je op je route deze dingen kon tegen komen. Richting Hilversum is hier bij “nieuwe wech” een soort van overbrugging ingetekend. Een boogbrug heeft hier nooit gestaan. Waarschijnlijk heeft de tekenaar duidelijk willen maken dat we, vanuit de Vuursche komend naar Hilversum, na schans en blokhuis kon uitzien naar een stukje diepe weg, weggezonken tussen de bergjes. Of juist deze weg in plaats van een oudere, nu onaantrekkelijk geworden weg in de plaats is gekomen of dat de nieuwe weg gewoon een route door de bergjes neemt, is van deze kaart niet op te maken.

Het waarschijnlijkst is dat we hier de Nieuwe Laapersweg treffen. Hieruit is de moderne, grote weg voortgekomen, de Hilversumse Straatweg. Een blik op de actuele hoogtekaart toont de grote strook door deze weg gevormd, gekruist door diverse lijnen. Verschillende cultuurlagen, die dus ouder moeten zijn dan de grote weg. De Nieuwe Laapersweg kom in beeld in de loop van de 16de eeuw. Een oude deel van die weg is op hoogtekaarten te ontwaren iets ten noorden van de grote weg. Deze verbond ooit de hoeve van de Hoge Beuk aan de Vuursche bij de Zevenlindenweg, via het Laapersveld met Hilversum. Ten zuiden van die hoeve liep een weg van de Zevelindenweg op Baarn. Toen de hoeve verdween, alleen zijn naam en enkele beuken achterlatend, zijn de twee wegen zo verlegd om op elkaar aan te sluiten. Hieruit ontstond op den duur de grote weg.

plat van het blokhuis (noordoost punt) & omgrachting

Het begin van de Beukenlaan is ingesloten tussen de Golfbaan en sinds kort een hondenuitlaatterrein, een afgezet stukje bos om hondenuitlaatservices ter wille te zijn. Hierachter komen we weer in het open bos. Vrij snel kunnen we hier waarnemen enige diepten weerszijden van de laan. De rest van deze laan en de meeste lanen in de buurt hebben dit niet. Een kleine bult op de weg schept de mogelijkheid, door bijvoorbeeld deze af te zetten of een brandje te steken, een wagen komend uit de Vuursche te dwingen of rechtsomkeer te maken of links of rechts de kuil in te rijden. Dit laatste zou nog wel net kunnen zonder de wagen te breken. Het gaf de mogelijkheid van Hollandse kant de boel te controleren of douaneverantwoordelijkheden uit te voeren. Het is echter ook mogelijk dat de diepten nat waren zoals een Ravenswaai en Kivietsdel tot relatief kort geleden dat waren. Wellicht zat hier vroeger reeds een vennetje. Mogelijk was het veen hier relatief diep goed tot op een grotere diepte en heeft men van de achtergelaten gaten slim gebruikgemaakt met enige aanpassingen.

De waarschijnlijke plaats van de blokhuis is achter al het hekwerk weerszijden van de laan behoorlijk aan het oog onttrokken. Je kunt er niet meer omheen lopen. Feitelijk rest niets meer meer van enig bebouwing maar op de hoogtekaart doen de parallelle lijnen van de omgrachting de gewezen plaats vermoeden.

Zijn beiden contemporain of anders, wat was eerst? In de archieven zijn aanwijzingen hierover (nog) niet boven gekomen. De Gooise Schans komt veel vaker in de stukken voor omdat deze op de grens van de Vuursche heerlijkheid zich bevond. Ook eenmaal geslecht, liet het blokhuis (op enkel subtiele grachtjes na) geen sporen na maar die diepten aan weerszijden van de weg bleven zichtbaar. Mogelijk heeft het schanswerk in de middeleeuwen gediend om op agressieve wijze controle te houden over deze toegang tot ’t Gooi terwijl het blokhuis meer een accijnsfunctie heeft gehad in de later steeds meer uitbrekende perioden van vrede en handel. Aan de grote weg, de Nieuwe Laapersweg lijkt het zogenoemde Zouthuisje ooit een zelfde soort functie te hebben gehad.

Vuursche rond 1539 (noorden onder)

Een kaart uit omstreeks 1539 laat hier nabij nog iets zien. Daar zien wij tussen “t herde vā Laperswech” en “de nieu wech” “’t blochuys”. Daarnaast is afgebeeld “d oude cruys”.
Hiermee komen we op een saillante verhaal van deze plaats..
Kruizen komen vaak voor in de topografie in verschillende hoedanigheden. Vaak duiden ze op een kruispunt der wegen, zoals bijvoorbeeld “de Hoogte van het Kruis” onder Hilversum of “Cruysbergen” onder Bussum. Soms zijn er zogenoemde vredeskruizen, waar een stads- of gerechtsvrede aan de randen van een grondgebied kon worden afgekondigd om er een vrijmarkt te houden. Er zijn dwaalkruizen om moerige heiden te doorkruisen. Sommige kunnen gewoon vrome kruizen zijn. Echter enkele zijn memoriekruizen, opgericht om te gedenken.

De plaats van het kruis aan de Laapersweg wordt hier en daar in archieven genoemd en gebruikt op enkele oude kaarten om de afstanden mee te delen. Het heerlijkheidsarchief van de Vuursche bezit een vermelding in een afschrift van een submissie van rond 1472 in een uiterst leesbare 15de-eeuws schrift.

Er staat:

“Item dattet Cruys bydie Vuerse aldaer is geheset om den ghene die daer
doot geslagen was en niet om een paelscheydinge tusschen den stichte
ende goylant“

En in de volgende alinea:

“Item dat die gheen die daer geslagen was en die den dootslach deden
beyde waren wt goylant en In goylant woenden en die den dootslach
gedaen hadden daernae niet en dorsten comen Inden stichte anxt hebbende
hadmen hem aldaer gecregen datmen hem daer zoude aengetast hebben
en gerecht”

Een beetje merkwaardig is de laatste alinea wel. Twee Gooilanders, doodslag en een kruis op een plaats die zij beiden voor Gooiland moeten hebben gehouden. De dader zal toch eerst angst hebben gehad in zijn eigen Gooi aangehouden en berecht te worden. En de oprichter van het kruis, familie van de geslagene of de dader, bij wijze van boetedoening, waren allen waarschijnlijk dus ook Gooilanders. Meer informatie geeft het stuk niet. Het is een opsomming van redenen waarom de Vuursche Stichts zou zijn. Hollanders hadden ook zulke stukken, die hun kant op redeneerden.

Op het het eerste gezicht pleit het stuk (angst om in Utrecht om zijn misdaad gestraft te worden) voor Stichtse soevereiniteit ter plaatse. Nader beschouwd laat het zien dat hier Gooilanders hier een kruis plaatsten om één hunner te gedenken, tussen de Gooier Schans en een, naar wij aannemen Hollandse douanehuis. De facto lijkt deze uithoek van de Vuursche nog Hollands.

Waar echter ieder 15de-eeuwse Gooilander dit kruis mee zou associëren lijkt mij een gebeurtenis dat daadwerkelijk traumatisch was voor vele families. Wellicht zelfs de ware reden voor een gedenkkruis.
In 1348, na afloop van een bestand tussen Holland en Utrecht kwam Jan van Arkel met de Utrechtse burgerleger des achten daghes na Sunte Margrieten daghe (19 juli) mit ontwonden bannieren getogen op een groot, groen velt geheten Lapers, leggende bi dat dorp van Emenesse.. en overwon de Gooise boeren en Oost-Hollanders. Hun aanvoerder Melis van Mynden werd gevangen genomen en velen bleven dood achter. De slag verdient zeker meer aandacht op zich. Waarom hier? Hoe kan het allemaal gegaan zijn? Wat speelde allemaal mee?

Hier is het genoeg er bij stil te staan dat vele Gooilanders hier gevallen zijn en dat het kruis hen hier zo niet herdacht, toch in herinnering bracht. Het is verdwenen. Hoe en wanneer (nog) niet bekend. Misschien meegenomen of omgetrokken en stuk geslagen. Misschien omgevallen en ligt het er nog. Dens-4 herinnering aan de slag moet voor de opeenvolgende generaties lange tijd indruk hebben gemaakt.

Wat was het Laapersveld? Het is verre van duidelijk. Etymologisch onduidelijk. Contextueel evenmin, onduidelijk waarom hier in een betrekkelijk wildernis een groot, groen velt, Laapers of anders geheten, zou moeten zijn geweest in het midden van de 14de-eeuw. Nog op topografische kaarten van rond 1900 is hier iets ten noorden in het Baarns veen een boerderijtje getekend met de naam Groeneveld. Dat zal niets met de gelijknamige landgoed bij Baarn te maken hebben. Het is goed mogelijk dat op het land van deze boerderij de slag is uitgevochten. Het is zeer waarschijnlijk afgebeeld op de kaart van 1597 als een bruin (!) gebied noordoostelijk van de Vuursche. Helaas anoniem.

Was hier dan in 1348 geen schans of blokhuis? We weten het niet. Als het Laapersveld iets bijzonder was, zou het kunnen. Als de Stichtsen verwacht werden, zou een voorbereiding net voor de slag voor de hand liggen. Maar de directe weg naar Eemnes ging hier niet langs. Deze ging over de Zevenlindenweg en Bosbadlaan. Rond de Bosbadlaan zijn veldarcheologische aanwijzingen die een verwacht ontvangst der Utrechters hier doet vermoeden. Zo hier op de Beukenlaan enige verdedigingswerken en manschappen aanwezig waren, het is niet genoeg gebleken.

Trouwens, op de hoogtekaart sluit de diepe, natte grensgreppel die vanuit het noorden langs het Zouthuisje komt, precies aan op een droge kleine grensgreppel naar het zuiden. De kaart van 1597 geeft echter op het uiterste van de Vuursche een inschinkeling weer, zoals die tegenwoordig voor landgoed Kivietsdal aan de Hilversumse Straatweg er is in de provinciegrens, door twee leeuwenpalen aangegeven. Ook op andere kaart van 1625 is dit gesuggereerd. Het was een goed gewoonte, waar een weg van enig belang een grens kruiste, deze grens langs de weg een klein stukje te laten verspringen, dwars dus op de eigenlijke richting van de grens. Hiermee werd een soort niemandsland gecreëerd, waar iemand kon worden aangehouden of juist iets of iemand uitgewisseld kon worden. Je vind ze overal, ook rond de Vuursche. Het zou kunnen dat niet het midden van de greppel vanuit het noorden als lijn gold maar de zuidrand. Geeft een inschinkeling van enkele meters. Het kan dat de huidige grensgreppel (tussen Baarn & de Bilt)  naar het zuiden, een parallel lopende greppel heeft gehad iets ten westen. Maar deze is dan helemaal verdwenen. Dat parallel aan deze greppel of een gerend lijn die Vuursche heerlijkheid tot aan de Hollandse sloot deed reiken, waar de Berkenlaan de provinciegrens raakt, zou heel goed door de (Vuurscher) maker van de kaart gesteld zijn, of dat hij dat dacht of vond. Dat we nu zouden stellen, dat de Vuursche nooit tot op die sloot heeft gelopen, hoeft hij zich achteraf niet aan te trekken. Allemaal omstreden gebied. Hilversum, Baarn en de Bilt hadden allemaal hun claims hier.

Opmerkelijk is nog dat de provinciale grenslijn uit het noorden, doorgetrokken zonder inschinkeling, precies uitkomt waar de Beukenlaan die grens raakt. Het kan haast geen toeval zijn maar het fijne daarvan lijkt opgegaan in de misten der tijd.