AWN-17 in de DAG-Krant van de Arnhemse geschiedenis

Opgraving in De Schuytgraaf geeft 2000 jaar geschiedenis van Arnhem-Zuid prijs
In Arnhem-Zuid is het altijd spannend om samen met de stadsarcheologen een schep in de grond te mogen steken. In het verleden is er in de buurt van het station een jachtkampje uit de steentijd opgegraven, op de Grote Molenstraat is een stuk van de Romeinse weg gevonden die van Elst naar het fort (castellum) in Meinerswijk liep en overal in de Schuytgraaf zijn de bewijzen van gevechten uit de Tweede Wereldoorlog in de afgelopen jaren uit de grond gekomen.
Met dit in gedachte was het natuurlijk spannend dat de senior archeoloog van de gemeente Arnhem Leo Smole de vrijwilligers van de AWN in2019 de gelegenheid bood om aan de Marasingel gezamenlijk aan een opgraving te werken. Het opgravingsterrein betrof een strook van ongeveer 50 bij 5 m.

De percelen er omheen waren al eerder door professionele archeologen onderzocht en het doel van onze opgraving was in kaart te brengen hoe alles op elkaar aansloot. Het antwoord op deze vraag moeten we u nog even schuldig blijven totdat het onderzoeksrapport uitkomt, maar wat we daar gevonden hebben kunnen we hier natuurlijk wel vertellen.
Over de volledige lengte van ons onderzoeksterrein lag een sloot waarvan we weten dat deze pas na de tweede wereldoorlog is gedempt. De kanten waren nooit opgegraven en de inhoud van de sloot ook niet. De sloot is te zien op oude kadasterkaarten uit bijvoorbeeld 1832 en lijkt in die tijd gebruikt te zijn als perceelscheiding. Perceelscheidingen en perceelindelingen die op deze kadasterkaarten te zien zijn kunnen honderden jaren oud zijn en soms zelfs teruggaan tot in de middeleeuwen.
In de geologie en de archeologie ligt het meest recente verleden meestal boven en de oudste sporen meestal onderin. Bovenaan in onze werkput, op het vlak en op het stort vonden we dus de stille getuigen van de tweede WO: granaatscherven en een kogelpunt van een geweerpatroon.
Toen we dieper groeven vonden we heel veel keramieken drainagebuizen die onderdeel uitmoeten hebben gemaakt van een afwateringssysteem. Het hardgebakken en geglazuurde steengoed waarvan deze drainagebuizen waren gemaakt vertelt ons dat er vroeger een afwateringssysteem is aangelegd dat uitkwam in deze sloot. Uit oudere perioden vonden we scherven van aardewerk dat mogelijk gebruikt is als keukengerei.
Inmiddels waren we op een diepte 1,5 m diep onder het maaiveld aangekomen en nog steeds was de bodem van de sloot niet bereikt. Hier vonden we voorwerpen uit de ijzertijd en de vroeg Romeinse tijd, dus ongeveer 2000 jaar oud: een bronzen armband, kledingspeld (fibula) en een kinderringetje met een steentje, en grote scherven van aardewerken voorraadpotten (dolia).

Al deze vondsten zijn stuk voor stuk hele kleine verhaaltjes over het leven van gewone Arnhemmers en hun voorouders: hoe ze akkerden, handel dreven en (vaak letterlijk) hun hoofd boven het water wisten te houden.

Duitse bunkertjes in de tuin van het Museum in Arnhem-Noord
Wist u dat er in de tuin van Museum Arnhem aan de Utrechtse weg 2 kleine Duitse bunkers liggen?
Ongeveer 400 meter ten westen van het museum, tegenover het Elisabeth Gasthuis, ligt nog een derde bunker van hetzelfde type. Het zijn geschutskoepels van het type Koch-bunkers, prefab betonnen cilinder met een prefab betonnen koepeldak. De bunkers zijn niet groot, 1,6m in doorsnede en waren met elkaar verbonden door loopgraven. De wanden van deze loopgraven en de onderkomens van de soldaten werden opgebouwd uit de houten vloeren, daken, deuren, schuttingen en meubilair van Arnhemse huizen. De Koch-bunkers maakten onderdeel uit van de Duitse Panther-Stellung en werden in 1944 na de slag om Arnhem aangelegd door Nederlandse en buitenlandse dwangarbeiders.
In de bunkers en de loopgraven hebben archeologen diverse voorwerpen gevonden uit de oorlogstijd o.a. een gasmasker, munitie, rugplaat van een scherfvest en kookgerei. Maar het meest tot de verbeelding sprak de verroeste Engelse stengun die op de bodem van een van de Koch-bunkers lag. Mogelijk daar achtergelaten door spelende kinderen die door het dichtgooien van de Duitse loopgraven in de museumtuin niet meer bij hun speelplek konden komen.

De bunkers staan hoog bovenop de stuwwal en hadden een fenomenaal uitzicht over de Rijn, van Westervoort tot Driel en de uiterwaarden eromheen waar de geallieerde soldaten in veel minder goede strategische posities zaten. Hoewel de loopgraven zichtbaar waren op de luchtfoto’s die de geallieerden maakten waren de Koch-bunkers daarvoor te klein. Mede hierdoor zijn ze bijna in de vergetelheid geraakt.

Ter gelegenheid van de zeventigjarige herdenking van operatie Market Garden in 2014 kwam het plan op om een van deze bunkers zichtbaar te maken voor he publiek, te reconstrueren en het verhaal erachter te vertellen. In de jaren daarna zijn de 2 bunkers in de tuin van Museum Arnhem opgegraven door archeologische vrijwilligers van verschillende organisaties en met ondersteuning van de archeologen van de gemeente Arnhem. Een van de bunkers is bewaard en kan worden bezocht. De wanden van de loopgraven zijn opnieuw opgebouwd met Arnhems bouwmateriaal en tonen hoe het er 75 jaar geleden uitgezien moet hebben.

Het rapport van de opgraving van de eerste Koch-bunker is hier te downloaden.