december 2022

sporen rond de Tafelberg
De Tafelberg op de hoogste heide van ’t Gooi is al heel lang een bijzondere plaats. De heide en natuur eromheen tussen geeft tussen de verschillende woonkernen een kostbare ontsnapping aan de drukte van alle dag. Ons door mensenhanden opgeworpen hoogte moet al zeer lange tijd een bijzondere positie hebben gehad. Op kaarten uit de 18de-eeuw heet zij Kooltje(n)s Berg. Eind 17de eeuw is op de kaart al wel sprake van de Sytjes Bergh, echter rond de Tafelberg alleen sprake van Cooltjes Bos.

Toch in het begin van de vorige eeuw verzette het bestuur van Stad en Lande van het Gooiland zich nog tegen de verkoop ervan aan een uitbater naast de berg gevestigd. Een restaurant op deze hoogte werd niet passend geacht. In de jaren twintig van die eeuw kwam hier verandering in toen er een plan kwam op deze plaats een watertoren voor veilig drinkwatervoorziening te plaatsen.
Dit hoger doel toepte de onduidelijke sentimentele ideeën die de berg omringden en zo is het tot op vandaag gebleven als een ietwat verborgen watertoren. Men heeft sympathiek genoeg nog wel geprobeerd de voorziening in de berg te verstoppen. De traditie van de Tafelberg als uitzichtpunt heeft men nog enige tijd gepoogd levend te houden door een houten toren erop te plaatsen.

De bouw van een eerste versie had reeds in 1915 aanleiding gegeven tot de vondst en berging van de resten van twee oude oriëntatietafels van de berg. Een brief aan de krant en twee foto’s in het blad de Prins geven het archeologische verslag ervan weer. Dat is meer dan dat we hebben van de aanleg van de betonnen bak in de jaren ’20. Van de oude berg is misschien een deel van de rand aan de zijde waar de bulldozer zijn werk niet hoefde te verrichten, nog een klein beetje origineel. Plaats en zetting zijn oud, de berg zelf modern parkaanleg.
De archeologie van de berg zelf is ook door onduidelijkheid omgeven. Vage familieverhalen, elkaar tegensprekende bronnen, copy paste, zoals dat gaat. Allemaal de moeite waard toekomstig eens rustig uiteen te zetten. De archeologie om de berg is echter rijk en goed gedocumenteerd. Ten noorden, ten oosten en ten zuiden van de Tafelberg zijn grote concentraties van voornamelijk prehistorische vondsten gedaan. Op die plaatsen die open lagen en waar men heeft gezocht, heeft men gevonden.

Op de grote heide ten westen van de berg ontbreken vooralsnog zulke concentraties. Het zou goed kunnen dat ze er wel liggen maar nog niet in beeld zijn gekomen. Allerlei losse vondsten en een kleine concentratie aan de rand van een kuil doen vermoeden dat er wel meer te vinden zou moeten zijn. Ook latere vondsten ontbreken niet maar niet in dezelfde hoeveelheden. Hoewel het in de middeleeuwen niet ontvolkt geweest zal zijn, was het wellicht minder intensief bewoond, bezocht en gebruikt.
De archeologische vondsten verdienen toekomstig wel meer dan een klein stukje zoals deze. Een deel van de archeologie rond de berg bestaat echter uit veldarcheologische relicten, waar tot nu relatief weinig aandacht voor is geweest maar de bezoeker van de heide de mogelijkheid geeft onderdelen van het grotendeels nog te schrijven verhaal van het landschap terug te vinden.

De verschillende greppels en wallen zitten niet bepaald verstopt. Voor een groot deel zijn deze sporen eenvoudig terug te vinden. Maar als je op zo’n plek staat, zie je wel dat het ergens heengaat zonder dat je een overzicht hebt. Tot begin deze eeuw was het noodzaak met kaart en potlood het veld in te trekken en zo goed als dat ging alles af te lopen. De luchtfoto’s vertoonde niet de details die je in het veld duidelijk kon waarnemen.
Met de komst van de digitale hoogtekaart veranderde alles. Waar je eerste het hele landschap voor moest afstruinen, kon je met de juiste filters eenvoudig weg aflezen. Nog wel de moeite waard in het veld fysiek te kijken wat je digitaal hebt waargenomen..

Het complex aan sporen is aan de onbewoonde zijde van de Tafelberg bijzonder rijk. Hier niet de grote grafheuvels en vele karrensporencomplexen die men in het zuiden van onze streek terugvindt. Hier treffen we allerlei wallen en greppels die discreet ergens voor gediend moeten hebben. Onbekend maakt niet alleen onbemind maar ook hierdoor onbeschreven. Onbegrepen en onopvallend waardoor ze tot nu onbeschreven bleven. Toch heel mooi en bijzonder genoeg. Hoewel het verhaal achter deze sporen nog niet precies te duiden is, zal hun typologie een begin kunnen geven en is hier en daar een relatieve chronologie te construeren.
De twee grote kampen boven op de heide laten wij hier buiten beschouwen daar wij er al eerder enig aandacht aan gaven. Volgens verschillende onderzoekers zijn zij vooruitgeschoven stellingen van de Nederlandse leger, volgens sommigen stellig uit de eerste wereldoorlog. Het is mogelijk al hebben wij geen absolute bewijs hiervoor gezien en hebben wij in ons stukje enkele vraagtekens bij die conclusies geplaatst.

De ringwal van de Tafelberg
De ringwal van de Tafelberg bestaat ongeveer nog voor de helft. Vroeger heeft die zeker helemaal rondgelopen. Het hoort waarschijnlijk, wellicht sinds de oorspronkelijke opwerping echt bij de berg. Deze ongeveer 8 meter brede wal is met name van belang omdat zoveel van de oorspronkelijke berg er niet meer is. Eerder besteden wij aandacht aan een andere omwalling, de ringwal van de Hoorneboeg. Hoewel op een heel ander schaal uitgevoerd, zouden deze omwallingen heel goed familie van elkaar kunnen blijken te zijn. Ook hier rond de Tafelberg lijkt zo’n wal geen praktische nut te hebben. De toch niet geringe extra moeite om de opwerping een ring te geven, duidt op een symbolische betekenis. Met die ring werd de heuvel van de rest van de wereld om één of andere reden afgesloten. Natuurlijk gaat onze fantasie hiermee aan de haal. Wetenschappelijk kunnen we het echter niet (of nog niet) vastpinnen. We houden nog de onduidelijke sentimentele ideeën die de berg omringden, vooralsnog..

En er zit in die ring een wellicht authentieke toegang aan de westzijde!
Het grote wallensysteem
Een grote wallensysteem dat terug te vinden is, begint aan de oostzijde van de Bossevainweg. Twee stukjes wal vormen een V met een vrij brede hoek. Op de grote hei aan de overkant van de weg doemt een vrij grote wal op. Hoewel nabij de weg de wal is weggesleten, heeft die ongetwijfeld vroeger doorgelopen.
Hoe die op de andere wal stukken heeft aangesloten is niet met zekerheid te reconstrueren. Wel lijkt het dat ze toch met elkaar te maken hebben. Deze grote wal wordt op de Blaricummer Heide op een gegeven moment doorsneden door een karrenspoor. Op oude kaarten is deze terug te vinden onder de naam Heetweg. In het westen verdwijnt ieder relict hiervan van de kaart maar de karrenspoor is goed terug te traceren naar de Bossevainweg toe en eroverheen.

Het hoogtekaartbeeld suggereert dat het karrenspoor rekening houdt met de wal en de wal niet met het spoor. Zou de wal zijn aangelegd toen het spoor in gebruik was, had men bij het doortrekken van die wal dat met een veel haaksere hoek waarschijnlijk gedaan. Nu is de wal over een veel grotere afstand onderbroken, hetgeen, wat ook de functie van de wal was, nooit de bedoeling ervan kan zijn. De conclusie kan zijn dat logische wijze de wal ouder lijkt dan het karenspoor.
De wal loopt weliswaar dood op de rand van de grote kuil, die zijn huidige omvang kreeg na de aanleg van de A1, maar kruipt er weer netjes uit richting de Bossevainweg om halverwege linksaf te slaan en slingert niet altijd nog even zichtbaar in het veld maar traceerbaar op de kaart naar de voet van de Tafelberg.

De verschillende stukken sluiten op elkaar aan. Je zou ook van één grote wal kunnen spreken. Alle stukken delen dat ze vanuit een greppel aan de westelijke zijde zijn opgeworpen. Voor zover ze opgeworpen zijn iets buiten te houden, werd dat iets verondersteld vanuit het westen te komen.
Maar alle kronkels die het hierbij maakt, doen ons afvragen. Als die wallen van bovenaf zijn verordineerd, of als gemeenschappelijk project vanuit de lokale bevolking zijn bedacht, waarom kronkelt die zo?

Het gebied zou veel discreter of over een groter gebied kunnen zijn omwald voor veel minder moeite als er een grote plan was gebruikt. Het heeft er alles van weg dat door verschillende mensen ieder een eigen stukje voor hun rekening heeft genomen, die wel weer op elkaar moesten of konden aansluiten. Het zegt natuurlijk wel iets over de mensen die het gedaan hebben, al is helaas nog niet duidelijk wat, wanneer en waarom.
de strakke wal
De strakke wal die in de buurt van de Tafelberg naar het zuidwesten loopt, maakt nabij de berg een bocht ernaartoe. De wal lijkt erg strak en recht. Maakt misschien een frissere of nieuwere indruk dan de grote wal. In vergelijking met de grote wal lijkt de greppel en wal meer een geheel te vormen. Ook deze wal lijkt iets vanuit het westen tegen te willen houden. Ook hier is de wal slechts van één zijde uit een greppel opgeworpen.
Maar hier lijkt de grond vanuit de bodem van de greppel in één lijn naar de top van de wal te lopen. Het lijkt minder rond dan de grote wal. Dit is natuurlijk slechts een relatieve waarneming. Het kan zijn dat de grote wal oorspronkelijk ook er zo bijlag en door afslijting een rondere, landschappelijk minder pregnante vorm heeft gekregen.
Het is vaak onduidelijk waarom sommige stukken van een wal veel beter door de tijd komen dan anderen. Het kan zijn dat deze strakke wal nieuwer is of toevallig ons beter is overgeleverd. Of er een relatie is met de grote wal en wat die zou zijn, is speculatief. Het lijkt vooralsnog iets anders. In elk geval is het een andere wal en dat zou dan alles zijn wat erover te zeggen valt.

Behalve dat er een stuk zich bevindt in het archief van Stad en Lande uit 1909. Het is het bovenvermelde stuk waarin de ondernemer Verver vraagt om de Tafelberg te kopen. Hierbij heeft de aanvrager een kaartje aangeleverd met de situatie ter plaatse. Het is een enigszins bevreemdend schets van de situatie. Hoe de kring rondom de berg precies bedoeld is, is niet evident. Ook het verspringende pad is vreemd. Ter verduidelijking heeft de tekenaar een pijltje getekend. Bij conventie wijst het pijltje altijd naar het noorden.
Dan valt op dat de door de indiener getekende grens van de gemeentes Huizen en Blaricum wel over de top van de berg loopt, zoals die nog steeds doet, maar niet over de bijna oost-west lopende lijn die het in werkelijkheid loopt. De door Verver aangegeven lijn loopt min of meer parallel met de lijn van deze strakke wal. Toeval? Wie weet? Temeer omdat de eigenlijke gemeentegrens vanaf de berg als pad naar het westen loopt. Of de grenspaaltjes die er nu nog liggen om dit te bevestigen er ook al in 1909 lagen, is niet duidelijk.

greppels
Greppels zonder iets van een wal zijn er ook rond de berg. Met het beter worden van de digitale hoogtekaarten, AHN2, AHN3 en inmiddels voor onze streken AHN4 worden steeds meer kleine sporen zichtbaar. Achter ieder spoor zit een verhaal. De olifantenpaden die telkens spontaan ontstaan in parkjes, speelweiden of plantsoen, ontstaan ook op historisch complexe plaatsen. En over vele jaren kan een streep een groef worden of zelfs een heuse greppel. Gracht zou je kunnen zeggen maar een gracht is echt gegraven, een greppel kan gewoon ontstaan.
Of de greppels om de Tafelberg gewoon ontstaan zijn door honderden jaren wandelverkeer of, net als de wallen hier bewust zijn aangelegd, is niet gemakkelijk te duiden. Enkele zeer duidelijke greppels kunnen zijn ontstaan uit opgeworpen walletjes die zozeer verweerd zijn dat ze niet meer op de hoogtekaart zijn terug te zien. In dit geval zou je dus van grachtjes mogen spreken.

Enkele grotere greppels, die niet evident een logische doorloopje lijken te zijn, zijn toch in dit oudheidkundig overzicht opgenomen omdat ze wellicht toch meer dan een olifantenpaadje kunnen blijken. Overigens is niets mis met deze paden en vormen ze ook een deel van het verhaal van een landschap. Maar gezien hun associatie met de strakke wal lijkt het dat ze meer kunnen zijn.
Van enkele sporen staat dit wel vast. Sporen, want greppels kun je hun haast niet noemen. In het veld vallen ze ook nauwelijks op. Maar de hoogtekaart geeft ze duidelijk weer. Drie lijnen geven duidelijk een deel van een rechthoek weer, die ooit ook de Tafelberg heeft omsloten. Het is een zeer onverwacht spoor. In elk geval is die bewust gegraven, geen toeval of olifantenpad.
Het is merkwaardig bijvoorbeeld ook omdat het geen vierkant lijkt te zijn geweest om de berg, zoals de ringwal, netjes af te sluiten. Daarvoor bevindt de westelijke deel zich te ver of de noordelijke en zuidelijke lijn te dicht bij de berg. Hoever de rechthoek doorliep in het oosten is door de moderner bebouwing niet meet af te lezen. Het terrein ten oosten van de berg is in recente tijden dusdanig verstoord dat we daar weinig veldarcheologische sporen nog terugvinden.

Omdat we dus slechts kunnen speculeren, is het vermeldenswaardig dat er wel een lijn te vinden is die de rechthoek af zou maken. Die bevindt zich niet in de tuinen van de belendende huizen maar nog achter de huizen aan de overkant van Tafelbergerweg. Op de hoogtekaart zien we daar meer dan een greppel, wel een tankgracht zo groot. Ook dit kan natuurlijk volledig toeval zijn maar het zou kunnen dat er ooit een discreet rechthoek gegraven is en dat na verloop van tijd het linker deel steeds minder prominent werd, een middendeel verdwenen is en dat om wat voor reden de oostelijke greppel aanleiding gaf tot die gracht die er nu ligt.
Oppervlakkig bekeken zou je misschien verwachten dat zo’n rechthoekig afbakening vrij modern zou kunnen zijn. Maar een blik op de hoogtekaart laat het duidelijk zien. Zowel de grote wal als de strakke wal gaan over de vierkante greppel. Dit moet erop duiden dat aldus de rechthoekige omheining ouder is dan de wallen. Anders was de rechthoek wel over de wallen gegraven.

Nog enkele wallen
Er zijn dan nog enkele walletjes op de kaart roze aangeduid, die nauwelijks opvallen. Wellicht zijn deze los van de andere sporen rond de berg te beschouwen. Maar deze zijn dan toch nog deel van het verhaal. Van de twee linker wallen valt op dat deze ten noorden en ten zuiden van de Tafelberg in elkaars verlengden lopen en in elk geval nabij de berg er ook direct naartoe lopen. Dat maakt ze alleen daarom al interessant. Het plaatst ze tevens in een familie van dingen die soms op relatief grote afstand en over een groot afstand op de Tafelberg zijn gericht.

Gericht op de Tafelberg
Naast de bovenvermelde walletjes nabij de berg zijn er tal van aanwijzingen dat de Tafelberg ‘van oudsher‘ een belangrijke oriëntatie punt is geweest. Zo loopt een deel van de Laarder Tafelbergerweg er recht op af. Hoewel deze nabij de berg zijn loop verlegd om eromheen te lopen en vlak aan het oude dorp de weg naar die richting toedraait, kun je van die weg in elk geval waarnemen dat ter hoogte van de grenssteen aan de Tafelbergerweg, die een paar seizoenen geleden ons aandacht heeft gehad, een stuk ten zuiden en noorden van die steen erop gericht lijkt. Dit geeft een relatie aan van de grenssteen met de berg. Een waardevolle constatering.

Zo is er natuurlijk de huidige grens tussen de gemeentes Huizen en Blaricum die over de Tafelbergheide loopt, vanaf het pad direct oostelijk achter de berg, recht over de tafelberg naar het vroegere oost punt van Crailo. Het is vanaf de berg westwaarts over een grenspad te traceren waar enkele modernere grenspaaltjes uw naspeuring kan belonen.
Toch is dit niet de grootste of indrukwekkendste tracé van de huidige grens tussen deze twee gemeentes. Op het Huizer Hoogt loopt over zo’n 100 meter en verderop in zijn verlengde achter de Woensberg loopt over twee kilometer de gemeentegrens, die precies geraaid is op de Tafelberg. In de Bijvank zitten enkele zeer kleine uitstulpingen, die met de ontwikkelingen van het gebied in recentere tijden te maken zullen hebben. Toch loopt daar door menig achtertuin schijnbaar willekeurig die gemeentegrens.

We hebben hier te maken met een lijn die ongetwijfeld in zijn oorspronkelijke vorm teruggaat naar de middeleeuwen. Nog meer dan de grens tussen de gemeenschappen Huizen en Blaricum kunnen wij ons voorstellen dat deze lijn ooit helemaal is doorgetrokken tot aan het Hilversumse Zand, ten zuiden van tegenwoordige Bussum. Het zou volgens deze hypothese al in de dertiende eeuw de ingebeelde scheidingslijn kunnen hebben gevormd van een zuidelijk Larekarspel met Laren, Blaricum en Hilversum & en een Naarderkarspel tezamen met Huizen. Een Laarderkarspel komt al in de dertiende eeuw voor in de archieven en de kerk aldaar, de tweede parochie in ’t Gooi, betekende een eerste administratieve onderverdeling van het Gooiland. Bij die eerste grote onderverdeling zou de Tafelberg, of die lijn ooit is doorgetrokken of niet, een voorname betekenis hebben gehad.
Wel moet dan ook worden opgemerkt dat deze verondersteld rechte lijn, ook tussen de buren van Huizen en Blaricum het niet geheel gehouden heeft. De afwijking in de Bijvank werden reeds gemeld. Zij hebben wellicht geen al te grote historische betekenis, al is het altijd leuk de puzzel op het archief of digitaal op te lossen. Bij het gebied der beide gemeentes dichterbij de berg lijkt dat anders.

Er zijn vijf gebieden die daar van de lijn afwijken en daarom ons aandacht trekken. Over de Woensberg is een zigzaggende lijn getrokken. Ten noorden hiervan hebben die van Huizen de berg geheel te gelde gemaakt door het af te graven. Aan Blaricummer zijde echter wordt de berg gekoesterd.
Direct ten noordoosten van de berg is er aan de huizer zijde van de lijn een gebied dat aansloot bij de eng van Blaricum en die zij aan zich getrokken zal zijn ergens in een periode van hoge voedselprijzen. Dan valt een vrij groot stuk terrein dat aan Blaricum gekomen moet zijn op ten zuidwesten van de berg bestaande uit een groot deel van de Blaricummer Hei, een flinke strook Tafelberger Heide en een stukje zogenoemde Crailo onder Blaricum. Hier tegenover staat het zuidelijke stuk van Crailo, dat dus onder Huizen valt.

Het is heel goed mogelijk dat al deze aanpassingen van de onderlinge grens, voor zover dat ooit toch gebeurd moet zijn, in goed onderling overleg zijn gegaan, in eens of op verschillende momenten van de geschiedenis. De papieren, voor zover die opgemaakt zouden zijn, zijn niet teruggevonden. Maar als er maar genoeg personen van beide zijden erbij waren, dan wist iedereen hoe het zat. Er is wel een 18de-eeuws verslag van grensbepaling tussen die van Laren en Hilversum overgeleverd. Het maakt de indruk van een gezellige excursie met wijn en eten.
Tenslotte bevindt zich nog een merkwaardig rechthoekige uitsparing in de grens op het Huizer Hoogt aan de westzijde van de weg. Een discreet stuk Huizer terrein half achter, half over ons ingebeelde lijn. Wat kan dit betekenen. Wellicht slechts dat iemand uit Huizen daar iets had en daarom in goed overleg de grens daar is aangepast. Dan zal hij zelf wel de versnaperingen voor zijn rekening hebben genomen bij de vaststelling.

Het is echter ook mogelijk dat het terrein en een lijn eromheen een overblijfsel was van een ouder iets. Want dat daar iets was, dat de ingebeelde lijn overtroefde, lijkt heel aannemelijk. Dan is het geen onmogelijke hypothese hier het overblijfsel te zien van een oud hof, de legendarische, middeleeuwse Uithof bij Huizen. Daar zou dan op het terrein toekomstig weer iets van te vinden moeten zijn. Wie weet?
Dan dient zeker vermeld te worden een weg over de heide naar het noordwesten. Kaarsrecht loopt deze nog een eind de bossen in richting de Sijsjesberg. Ook deze weg is nauwkeurig geraaid op de Tafelberg. Je zou het de Sijsjesberger Tafelbergweg kunnen noemen. En dat die er al enige tijd loopt, bewijst de relatieve chronologie. Deze heeft in elk geval nog onder de boog van de strakke wal gelopen en is dus ouder.
een merkwaardige dijk op de Blaricummerheide

Op de Blaricummer Heide bevindt zich tenslotte nog een merkwaardig dijkje die op de Tafelberg gericht lijkt. Op het laagst van het veld zit er een doorgang in. Deze sluit ook op de beste hoogtekaarten niet aan bij een bepaalde weg of spoor. De dijk lijkt naar de Tafelberg toe vroeger nog wel een eind te hebben doorgelopen. De dijk lijkt echter in die richting vergaan en wat een pad direct onder, ten zuiden van de dijk gelopen moet hebben, groeit daar uit tot een heuse diepe weg. Deze loopt de punt van het grote A1 gat in. Een belangrijke punt is daar wel, want daar is het gat begonnen als een bescheiden leem winning. Op de zijde van de Tafelberger Heide is niets meer van zo’n dijk of diepe weg waar te nemen. Wat is dat voor een merkwaardig ding midden op de heide?
Eerder hebben wij in ons stukje een dijkje op de Blaricummerheide er aandacht aan besteed. Daarin wordt de hypothese uiteengezet dat als de geschiedenis twee grenslijnen heeft, gericht op de Tafelberg, waarom zou hier een derde niet kunnen zijn? Als dit zo geweest is, kan dit waarschijnlijk gebeurd zijn rond de tijd dat de tweede schaarbrief uit 1442 voor het Gooiland uitkwam. Hierin wordt beschreven tot waar de schapen uit Laren mochten grazen. En Blaricum viel onder Laren in de middeleeuwen, althans ze hadden een soort LAT-relatie.

Er wordt hier de noordwestelijke grens van het gebied aldus omschreven. “ende voirt, so sellen dese scape gaen van den wech, die van Wouter Moeys oploept te Krayloy wert an den wech toe, die uut den loe loept tegen Koekenberch op, ende die voirt tegen Aertgynsberch op gaet.” (transscriptie Enklaar, Middeleeuwsche Rechtsbronnen van Stad en Lande van Gooiland, 1932)
Er is in elk geval sprake van twee wegen. De een is die welk van Wouter Moeys loopt in de richting Crailo, waar deze op de andere stuit. Deze die uit de Lo oploopt tegen de Koekenberg en voort gaat naar de Aardjesberg. De Lo is grosso modo waar nu de grote heide is. Het hoogste punt van de heide op de Tafelbergheide heette vroeger de Loberg. (Een lo is etymologisch op te vatten als een open plek in het bos of wellicht verder terug het bos rond die open plek. Een lo draagt sterk de suggestie dat daar ooit landbouw werd gepleegd. Voor deze Lo zou dat ook op kunnen gaan, hoewel wanneer en hoe precies ons nog duister is. Een oude naam voor Crailo is ook de Hoge Eng. Dit verwijst naar een aaneengesloten akkergebied die hier in de middeleeuwen was van de bewoners van Oud of Hoog Bussum.)
De omschrijving in de brief lijkt te suggereren dat de schaapjes zuidelijk van een weg over de heide tot aan de grens lopende naast de Crailoseweg mochten gaan. Waar Wouter Moeys zat is dan de vraag. De Oude Naarderweg lijkt mogelijk de weg die naar Crailo loopt. De grens zou in de tijd vanaf de ingebeelde lijn naar de huidige grens dan nog een tussenstap hebben gemaakt. De gerechtsgrens zal toch met de begrazingsgrens zijn samengevallen?

De naam Tafelberg komt dus niet voor in de omschrijving uit 1442. Een oriëntatietafel was er waarschijnlijk ook nog niet. Of de berg toen dan wel reeds de Kooltjesberg heette, is ook niet bekend. De verschillende raaiingen van grenzen en wegen op de Tafelberg geeft wel aan dat het wel een bepaalde plek was, en dus zeker een eigen naam zal hebben gehad.
De komma’s in de transcriptie zijn zeker een interpolatie, later toegevoegd voor de leesbaarheid. Je zou denken dat Koekenberg een ding was op de weg ná aansluiting van de weg vanaf Wouter Moeys, onderweg naar de Aardjesberg. Het kan ook zo zijn dat de in onze ogen onbeholpenheid van de omschrijving ons op het verkeerde been zet. Koekenberg zou het beginpunt kunnen zijn van die weg die verder zuidwaarts naar de Aardjesberg voert.

Als de Koekenberg de latere Tafelberg is, zou dat onze hypothese steunen. Echter, het lijkt dat deze weg een route beschrijft van de (Blaricumse/Huizer) Crailoseweg naar de (Hilversumse) Nieuwe Crailooseweg, die vroeger min of meer op elkaar aansloten. Of er aldus naar een Koekenberg aan het begin van die weg verwezen wordt, grofweg in de richting Sijsjesberg of naar een bult ergens waar de A1 het landschap tegenwoordig doorkruist, de Tafelberg lijkt niet hiervoor in aanmerking te komen.
Wouter Moeys zou land of een boerderij kunnen hebben gehad nabij de Tafelberg. Dan hadden we een sterke aanwijzing gehad voor onze dijk als grenswal. Maar het lijkt met de kennis van nu onmogelijk iets met zekerheid hierover te zeggen. Het is heel goed mogelijk. We moeten het maar mee doen.
Hoe dan ook, er is daar een dijk en die is gericht op de Tafelberg.
Reageren?
yjk.