september 2021

het dijkje vanuit het noorden

een dijkje op de Blaricummerheide

Wanneer is een dijk een wal? En wanneer wordt een wal een dijk?

Een absolute grens is er niet. Een waterkerende functie zal er iets mee te maken hebben. Een droge weg door een nat gebied mag een dijk heten. Maar niet altijd mag je over een dijk rijden. Anderzijds kun je meestal wel over een wal rijden te paard of lopen. Een begrenzing heet vaak eerder wal. Het zal dus iets over de functie zeggen. Maar als je die niet echt weet, dan roep je maar wat..

Er loopt een dijkje over de Blaricummerheide. Ogenschijnlijk zomaar. Vanaf de Crailoseweg kun je hem zien liggen, als je weet waar die ligt. Zeker aan het einde van de zomer als de hei in bloei komt. Als een prachtig paarse strook boven het geschakeerde met geel gele pijpenstro begroeide veld eromheen.

het dijkje vanaf de Crailose weg

Naar alle waarschijnlijkheid heeft de dijk vroeger nog een stukje doorgelopen naar het zuidwesten. Begin jaren ’60 is de Crailoseweg verbreed en recht getrokken, waarbij een stukje zal zijn weggegraven. De wal is archeologisch nog aanwezig aan de overzijde van het pad, al is die in het veld onder de flinke heide vrijwel onzichtbaar. Misschien hoort een stukje naar de Oude Naarderweg er ook nog bij. Hij lijkt daar wel door het relatief moderne gat te lopen. Hieruit is geput voor de aanleg van de A1. Wellicht is de oude dijk voortgezet enkele meters dieper dan oorspronkelijk. Een beetje vreemd wel.

Achter de dijk, aan de zuidzijde loopt er een diepe weg. Het is over de gehele lengte iets te breed om slechts van een greppel te spreken. Op het stuk naar de Oude Naarderweg is weinig van de dijk over maar is de diepe weg duidelijk waar te nemen. Het is zeer onduidelijk of weg en dijk contemporain zijn of wat hun relatie zou zijn.

De dijk heeft een gat. In het goed bewaarde stuk tussen pad en grote weg zit een doorgang. Deze bevindt zich op het relatief laagste punt in het veld. Er loopt, zo te zien, geen weg hier doorheen. Deze lijkt mogelijk later erdoorheen gegraven maar mogelijk is het deel van een oorspronkelijk plan. De dijk vertegenwoordigt een bepaalde inspanning die in het verleden verricht moest worden. Een dijk wordt niet zomaar aangelegd. Als hierna ooit besloten is daar een doorgang te maken, is dat weliswaar een mindere inspanning maar toch extra moeite.

het dijkje naar de Crailose weg

Als de dijk ooit een langer aaneengesloten geheel was dat een eind richting Tafelberg liep & de paden die het tracé doorkruisen vroeger hier nog niet liepen, zou het voor te stellen zijn dat er ergens in die dijk een doorgang moest komen. Het laagste punt is dan net zo goed als ieder ander punt. Wellicht kwam juist een laagste punt hiervoor in aanmerking. Zolang we de functie van de dijk niet kennen, zal de functie van die doorgang ook duister blijven.

Iets wat omtrent de dijk genoemd moet worden is dat hij gericht lijkt op de Tafelberg. Vele wegen zijn hierop gericht. Echter geen van deze wegen verheft zich als dijk boven het veld. Althans niet voor zover we dat archeologisch kunnen waarnemen. De Tafelberg is sinds honderd jaar een watertoren maar lijkt in zijn oorspronkelijke vorm zeer ver terug te gaan. Het is mogelijk dat deze is opgeworpen in de bronstijd of zelfs jonge steentijd, zo oud als de oudste boeren die zich hier vestigden.

reliëffoto over de luchtfoto

Is het mogelijk dat de dijk een speciale weg was die ongeveer vanuit de richting van de ondergaande winterzon de Tafelberg benaderde? Is deze dijk een rituele weg, die ons bindt aan een zonnecultus zoals we die voor de hoge bronstijd misschien kunnen voorstellen? Het is niet onmogelijk. Het is zelfs een zeer aantrekkelijk gedachte.

Maar als moderne wetenschappelijk onderlegde geïnteresseerden moeten wij ons fantasie hieromtrent in toom houden. Hoewel mogelijk is het de vraag of dit waarschijnlijk is. Zonnecultussen zijn in het algemeen eerder gericht op de winter zonsopgang. Aanwijzingen voor die richting vanaf de Tafelberg ontbreken. Die kunnen er natuurlijk wel ooit geweest zijn en door verloop van tijd verdwenen zijn. Maar een cultus alleen gericht op de winter zonsondergang zou zeer merkwaardig zijn.

In dit geval zou de doorgang oorspronkelijk niet deel hebben uitgemaakt van het geheel. Ook het geheel ontbreken van enig voortzetting over de Oude Naarderweg, op de Tafelberghei eigenlijk, geeft wel te denken. En al moeten wij ons rekenschap van geven dat de millennia veel van het verleden heeft weggevaagd, door menselijk ingrijpen zoals landbouw of natuurlijk verwering, zijn toch vele dijkjes dichter bij de Tafelberg nog duidelijk aanwezig. Dit sluit uiteraard de mogelijkheid niet uit maar dwingt ons zeker verder te kijken. Wie weet kan toekomstig onderzoek iets van periodisering van de dijk aan het licht brengen.

reliëf me kleurcode op AHN4

En ander mogelijkheid is misschien, bij gebrek aan verdere kennis, iets waarschijnlijker. Althans ook een reële mogelijkheid. Niet alleen talloze wegen en paden gaan richting de Tafelberg. Een ander door mensen gecreëerde entiteiten zijn grenzen. We weten dat om de grens tussen Hilversum en Laren zichtbaar te maken een wal is aangelegd, daar op sommige plaatsen aantoonbaar een dubbele wal. Dus typologisch is een middeleeuwse grenswal mogelijk. Een doorgang op het laagste punt is dan ook geen probleem. Je moet tenslotte wel ergens de wal voorbij kunnen.

De grens tussen Huizen en Blaricum is in het noordoosten volledig geraaid op de Tafelberg, tot aan de oude meent toe. Deze lijn die door niets op de grond wordt aangegeven, geeft waarschijnlijk de eerste middeleeuwse onderverdeling weer van het Gooiland in een noordelijk op Naarden gericht gedeelte en een zuidelijke Larecarspel waar Hilversum en Blaricum onder gevallen moeten hebben.

Dichter bij de Tafelberg zwenkt die grens een aantal keer van links naar rechts. Dit geeft aan dat hier nog onopgehelderde verhalen achter schuil zullen gaan. Op het pad achter de Tafelberg aangekomen maakt de moderne grens een lijn recht over de Tafelberg naar het uiterste noordoostelijke punt van Crailo, aangegeven met met enkel grenspaaltjes.

Deze grens loopt nu dus ten noorden van onze dijk. Zeer waarschijnlijk heeft een veel oudere grens gelopen in het verlengde van de noordoostelijke grens, door tot op de Tafelberg en hierop waarschijnlijk rechtdoor, uitkomend bij waar bij Bussum de hei begint en waar de hogere zandgronden van ’t Gooi overgaan in het lagere land rondom het Naardermeer en de polders aldaar.

dijkje in de richting van de Oude Naarderweg

Deze lijn loopt duidelijk ten zuiden van onze dijk. Als onze dijk als grenswal te verklaren is, moet dit een fase vertegenwoordigen tussen de oudste grens en de huidige. Aangezien we hieromtrent niets uit de bronnen weten, lijkt dit pure speculatie. Echter lijkt tevens onomstotelijk vast te staan dat de grens van de beroemde banscheiding tussen Hilversum en Laren ook een eind naar het noorden is opgeschoven. Het is ook waarschijnlijk dat allerlei grenzen in ’t Gooi verschoven zijn. In onderling overleg, met toestemming van de landelijke overheid, door grondruil of anderszins geregeld. Allemaal, voor zover genoteerd, niet schriftelijk overgeleverd.

Waarom niet hier? De geschiedenis heeft twee grenslijnen gericht op de Tafelberg opgeleverd. Waarom zou dit een derde niet kunnen zijn? Als dit zo geweest is, kan dit waarschijnlijk gebeurd zijn voordat in 1442 de tweede schaarbrief voor het Gooiland uitkwam. Hierin wordt beschreven tot waar de schapen uit Laren mochten grazen.

Er wordt hier de noordwestelijke grens hiervan aldus omschreven. “ende voirt, so sellen dese scape gaen van den wech, die van Wouter Moeys oploept te Krayloy wert an den wech toe, die uut den loe loept tegen Koekenberch op, ende die voirt tegen Aertgynsberch op gaet.” (transscriptie Enklaar, Middeleeuwsche Rechtsbronnen van Stad en Lande van Gooiland, 1932)

Het is een aantrekkelijk idee om een historisch relict, zoals onze dijk, te koppelen aan een middeleeuwse bron. Het zou onze dijk, gelijk de banscheiding zeker tot een behoudenswaardige archeologische monument maken. Maar de omschrijving is voor ons zeker niet evident. Het zal voor de jaren 1442 wel helder genoeg zijn geweest. Welk weg precies bedoeld werd, is een interpretatie. Transcripties verschillen en afschriften ook. Over verschillende schrijfwijzen van namen hoeven wij ons het minst om druk te maken. Binnen een enkel document verschillen namen van het zelfde ding onderling per benoeming al vaak. Maar er zit natuurlijk wel iets van verschil of een weg ‘voert op’ of ‘voort [gaat] op”. Is er een verschil tussen ‘uter Loe loept’ en ‘uut den loe loept’?

de holle weg naar de Oude Naarderweg

Er is in elk geval sprake van twee wegen. De een is die welk van Wouter Moeys loopt in de richting Crailo, waar deze op de andere stuit. Deze die uit de Lo oploopt tegen de Koekenberg en voort gaat naar de Aardjesberg. De Lo is grosso modo waar nu de heide is. Het hoogste punt van de heide op de Tafelbergheide heette de Loberg. Een lo is etymologisch op te vatten als een open plek in het bos of wellicht verder terug het bos rond die open plek. Een lo draagt sterk de suggestie dat daar ooit landbouw werd gepleegd. Voor deze Lo lijkt dat ook op te gaan, hoewel wanneer en hoe precies ons nog duister is. Een oude naam voor Crailo is ook de Hoge Eng. Dit verwijst naar een aaneengesloten akkergebied die hier in de middeleeuwen was van de bewoners van Oud of Hoog Bussum.

De omschrijving lijkt te suggereren dat de schaapjes zuidelijk van een weg over de heide tot aan de grens lopende naast de Crailoseweg mochten gaan. Waar Wouter Moeys zat is dan de vraag. De Oude Naarderweg lijkt mogelijk de weg die naar Crailo loopt. De grens zou dan nog een tussenstap hebben gemaakt. De gerechtsgrens zal toch de begrazingsgrens geweest zijn.

Deze weg vormt tegenwoordig een duidelijk landschappelijke verdeler tussen de Blaricummerheide ten zuiden en de Tafelbergheide ten noorden. Dit is ook zo met de Nieuwe Crailoosche Weg die de Westerheide van de Bussummerheide scheidt. Bomenrijen, houtopslag en een brede of verhard weg zijn echter van later. In de middeleeuwen zullen deze wegen zich niet onderscheiden hebben van de talloze andere wegen over de heide.

Ooit belangrijke wegen over de heide kunnen in onbruik geraken en in enkele generatie geheel overwoekerd raken en slechts met grote moeite worden teruggevonden, zoals de ooit bekende Heetweg over de Blaricummerheide. Anderen kunnen van anonieme weggetjes tot nieuw ‘hoofd’wegen worden.

wal op Crailo langs de Mueumlaan

De Tafelberg komt dus niet voor in de omschrijving uit 1442. De oriëntatietafel was er ook nog niet op geplaatst. Of de berg toen dan wel reeds de Kooltjesberg heette, is niet bekend. De raaiing van grenzen op de Tafelberg geeft wel aan dat het wel een bepaalde plek was, en dus zeker een eigen naam zal hebben gehad.

De komma’s in de transcriptie zijn zeker een interpolatie, later toegevoegd voor de leesbaarheid. Je zou denken dat Koekenberg een ding was op de weg ná aansluiting van de weg vanaf Wouter Moeys, op weg naar de Aardjesberg. Het kan ook zo zijn dat de in onze ogen onbeholpenheid van de omschrijving ons op het verkeerde been zet. Koekenberg zou het beginpunt kunnen zijn van die weg die verder zuidwaarts naar de Aardjesberg voert.

Als de Koekenberg de latere Tafelberg is, zou dat onze hypothese steunen. Echter, het lijkt dat deze weg een route beschrijft van de (Blaricumse/Huizer) Crailoseweg naar de (Hilversumse) Nieuwe Crailooseweg, die vroeger min of meer op elkaar aansloten. Of er aldus naar een Koekenberg aan het begin van die weg verwezen wordt, grofweg in de richting Sijsjesberg of naar een bult ergens waar de A1 het landschap tegenwoordig doorkruist, de Tafelberg lijkt niet hiervoor in aanmerking te komen.

Wouter Moeys zou land kunnen hebben gehad nabij de Tafelberg. Dan hadden we een sterke aanwijzing gehad voor onze dijk als grenswal. Maar het lijkt met de kennis van nu onmogelijk iets met zekerheid over te zeggen. Het is mogelijk. We moeten het maar mee doen.

Hoewel de oplossing naar de vraag naar de betekenis van ons dijkje onzeker blijft, lijkt een grenswal typologisch en qua ligging voorlopig het meest aantrekkelijke. Maar er zijn nog wel enkele mogelijkheden die op zijn minst overwogen moeten worden.

Een meer prozaïsch oplossing is vanuit de landbouw. Hoewel de engen in het Gooiland juist gekenmerkt worden door open aaneengesloten akkergebied, hoeven we dit niet als absoluut het enige type te beschouwen. Op de Naardereng nabij Huizen zijn voorbeelden van wallen, Ir, van Tol ziet in het boekje Crailo (Kooyman-van Rossum en Winnen, 1986) in enkele driehoekige en trapeziumvormige velden resten van vroeg middeleeuwse kampontginningen,

wal van Crailo langs de Oranje Nassaulaan

Hierbij paste een omwalling van je akkers om te laten zien dat het jouw land was en, voorzien van enig beplanting, wild uit de omgeving te verhinderen zich tegoed te doen aan jouw veldnoot. Van Tol heeft dit waarschijnlijk goed opgemerkt. Crailo en de Lo moeten, hoe verder we in de tijd teruggaan, des temeer op elkaar geleken hebben. Als we ervan uitgaan dat inderdaad ook op de Lo, tegenwoordig heide, ooit ook landbouw gepleegd werd, is het niet irreëel ook hier een kampontginning te vermoeden.

Echter dit is zeer speculatief. Ons dijkje als restant van een oud kampje is wel degelijk mogelijk maar het is niet duidelijk welk terrein ermede mee omsloten werd. Het zou dan ook het enig overgebleven stuk omwalling zijn op de heide. Je zou toch verwachten dat er iets meer van het oude verkavelingspatroon terug te vinden zou zijn dan alleen de streep die ons dijkje trekt.

Een ander landbouw huishoudelijke functie, om bijvoorbeeld het drassiger lage land droog te kunnen oversteken, zoals we dat bijvoorbeeld in Eemnes ten westen van de Wakkeredijk in het noorden kunnen waarnemen, lijkt hier een behoorlijke inspanning voor toch maar een klein gemak. En dat verklaart niet waarom er een gat in zit. Mocht er, in jaren dat hier landbouw gepleegd werd, en wanneer dat was is onduidelijk, er tussen de hogere gronden en lagere gedeelte en afwateringsprobleem hebben bestaan, dat is een grote als, dan is het ook niet duidelijk hoe ons dijkje van pas kwam. Men zou nog kunnen speculeren dat met het dijkje juist water van de hogere grond hier opgevangen werd. Dan zal het gat als spui, een sluisje gediend hebben. Maar dit lijkt zo niet onmogelijk toch vrij ver gezocht.

Tenslotte zal een blik op een moderne hoogtekaart, AHN4 inmiddels, een relatie suggereren met de wallen van (Huizer) Crailo. In de 17de eeuw heeft de familie van Rensselaer het volledige gebied van Crailo bij elkaar gekocht en er een flinke landgoed van gemaakt. Men bleef hier ruim twee eeuwen zitten. Men heeft rond en door zijn landgoed grote wallen aangelegd.

wal van Crailo op de grens van Huizen en Blaricum

De grens tussen het gebied van Blaricum en van Huizen werd er door aangegeven. De eigenlijke grens liep door de greppel voor de wal. De wallen stonden op Huizense gebied. hiernaast liep dan de Crailoseweg onder Blaricum. Vanaf het uiterste noordoosten van Crailo loopt de gemeentelijke grens recht over de Tafelberg. Vanaf daar is de weg dus in Huizen.

De grens loopt nog steeds als vanouds. De weg is dus, zoals boven gemeld in de jaren ’60 rechtgetrokken. Hierbij is een groot deel van ook deze wal vernietigd. We kunnen nu niet meer precies waarnemen hoe de beide wallen aaneensloten. De weg langs de Crailose wal liep daar reeds lang. Dus volledig aansluiten deed het ook lang niet meer, voor zover het dat ooit gedaan had.

Wel geeft de constellatie van wallen de mogelijkheid de weg te controleren. Komend uit het noorden zou deze een behoorlijke schans geweest kunnen zijn. Maar wanneer had het zuiden tegen een noordelijke vijand verdedigd moeten worden? En wat als de vijand omreed. Er zijn mensen die met veel zekerheid de kampen hoog op het midden van de heide alhier, toewijzen aan of wel de stelling rond Naarden of oefeningen uit de eerste wereld oorlog. Er zijn redenen te twijfelen aan de stelligheid waarmee dit beweerd wordt. Maar het aanleggen van een schans over de heide is nergens opgemerkt en lijkt de minst waarschijnlijke oplossing.

Al met al lijkt het wel de moeite waard ons dijkje nader te onderzoeken. Enkele grondboringen zouden wellicht wat wetenschappelijke data kunnen opleveren. De wallen van Crailo zijn van een andere orde. Wat er nog van over is, laat een majestueuze aanleg zien. Een familie die niet ieder dubbele stuiver hoefde om te draaien. Zelfs geen guldens.

Hoewel we ervan mogen uitgaan dat de wallen van Crailo in één gecoördineerde actie, binnen een korte tijd in de gouden eeuw zullen zijn neergezet, is het niet gezegd dat er vóór die tijd helemaal niets van omwalling was. Als er over de hei een wal loopt die de uiterste grens aangeeft van waar Laren schapen mocht weiden, (Laren & Blaricum vielen in 1442 nog onder het zelfde gerecht) tegenover land dat onder Huizen viel, zal het verloop van deze grens, tot aan Aardjesberg en wellicht nog verder, ook een wal hebben gehad. Niet zo machtig als die van Crailo maar wellicht even groot als ons ‘dijkje’ op de Blaricummerhei.

de huidige grens aan de Crailose weg

Op het Gebed zonder End, de Nieuwe Crailooseweg, kunnen er nog oorspronkelijke wal fragmenten bestaan. Wat die kunnen zijn is dan de vraag. Deze weg is zeer geëvolueerd sinds de middeleeuwen. Zoals reeds vermeld is de wal van Crailo ernstig aangetast na het rechttrekken van de weg. Het is mogelijk dat onder de wal van Crailo een oudere, middeleeuwse grenswal heeft gelopen. Het is de vraag of in het aangetaste gedeelte daar nog iets van terug te vinden zou zijn. Bij het punt waar ons dijkje de grote wal zou kruisen, bestaat deze nog vrijwel geheel. Het bevindt zich in de voortuin van een huis die er gekomen is. Wie weet, komt er ooit de mogelijkheid te onderzoeken of onder de grote wal een oudere zich schuil houdt.

Crailo op een oude kaart met de rechtgetrokken Crailose weg in rood aangegeven

yjk