Nieuwe Hollandse Waterlinie werelderfgoed

De Nieuwe Hollandse Waterlinie, de verdedigingslinie uit de 19de en 20ste eeuw, wordt genomineerd als werelderfgoed bij de Verenigde Naties. Ongeveer de helft ervan, tussen Lek en Biesbosch, ligt in het werkgebied van Waterschap Rivierenland. Sommige sluizen en dijken zijn nog altijd in gebruik.

De Nieuwe Hollandse Waterlinie; vanaf Culemborg valt de linie in het werkgebied van Waterschap Rivierenland.

De Nieuwe Hollandse Waterlinie telt in totaal 85 kilometer, 45 forten, zes vestingen en twee kastelen. De linie werd grotendeels aangelegd tussen 1815 en 1870. Ze vormt nu een groene en recreatieve gordel. Minister Van Engelshoven van cultuur dient in januari de nominatie in bij UNESCO, als aansluiting op de Stelling van Amsterdam die al op de lijst staat. Samen moeten de twee straks het Werelderfgoed Hollandse Waterlinies vormen. Een besluit van UNESCO wordt op z’n vroegst verwacht in 2020.

Ongeveer de helft van de Nieuwe Hollandse Waterlinie ligt tussen Lek en Biesbosch, in het werkgebied van Waterschap Rivierenland. Grote gebieden in de Betuwe en Altena konden met sluizen onder water worden gezet. Onderdeel van de defensielijn is bijvoorbeeld de Diefdijklinie, die recent werd opgeknapt met behoud van historische bunkers en kazematten. Ook slot Loevestein behoort ertoe, gelegen in het Munnikenland dat inmiddels ‘ruimte voor de rivier’ biedt. Het geeft aan dat erfgoed van waarde blijft in een veranderende omgeving.

Bekende forten zijn Everdingen, Asperen, Vuren en Bakkerskil. Ook de vestingen van Gorinchem en Woudrichem zijn onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Op al die plekken is het waterschap betrokken als beheerder van dijken en weteringen of als eigenaar. De historische waaiersluizen in Asperen zijn nog altijd in gebruik, net als veel coupures (doorgangen in dijken die sluiten bij hoogwater).

Post a comment