november 2022

Ruyschdael tussen Blaricum en Huizen op de Ronde Kaart van ’t Gooi +/- 1520

Ruyschdael

De gedeeltelijk opgraving van het laatmiddeleeuws huis buiten Blaricum aan de Gooiersgracht, genaamd Ruyschdael of een klein variatie hierop, vond plaats in het midden van de jaren ’70 en is het grootse onderzoek dat wij als vereniging ooit hebben ondernomen.

Toen Siem Pos, de grote motor achter de onderneming, in 1986 eindelijk aan het verslag toekwam, was er veel tijd overheen gegaan. Eind jaren ’60 eerst gepland, werd midden jaren ’70 een opgraving mogelijk nadat de gemeente Blaricum het terrein had onteigend in verband met de nooit uiteindelijk uitgevoerde plan tot aanleg van een weg langs de Gooiersgracht naar Huizen.

Drie seizoenen werd er wekelijks gewerkt en meer dan 100 mensen hebben op één of andere manier meegeholpen. Pos schrijft dat het onderzoek in zoverre mislukt was, dat men geen duidelijk beeld van de indeling van het landhuis/boerderij heeft kunnen reconstrueren.

Het was in elk geval niet gelukt het gehele huis te ontgraven. Een groot gedeelte ligt aldus nog op nader onderzoek te wachten. Waarschijnlijk verliep de oorspronkelijke daadkracht na verloop van tijd en van weer. Toch heeft het onderzoek veel opgeleverd en heeft het een redelijk succesvolle tentoonstelling opgeleverd. De vondsten en enkele goede kaarten gaf een redelijk beeld van het oude slot. Maar zonder compleet grondpatroon was een reconstructie van het huis niet mogelijk. Zo’n reconstructie tezamen met mooie vondsten staan gerand dat het tot de verbeelding kan spreken.

Toen het eindelijk tot een verslag moest komen waren de middelen schraal. Slechts 75 exemplaren met weinig pagina’s, weinig kaarten, weinig foto’s, het was een beetje trieste afloop. Tekst uitgeprint op een toen zo moderne matrixprinter. Weet u nog hoe dat als een machinegeweer erop los ratelde? Het verslag was, zoals Pos schrijft, het minimale. Geen nood, alle serieuze onderzoekers konden nog altijd terecht in het ADC, Archeologisch Documentatie Centrum van de vereniging. Helaas raakte dit op drift.

Sinds enkel jaren is het via ons digitale bibliotheek down te loaden. Het gebeurt ook af en toe. Echter de plaatjes zijn nog slechter dan de gedrukte versie en de tekst dient ooit eens digitaal opnieuw verwerkt te worden.

Maar dankzij onze vrienden op het provinciaal archief te Castricum, het Huis van Hilde zijn een aantal mappen boven water gekomen. Onze grote dank gaat uit naar Martin Veen en vooral Jean Roefstra die ons een grote dump aan digitaal beeldmateriaal deed toekomen.

Daarom ditmaal geen grote archeologische beschouwing. Met de goedheilig man in het land is een grote knip en plakwerk in elkaar gezet. Een fotoboek voor de feestdagen. Veel foto’s uit de publicatie krijgen hun originele foto’s eronder gezet. Soms een equivalent of alternatief. Er moet dus nog veel meer zijn, want enkele foto’s uit het verslag ontbreken nog. Wellicht zijn er nog meer kaarten. Maar veel is terug. Meer dan wat precies is in te passen. Wellicht voelt u zich in deze donkere dagen geroepen er nog meer orde in te brengen. Wij houden ons van harte aanbevolen voor uw feedback. Ook indien u zelf nog aanvullend materiaal heeft of uw verhaal wilt delen, staan wij hier graag voor open.

Aldus presenteren wij alles wat wij weten van het slot, huis, pachtboerderij Ruyschdael.

terrein ’t Hoge Slot op AHN 3 met kleuren filter
Fragment kaart 1647 J Aertsz Colom
kaart Frederick de Wit ca. 1670
Winterlandschap door Jacob Isaacksz van Ruisdael Datering ca. 1665; waarschijnlijk slot Ruyschdael
landschap met ruïne van Jacob Izaaksz van Ruysdael (tussen 1665 en 1672) uit de National Gallery te Londen

Het belangrijke schildersgeslacht van Ruysdael leidde zijn afstamming daadwerkelijk af van het huis Ruyschdael. Toen Izaaks opa Jan Jansz in Naarden ging wonen, kwam hij van Ruyschdael, letterlijk. De welluidende naam werd aangehouden. Zijn vader weer, Jan Coppen van der Graft (geb. 1527), die tot de dorpsnotabelen behoorde, was schout en woonde volgens zijn nakomelingen in de pachtboerderij van het Huys van wijlen Ruys. Zijn gezin bestond uit minstens drie zonen, namelijk Mees, Crijn en Jan. Mees & Crijn waren buurmeester. Crijns zoon Jan (ca. 1603-1674) was schepen in 1651, 1650 en 1660. De nakomelingen van Crijn en zoon Jan, namen de naam Crijnen aan en werden stamvaders van het beroemde erfgooier-geslacht Krijnen.

Het winterlandschap in het Rijks museum dat Izaak rond 1665 schilderde, door Pos op de voorkant van zijn verslag gebruikt, wordt algemeen als het oude slot Ruyschdael beschouwd. Hij had daar familie en zal, vooral later in zijn Amsterdamse tijd af en toe verbleven hebben.

Het andere schilderij dat in verband met het huis Ruyschdael wordt gebracht is het landschap in de National Gallery te Londen, tussen 1665 en 1672 ontstaan. We zien hier een vista ongeveer vanaf de plaats van het slot aan de Gooiersgracht. Midden in beeld zien we de kerk van Blaricum, verder naar rechts de toren van de kerk van Huizen.

Nu komen de twee afbeeldingen niet één op één overeen. Ook was het slot rond 1670 waarschijnlijk beslist geen ruïne. Maar we zien op het schilderij ook de molen van Blaricum op een verkeerde plek. Deze staat daar onderaan de Woensberg, waar die prachtig is uitgelicht. Hoewel die ongetwijfeld daar beter staat, stond die in werkelijkheid verder op de bouwvenen, tussen Blaricum en Laren. De grootmeester van het Hollandse licht plaatste dingen die hij wilde weergeven, rustig op een beter plaats, zoals hij het zag, als dat de compositie beter diende.

Het is dus goed mogelijk dat hij elementen van het voorvaderlijk huis gebruikt heeft op het landschap, maar dat die van de andere zijde van het huis kwamen. Het is ook mogelijk dat het landschap in Londen de meer getrouwe afbeelding van het slot blijkt en dat die in het Rijks eigenlijk vanaf de ander kant is weergegeven.

Omdat de grondpatroon van het huis niet geheel is blootgelegd, is welke wat aangeeft, zo het niet allemaal verzonnen is, nog niet aan te geven. Ook de nadere relatie van het luxe weerbare buitenhuis met de utilitaire boerderij blijft nog onbeantwoord.

De belangrijke bewoners van de Hofsteden in de Bouwvenen, bemoeiden zich niet met het dorpsbestuur. Het Slot Ruysdael was een grondheerlijke eigendom van illustere figuren als Jacob en Adriaan Taets van Amerongen en Willem Jacobsz Stachouwer en Gerard Ploos van Amstel. Het waren rijke stedelingen van buiten. De werkers op het slot waren pachters/slotbewaarders. Zij waren onder de voornaamsten der buren en hun nakomelingen behoren deels nog steeds tot de oude Blaricummer families. Hieronder is een foto van de Stachouwerweg, vlak bij het slot, uit 1965 met de boerderij van Jacob Krijnen, vader op zoon een directe afstammeling van Jan Coppen van der Graft. Een bijzonderheid op zich.

boerderij van Jacob Krijnen in de bouwvenen nabij de Gooiersgracht
Ruyschdael op kaart uit 1719
Siem Pos
Ruyschdael op de kaart van het Gooiland ca. 1740
waterton met lemen wand, put 4
funderingsrest in ZO richting, object 7 put 1
paardenschedel ?
put 2 funderingsrest m steunberen en paalfundering in NO richting
put 3 funderingsresten in NO richting

,

put IV concentratie zwerfkeien
object A1 beschoeiingsresten met zwerfsteen in NO richting
????????????????????????????????????
het persoonlijk wapen van stadhouder koning Willem III op mogelijk portefeuille
koning stadhouder Willem III als legeraanvoerder

Het verhaal achter deze twee leerfragmenten leest u hier

Aantekening van de openbare veiling van Ruyschdael in 1722
Gerard Ploos van Amstel koopt Ruyschdael
19de-eeuws portret van Jacob Izaacksz van Ruysdael

Reacties & feedback

yjk.